Soixante neuf(53)
Aan de andere kant van de lijn schraapte Rudi zijn keel. ‘Laten we hopen dat we de dader inmiddels in beeld hebben. Als zij het is, hoef je niet bang te zijn voor meer moorden. Barbino vilt haar levend als ze de club nog inkomt.’
Sanne knikte. ‘Dat is zo, maar je hebt haar niet voor niks weer moeten laten gaan. Het bewijs is flinterdun. Bij lange na niet voldoende.’
‘Je hebt gelijk. Maar we graven dieper, we zijn nog niet klaar met haar. Mevrouw Haasdonk heb ik van het lijstje geschrapt. Er is gewoon geen bewijs. En eigenlijk ook geen motief.’
Sanne knikte. Het verbaasde haar niet. Dat Rudi zijn pijlen nu op Shania richtte, was ook niet verwonderlijk. Maar een doorbraak in het onderzoek kon je het nauwelijks noemen. Het was zaterdag en na een avond en een dag verhoor, was Shania sinds gisteravond weer op vrije voeten, ondanks het feit dat de informatie over haar bedreiging onderzocht was en waar bleek te zijn. Ze had een klant gedreigd hem de hersens in te slaan met een lamp als hij niet onmiddellijk de kamer verliet. De man was opgespoord en hoewel hij nog steeds kwaad was, had hij ook toegegeven dat hij te ver was gegaan. Shania had erin toegestemd zich te laten vastbinden, maar toen hij haar had losgemaakt en over haar heen begon te plassen, was ze woest geworden. Hoewel haar reactie opmerkelijk was en Rudi de informatie met grote interesse had aangehoord, was het hem niet gelukt haar langer vast te laten houden. De rechter-commissaris had niet voldoende grond gezien. Rudi baalde stevig, maar hij had niet anders gekund dan haar te laten gaan. Het bewijs was ook niet erg sterk. Er was eigenlijk nauwelijks technisch bewijs. Dat Shania’s vingerafdrukken te vinden waren op Bladels spullen en in de kamer waar hij was vermoord, was verklaarbaar. Dat ze de gelegenheid had gehad, betekende nog niet dat ze het had gedaan. Het motief, daarop had ook Rudi geen duidelijk zicht. De ruzie met Barbino had Shania toegegeven, maar dat alleen was niet genoeg. Er was forensisch bewijs nodig.
‘Ik heb het uiteindelijke rapport van de patholoog gekregen’, zei Rudi toen Sanne die gedachte hardop uitsprak.
‘Nog nieuws?’
‘Alleen dat het moordwapen erg diep is gegaan. Volgens de patholoog moet het met nogal wat kracht zijn gedaan.’
‘Woede?’
‘Zou kunnen. Of een moordenaar die niet graag risico’s neemt. Als je het mes zo diep insteekt, en ook nog op meerdere plekken, dan weet je vrij zeker dat je vitale organen of bloedvaten hebt geraakt.’
‘Te doen voor een vrouw?’
‘Daar is de patholoog duidelijk over. Het kost kracht, maar ook een vrouw kan dit voor elkaar krijgen. En omdat Bladel op bed lag, zegt de hoek waarmee het mes in ingestoken niks over de lengte van de dader.’
‘Dus eigenlijk zijn we niks opgeschoten.’
‘Nope.’ Hij zuchtte. ‘Ik bel je later. Succes vanavond.’
Sanne bedankte hem. Vanavond stond de gemaskerde avond op het programma. Het beloofde absurd druk te worden. Ze keek op klok. Nog een halfuur voor ze zich moest gaan klaarmaken.
Ze dacht aan Shania. De sterkste troef die ze nu hadden, was de betrokkenheid bij de oude moordzaak in Griekenland. Shania bleek niet lang na haar aankomst in Griekenland verkering te hebben gehad met een jongen die tien jaar ouder dan zij was, en een veroordeelde drugsdealer. Bij een afrekening waar zij niks van wist, was het misgegaan en Shania, die in de auto zat te wachten, was door de politie als medeverdachte aangemerkt. Dat er bij hun vlucht ook nog een motoragent om het leven was gekomen door kogels uit het pistool van haar vriend, maakte de zaak tot high profile. Maar het zei allemaal niet zoveel over de moorden in de Soixante Neuf, vond Sanne. Die waren veel meer doordacht, veel intelligenter uitgevoerd. In geen enkel opzicht vergelijkbaar. Ze wilde niet meteen beweren dat Shania er niet toe in staat was, maar de zaken leken niet genoeg op elkaar om nou meteen een verband te kunnen leggen.
Sanne bekeek de kaarten die op tafel lagen. De kopieën van de drie kaarten die waren gevonden op de slachtoffers had ze apart gelegd. Het lepelstandje, de lotushouding en de triomfboog. Ze bekeek ze keer op keer. Ze zocht naar overeenkomsten. De lotushouding en de triomfboog hadden nog wel dezelfde kenmerken; de mannen hadden een zittende positie en de gezichten van de sekspartners waren op elkaar gericht. Maar met de lepelhouding kon ze geen verband ontdekken.
Ze concentreerde zich weer op de tekst die ze aan het lezen was. Het was een Engelse website over de leer van de Kamasutra, waar ze veel informatie op kon vinden. De naam verwees naar een Indiaas leerboek dat ergens tussen de vierde en tweede eeuw voor Christus was samengesteld door de hindoefilosoof Vatsyayana. Vele onderwerpen die te maken hadden met seks en erotiek werden erin behandeld, tot in detail. Het handboek was bedoeld voor getrouwde stellen die, in de tijd dat gearrangeerde huwelijken meer regel dan uitzondering waren, hulp nodig hadden om elkaar te ontdekken en plezier tussen de lakens te beleven. Het belangrijkste doel was om de man te leren hoe hij zijn vrouw kon behagen en op die manier haar liefde kon verdienen. Sanne stelde vast dat de schrijver de materie op bijzonder grondige wijze had uitgediept. Van hofmakerij tot verleiding – en hoe deze te weerstaan van andere vrouwen – en van zichzelf aantrekkelijk maken tot seksuele eenwording, in de Kamasutra bleef niks onbesproken. Het was meer dan een boek vol seksuele handelingen, het was een handleiding voor het huwelijk in het algemeen, over romantiek en respect, psychologie en levenswijsheden. De vierenzestig seksuele handelingen – variërend van beginnersniveau tot standjes die alleen experts waren voorbehouden – die erin werden uitgelegd, waren ongetwijfeld het meest bekende van de Kamasutra. Maar in de context van het boek niet eens de meest belangrijke.