Slaven van de Klau(6)
Uw rooster ziet er zo uit: twee uur studie, vier uur wacht, zes uur vrij. Ik eis geen bepaald tempo van vorderingen in uw studie, maar ik raad u aan uw tijd goed te gebruiken.
Onze bestemming is Mars. Spoedig zullen we een nieuw zeil construeren en dan, terwijl de baansnelheid toeneemt, controleert en test u zorgvuldig alle instrumenten aan boord. Elk van u berekent de helling van het zeil en de koers en onderling vereffent u alle eventuele afwijkingen die zich mogen voordoen. Ik zal mij niet met de navigatie bemoeien. Ik geef er de voorkeur aan als u mij niet in een ramp stort. Mochten er rampen plaatsgrijpen, dan komt dat de verantwoordelijke personen op een heel slechte aantekening te staan.
Zingen, fluiten en neuriën zijn verboden, evenals het ophalen van de neus, neuspeuteren, smakken met de lippen en het laten knakken van knokkels. Ik keur angst en hysterie af, en dat blijkt uit mijn beoordeling. Niemand gaat meer dan één keer dood en we zijn goed op de hoogte van de risico's van deze door u zelf gekozen onderneming. Aan practical jokes zullen wij niet doen. U kunt onderling vechten, zolang u mij niet stoort en geen instrumenten vernielt, maar ik raad het u toch af, aangezien het tot wrok leidt, en ik heb meegemaakt dat kadetten elkaar vermoordden. Ik raad u aan elkaar kalm en onbevangen te bejegenen. Het gebruik van de microfilmprojector is natuurlijk naar uw keuze. De radio mag u niet gebruiken, niet voor het zenden van berichten noch voor het ontvangen daarvan. Ik heb de radio trouwens buiten bedrijf gesteld, dat doe ik altijd. Hiermee leg ik er de nadruk op dat wij op eigen kracht moeten vertrouwen, of we het nu halen of niet. Heeft iemand vragen?... Mooi zo. U zult merken dat als u zich allemaal angstvallig correct en accuraat gedraagt, wij na verloop van tijd gezond en wel terug zullen keren met een minimum aan strafpunten en zonder slachtoffers. Maar ik moet wel zeggen dat dit bij de vorige twaalf reizen niet gelukt is.'
'Misschien wordt dit de eerste keer, meneer,' zei Culpepper.
'We zullen zien. Nu mag u de kamers verdelen, uw bagage opbergen en het schip in het algemeen op orde brengen. Morgen bezorgt de pont het nieuwe zeil en dan gaat u aan het werk.'
3
De pont leverde een grote baal buiswerk van acht centimeter doorsnede af. De buis bestond uit flinterdun lithium dat gehard was met beryllium en versterkt met vezels van monokristalijzer. De totale lengte was veertien kilometer. De kadetten bevestigden de buizen aan elkaar en lijmden de voegen. Toen de buis vierhonderd meter lang was, werd hij in een boog getrokken met een lijn die tussen de twee uiteinden was gespannen en daarna werden er weer nieuwe buisdelen aan vastgemaakt. Naarmate het werk vorderde, beschreef het verste eind van de boog een enorme bocht en uiteindelijk kwam hij weer terug naar de romp. Toen de laatste buis op zijn plaats zat, werd het losse eind binnengehaald en vastgezet zodat er een grote hoepel met een middellijn van vierduizend meter ontstond.
Henry Belt kwam af en toe naar buiten in zijn ruimtepak om toe te kijken en soms maakte hij een korte, sardonische opmerking waaraan de kadetten weinig aandacht besteedden. Ze vonden het enorm opwindend om gewichtloos te zijn en boven de grote, met wolken overdekte wereldbol te zweven terwijl de continenten en oceanen onder hen door draaiden. Alles leek mogelijk, zelfs de oefenreis met Henry Belt! Als hij hun werk kwam inspecteren, grijnsden ze elkaar toegeeflijk toe. Belt leek plotseling een nogal meelijwekkend creatuur, een zielige vagebond die nergens goed in was behalve in dronken gesnoef. Wat een geluk dat zij minder naïef waren dan Beits vorige klassen! Die hadden hem serieus genomen, en hij had een schrikbewind uitgeoefend en hen tot lillende brokjes angst gereduceerd! Maar dat overkwam deze bemanning niet, allesbehalve! Zij hadden Belt door. Geef hem gewoon geen aanleiding om je uit te kafferen, doe je werk en blijf vrolijk. De oefen- reis duurt maar een paar maanden en dan begint het ware leven. Maak er eenvoudig het beste van en negeer Henry Belt zoveel mogelijk.
De groep had zijn leden al gewogen en was tot een serie handzame etiketten gekomen. Culpepper was minzaam, vlot, gemoedelijk. Lynch: een opgewonden standje, een ruziezoeker, iemand die altijd gelijk moest hebben. Von Gluck: het artistieke temperament, bedreven met zijn handen en fijngevoelig. Ostrander was preuts, kieskeurig, al te precies en te netjes. Sutton somber, argwanend, altijd bezig zich met anderen te meten. Verona was de stevige doordouwer, een ruwe bolster maar volhardend en betrouwbaar.
De glanzende hoepel wentelde om de romp en nu bracht de pont het zeil, een dikke rol donker glanzend materiaal. Uitgevouwen en afgerold, en daarna nog vele malen uitgevouwen, werd het een taaie, glanzende film zo dun als goudblad. Helemaal uitgeslagen was het een wazig glinsterende schijf die al rimpelde en bobbelde onder het licht van de zon. De kadetten bevestigden de film aan de hoepel, trokken hem zo strak als een trommelvel en lijmden hem op zijn plaats. Nu moest het zeil zorgvuldig met de zijkant naar de zon worden gehouden, anders zou het zich snel verwijderen met een stuwkracht van ongeveer vijftig kilo.