Slaven van de Klau(73)
Het stamhoofd schudde geamuseerd zijn hoofd. 'Natuurlijke kalk is een armzalig surrogaat voor de verse, levende kalk uit beenderen. Er zijn nog enkele andere zouten die van invloed zijn en natuurlijk zit de geest van de dode in de beenderen en die gaat over in het glazuur en geeft het een innerlijk vuur dat op geen enkele andere manier te verkrijgen is.'
Covill pafte erop los terwijl hij het opperhoofd aanstaarde met zijn harde blauwe ogen. 'Het kan me niet schelen wat u gebruikt,' zei hij uiteindelijk, 'zolang er niemand ontvoerd en vermoord wordt. Als u kalk nodig heeft, dan help ik u het te vinden, daar ben ik hier voor, om u te helpen en om uw levensstandaard te verhogen; maar ik ben hier ook om de Mi-Tuun te beschermen tegen overvallers. Ik kan het allebei doen - het een even goed als het ander.'
Het stamhoofd ontblootte zijn tanden. Voordat hij een boos antwoord kon snauwen vroeg Thomm: 'Waar zijn uw ovens?'
Het stamhoofd keek hem koel aan. "Het bakken gebeurt in de Grote Maandelijkse Brand. Wij stapelen ons werk in de grotten en dan, op de tweeëntwintigste dag, rijst de verzengende gloed van beneden op. Een volle dag loeit de hitte wit en brullend naar boven. Twee weken later zijn de grotten genoeg afgekoeld dat wij ons werk weer op kunnen halen.'
'Wat interessant,' zei Covill. 'Ik zou uw fabriek graag bekijken. Waar bewaart u uw aardewerk, in die schuur daar beneden?'
Het opperhoofd verroerde geen spier. 'Geen man mag in die schuur kijken,' zei hij langzaam, 'tenzij hij een Pottenbakker is - en dan nog pas nadat hij bewezen heeft dat hij de klei meester is.'
'Hoe bewijst hij dat?' vroeg Covill luchtig.
'Op de leeftijd van veertien jaar gaat hij van huis met een hamer, een vijzel en een pond beenderkalk. Hij moet klei, lood, zand en spaat zoeken. Hij moet ijzer vinden voor bruine tinten, malachiet voor groene, kobaltaarde voor blauw en hij moet een glazuur malen in zijn vijzel, een tegel vormen en versieren, en die in de Mond van de Grote Brand plaatsen. Als de tegel geslaagd is, stevig en intact en goed geglazuurd, dan wordt hem toegestaan de schuur binnen te gaan en zich de geheimen van het vak eigen te maken.'
Covill haalde de pijp uit zijn mond en vroeg: 'En als die tegel mislukt?'
'Slechte Pottenbakkers hebben wij niet nodig,' zei het stamhoofd. 'Beenderkalk kunnen we altijd gebruiken.'
Thomm had naar de kleurige scherven staan kijken. 'Waarom gebruikt u geen geel glazuur?'
Het opperhoofd maakte een wrevelig gebaar. 'Geel glazuur? Dat is een geheim dat geen enkele Pottenbakker ooit heeft ontsluierd. IJzer geeft een geelbruine kleur, zilver een grijsgele, chroom een groengele tint en antimonium wordt weggebrand in de hitte van de Grote Brand. Het zuivere, rijke geel, de kleur van de zon... Ach, dat is een droom.'
Covill vond het niet interessant. 'Nou, wij vliegen weer terug, als u ons niet rond wilt leiden. Denk eraan dat als u soms technische hulp nodig heeft, dan kan ik u helpen. Ik kan er zelfs achterkomen hoe u dat geel kunt maken dat u zo graag wilt hebben.'
'Onmogelijk,' zei het stamhoofd. 'Zoeken wij, de Pottenbakkers van het heelal, daar niet al duizenden jaren naar?'
'...Maar er mogen geen mensen meer gedood worden. Als het niet anders kan, maak ik definitief een eind aan het bakken van potten.'
Het stamhoofd keek hem laaiend aan. 'Uw woorden zijn niet vriendelijk!'
'Als u denkt dat ik het niet kan,' zei Covill, 'dan vergist u zich. Ik smijt gewoon een bom in de keel van die vulkaan van u en dan stort de hele berg in. Het Stelsel beschermt iedereen, overal, en dat houdt ook in dat we de Mi-Tuun beschermen tegen Pottenbakkers die zich gedragen als Bottenpakkers.'
Thomm plukte nerveus aan Covills mouw. 'Ga terug in de kopter,' fluisterde hij. 'Ze worden nijdig. Zometeen vallen ze ons aan.'
Covill keerde de woedend kijkende Opperpottenbakker zijn rug toe en klom waardig in de kopter. Thomm volgde hem behoedzamer. Volgens hem was het opperhoofd bezig het besluit te nemen om de twee mannen aan te vallen en Thomm had geen trek in een gevecht.
Hij liet haastig de koppeling opkomen; de rotorbladen maalden door de lucht en de kopter steeg op, weg van de boze groep zwijgende Pottenbakkers in hun grijze mantels.
Covill leunde voldaan achterover. 'Er is maar één manier om met zulke mensen af te rekenen. Je moet ze de baas worden. Alleen dan krijgen ze respect voor je. Als je ook maar een heel klein beetje onzeker doet, dan voelen ze dat en dan ben je verkocht.'
Thomm zei niets. Covills methode kon op korte termijn wel resultaten opleveren, maar op de lange duur leek zijn optreden kortzichtig, onverdraagzaam, onsympathiek. Als hij het woord had gevoerd, dan had hij uitgeweid over het vermogen van het bureau om vervangers te leveren voor de beenderkalk en desgewenst hulp te verlenen bij het oplossen van technische moeilijkheden - hoewel de Pottenbakkers virtuoze vaklieden leken die niets meer te leren hadden. Alleen geel glazuur konden ze niet maken.