Stoner(91)
‘Schiet op,’ zei Stoner. ‘Ik roep je straks wel.’
Ze wankelde de kamer uit. Zonder zich te verroeren keek Stoner haar na, tot hij het kraanwater uit de badkamer hoorde stromen. Toen wendde hij zich tot Grace, die vanuit haar leunstoel naar hem omhoog was blijven kijken. Hij glimlachte even naar haar, liep de kamer door naar de werktafel van Edith, pakte een stoel, liep terug en zette hem voor de stoel van Grace neer, zodat hij met haar kon praten zonder op haar naar boven gerichte gezicht neer te kijken.
‘Nou,’ zei hij, ‘vertel eens wat er aan de hand is.’
Ze glimlachte naar hem met de zachtheid die haar kenmerkte. ‘Er valt weinig over te zeggen,’ zei ze. ‘Ik ben zwanger.’
‘Weet je dat zeker?’
Ze knikte. ‘Ik ben bij de dokter geweest. Ik heb vanmiddag de uitslag gekregen.’
‘Nou,’ zei hij, en hij raakte met enige schroom haar hand aan. ‘Je hoeft je geen zorgen te maken. Het komt allemaal goed.’
‘Ja,’ zei ze.
Vriendelijk vroeg hij: ‘Wil je me zeggen wie de vader is?’
‘Een student,’ zei ze. ‘Aan de universiteit.’
‘Wil je het liever niet vertellen?’
‘O, nee,’ zei ze. ‘Dat maakt niet uit. Hij heet Frye. Ed Frye. Een tweedejaars. Ik geloof dat hij vorig jaar jouw college schrijfkunst voor eerstejaars heeft gevolgd.’
‘Ik kan me hem niet herinneren,’ zei Stoner. ‘Ik kan me hem totaal niet herinneren.’
‘Het spijt me, vader,’ zei Grace. ‘Het was dom. Hij was een beetje dronken, en we hadden geen... voorzorgsmaatregelen genomen.’
Stoner ontweek haar blik en keek naar de vloer.
‘Het spijt me, vader. Ik heb je laten schrikken, hè?’
‘Nee,’ zei Stoner. ‘Misschien ben ik erdoor verrast. De afgelopen jaren hebben we weinig contact gehad, nietwaar?’
Ze ontweek zijn blik en zei verlegen: ‘Nee, ik geloof van niet.’
‘Hou je... van deze jongen, Grace?’
‘O, nee,’ zei ze. ‘Ik ken hem echt niet zo goed.’
Hij knikte. ‘Wat ben je van plan?’
‘Ik weet het niet,’ zei ze. ‘Het maakt echt niet zoveel uit. Ik wil jullie niet tot last zijn.’
Ze bleven lang zitten zonder iets te zeggen. Ten slotte zei Stoner: ‘Nou, maak je geen zorgen. Het komt goed. Wat je ook beslist – wat je ook wilt doen, het komt goed.’
‘Ja,’ zei Grace. Ze kwam uit haar stoel omhoog. Toen keek ze op haar vader neer en zei: ‘Jij en ik, we kunnen nu met elkaar praten.’
‘Ja,’ zei Stoner. ‘We kunnen praten.’
Ze ging het atelier uit, en Stoner wachtte tot hij de deur van haar slaapkamer boven dicht hoorde gaan. Toen, voordat hij naar zijn eigen kamer ging, liep hij stilletjes de trap op en opende de deur naar de slaapkamer van Edith. Ze was diep in slaap, lag volledig gekleed languit op haar bed, terwijl haar gezicht werd beschenen door het felle licht van het bedlampje. Stoner deed het uit en ging naar beneden.
De volgende ochtend bij het ontbijt was Edith bijna vrolijk. Niets wees op haar hysterie van de voorgaande avond, en ze praatte alsof de toekomst een hypothetisch probleem was dat moest worden opgelost. Toen ze de naam van de jongen had gehoord, zei ze opgewekt: ‘Nou, goed. Wat denk je: zouden we contact moeten opnemen met de ouders of zullen we eerst met die jongen praten? Eens kijken... Het is de laatste week van november. Laten we zeggen twee weken. Dan kunnen we alles geregeld hebben – misschien een kleine trouwerij in de kerk. Gracie, wat doet die vriend van je? Hoe heet hij...?’
‘Edith,’ zei Stoner. ‘Wacht, jij denkt maar dat alles mogelijk is. Misschien willen Grace en die jongeman helemaal niet trouwen. Daar moeten we het met Grace over hebben.’
‘Waarover moeten we het dan hebben? Het spreekt voor zich dat ze willen trouwen. Tenslotte zijn ze, zijn ze... Gracie, zeg het tegen je vader. Leg uit.’
‘Het maakt niet uit, vader,’ zei Grace. ‘Het maakt helemaal niet uit.’
En het maakte ook niet uit, besefte Stoner. De ogen van Grace waren gericht op iets achter hem, op een verte die ze niet kon zien en waarover ze zonder nieuwsgierig te zijn mijmerde. Hij bleef zwijgen en liet zijn vrouw en zijn dochter plannen maken.
Er werd besloten dat de ‘jongeman’ van Grace, zoals Edith hem noemde, alsof zijn naam op een of ander manier verboden was, thuis zou worden uitgenodigd en dat Edith en hij met elkaar zouden ‘praten’. Ze plande de middag alsof het een scène in een toneelstuk was, met afgangen en opkomsten, en zelfs enkele zinnen dialoog. Stoner moest zich excuseren, Grace moest iets langer blijven en zich vervolgens excuseren, zodat Edith en de jongeman met elkaar konden praten. Na een halfuur moest Stoner terugkeren; daarna moest Grace terugkeren, en tegen die tijd moest alles geregeld zijn.