Slaap(104)
‘Maar... jezus christus, het was maar een grapje, ik snap heus wel dat ik niet mee mag... Ik weet best dat het jullie ding is... van jullie alleen...’
133
Nathan Pollock en Corinne Meilleroux staan allebei op van het bureau als de situatie in het dagverblijf op scherp komt te staan.
Ze begrijpen dat Jurek Walter besloten heeft Bernie af te maken, maar hopen dat Saga niet vergeet dat ze geen bevoegdheden of taken heeft.
‘Er is niets aan te doen,’ fluistert Corinne.
Uit de grote luidsprekers klinkt een traag, fluctuerend razen. Johan Jönson stelt het geluidsniveau bij en krabt gestrest in zijn haar.
‘Geef me dan straf,’ kermt Bernie. ‘Ik verdien straf...’
‘Ik kan allebei zijn benen breken,’ zegt Saga.
Corinne slaat haar armen om zichzelf heen en probeert rustig te ademen.
‘Doe niets,’ fluistert Nathan tegen de luidspreker. ‘Je moet op de bewaarders vertrouwen, jij bent maar patiënt.’
‘Waarom komt er niemand?’ zegt Johan Jönson. ‘De bewaarders moeten godverdomme toch zien wat er gaande is?’
‘Als ze in actie komt, doodt Jurek Walter haar meteen,’ fluistert Corinne, en door de stress klinkt haar Franse accent door in haar spraak.
‘Doe niets,’ smeekt Nathan. ‘Doe niets.’
134
Saga’s hart bonkt in haar borst. Ze kan haar gedachten niet op een rijtje houden als ze van de loopband afstapt. Het is niet haar taak om andere patiënten te beschermen. Ze weet dat ze niet uit haar rol van schizoïde patiënt moet vallen.
‘Ik breek zijn benen bij de knieschijven,’ probeert ze. ‘Ik breek zijn armen en vingers en...’
‘Het is beter als hij gewoon dood is,’ zegt Jurek concluderend.
‘Kom,’ zegt ze snel tegen Bernie. ‘De camera is hier afgeschermd...’
‘Verdomme, zeg, Sneeuwwitje,’ snikt Bernie, en hij gaat naar haar toe.
Ze pakt zijn pols beet, sleurt hem naar zich toe en breekt zijn pink. Hij schreeuwt, zakt op zijn knieën en houdt zijn hand stevig tegen zijn buik gedrukt.
‘Volgende vinger,’ zegt ze.
‘Jullie zijn gek,’ huilt Bernie. ‘Ik roep om hulp... m’n skeletslaven komen hier...’
‘Stil jij,’ zegt Jurek Walter.
Hij gaat naar de loopband, haalt het snoer uit het apparaat, rukt het uit het stopcontact in de muur waardoor er betonbrokjes over de vloer stuiven.
‘Volgende vinger,’ probeert Saga.
‘Nu blijf je uit de buurt,’ zegt Jurek en hij kijkt haar in de ogen.
Saga blijft met haar hand tegen de muur staan terwijl Bernie achter Jurek Walter aan loopt.
Het voelt volkomen absurd om Jurek Walter het snoer aan de klink naar het dagverblijf te zien vastknopen, om het daarna over de deur heen te gooien.
Ze zou het willen uitschreeuwen.
Bernie kijkt haar smekend aan als hij op de plastic stoel klimt en de strop om zijn hals legt.
Hij probeert met Jurek te praten, glimlacht en herhaalt iets.
Ze staat verstijfd en denkt dat het personeel hen nu toch gauw moet zien. Maar er komt niemand. Jurek is al zo lang op de afdeling dat hij hun gewoontes door en door kent. Misschien weet hij dat ze op dit moment koffiepauze houden of wisselen van wacht.
Saga gaat langzaam naar haar eigen kamer. Ze weet niet wat ze moet doen, begrijpt niet waarom er niemand komt.
Jurek zegt iets tegen Bernie, wacht even, herhaalt de woorden, maar Bernie schudt zijn hoofd en krijgt tranen in zijn ogen.
Saga loopt met bonkend hart verder naar achteren. In haar lichaam verspreidt zich een gevoel van onwerkelijkheid.
Jurek trapt de stoel weg en loopt dan meteen het dagverblijf door naar zijn eigen kamer.
Bernie trappelt dertig centimeter boven de grond met zijn voeten, hij probeert zich op te trekken aan het snoer, maar heeft de kracht niet.
Saga gaat haar kamer in, naar de deur met het pantserglas en trapt er uit alle macht tegenaan. Er klinkt een doffe bons in het metaal. Ze loopt naar achteren, draait zich om en trapt weer, loopt achteruit en trapt weer en weer. De dikke deur vibreert maar een fractie, maar het zware geluid van de bonzen plant zich voort door de metalen muren. Ze trapt en trapt en uiteindelijk hoort ze onthutste stemmen in de gang, snelle passen en het zoemen van elektrische sloten.
135
De lampen aan het plafond gaan uit. Saga ligt met open ogen op haar zij in bed.
God, wat moest ik doen? Ze gloeit van angst.
Haar voeten, enkels en knieën doen nog steeds pijn van het trappen.
Ze weet niet of ze Bernie had kunnen redden door in te grijpen, misschien had dat gekund, misschien had Jurek haar niet kunnen tegenhouden.
Maar ze had zichzelf zonder enige twijfel in levensgevaar gebracht en had alle mogelijkheden om Felicia te redden verprutst.
Dus ging ze haar kamer in en trapte ze tegen de deur. Het was allemaal een wanhopige en zielige vertoning, denkt ze.