Slaap(107)
Zijn hoofd schommelt licht.
Nu beseft ze dat het rinkelende geluid dat haar wekte de sleutel was die in het slot gleed.
Lucht suist naar binnen, de toon wordt sterker, lager en verstomt dan.
De zware deur gaat open en ze begrijpt dat ze doodstil moet blijven liggen. Ze zou heel diep moeten slapen op die tablet. De nachtverlichting op de gang valt als fonkelend poeder om het hoofd en de schouders van de jonge arts.
Ze denkt dat hij misschien heeft gezien dat ze maar deed alsof ze de pil innam, dat hij binnenkomt om hem uit haar schoen te halen. Maar het personeel mag niet alleen bij de patiënten naar binnen gaan, denkt ze.
Daarna begrijpt ze dat de arts bij haar binnen komt omdat hij denkt dat ze de pil wél heeft genomen en diep in slaap is.
138
Dit is waanzin, denkt Anders en hij doet de deur achter zich dicht. Midden in de nacht is hij bij een patiënt naar binnen gegaan en nu staat hij in haar donkere kamer. Zijn hart bonst zo heftig dat het pijn doet.
Hij ziet haar contouren in het bed.
Ze zal nog urenlang diep slapen, op het randje van bewusteloosheid.
De deur naar de slaapruimte waar My ligt te slapen was dicht. Twee bewaarders bevinden zich bij de buitenste veiligheidsdeur. Alle anderen slapen.
Hij weet zelf niet wat hij hier bij Saga doet, hij kan niet vooruitdenken, voelt alleen dat hij naar binnen moet en weer naar haar moet kijken, hij moet een taak verzinnen zodat hij haar warme huid onder zijn vingers kan voelen.
Het is onmogelijk om niet aan haar bezwete borsten te denken en aan de intens eenzame oogopslag toen ze zich los probeerde te worstelen en haar kleren omhoog schoven.
Hij herhaalt voor zichzelf dat hij alleen maar controleert of alles goed gaat met de patiënt die kalmerende middelen heeft gekregen.
Als hij betrapt wordt, kan hij gewoon zeggen dat hij apneu had waargenomen en besloot alleen naar binnen te gaan omdat ze toch zwaar onder de medicijnen zat.
Men zal zeggen dat het onoordeelkundig was om My niet wakker te maken, maar het bezoekje zelf zal als noodzakelijk beschouwd worden.
Hij wil er gewoon op toezien dat alles goed met haar gaat.
Anders doet een paar stappen de kamer in en denkt plotseling aan visnetten, aan vangarmen en openingen in fuiken, aan de grote ringen die naar steeds kleinere voeren, tot je niet meer kunt omkeren.
Hij slikt hard en houdt zichzelf voor dat hij niets verkeerd doet. Hij bekommert zich alleen buitengewoon veel om zijn patiënten.
Hij kan niet ophouden terug te denken aan het moment dat hij haar de spuit gaf. De herinnering aan haar rug en kont bevindt zich als een massief gewicht in hem.
Hij loopt langzaam op haar af en kijkt in het donker naar haar. Hij heeft de indruk dat ze op haar zij slaapt.
Voorzichtig gaat hij op de rand van het bed zitten en slaat het dekbed van haar benen en billen. Hij probeert haar ademhaling te horen, maar zijn eigen hartslag dreunt te hard in zijn oren.
Haar lichaam straalt warmte uit.
Zijn handen zijn koud, ze trillen en hij is veel te nerveus om seksueel opgewonden te zijn.
Het is te donker voor de camera in het plafond om te registreren wat hij doet.
Voorzichtig laat hij zijn vingers over haar slipje glijden tot tussen haar dijen, en hij voelt de hitte van haar geslacht.
Zacht drukt hij een vinger tegen de stof en glijdt langzaam over haar vaginamond.
Hij zou haar tot aan een orgasme willen strelen, tot haar hele lichaam om penetratie schreeuwt, hoewel ze slaapt.
Zijn ogen zijn aan het donker gewend en nu ziet hij Saga’s slanke dijen en de perfecte heuplijn.
Hij houdt zichzelf voor dat ze diep slaapt, en trekt haar slipje ruw omlaag. Ze slaakt een zucht in haar slaap, maar ligt roerloos.
Haar lichaam glanst in het donker.
Het blonde schaamhaar, de gevoeligheid van haar liezen, de platte buik.
Ze zal doorslapen, ongeacht wat hij doet.
Het betekent niets voor haar.
Ze zal geen nee zeggen, hem niet aankijken met het smekende verzoek op te houden.
Nu wordt hij overspoeld door zijn seksuele opwinding, die vervult hem, doet hem hijgend ademen. Hij voelt dat zijn penis zich opricht en kloppend tegen de stof spant. Hij moet hem plaats geven en verschuift hem met zijn hand.
Hij hoort zijn eigen ademhaling – het bonzen en suizen van zijn hart. Hij moet in haar komen. Zijn handen tasten over haar knieën, proberen haar dijen te spreiden.
Ze draait weg, schopt zacht in haar slaap.
Hij dempt haar bewegingen, leunt over haar heen, schuift zijn handen tussen haar dijen en probeert ze te spreiden.
Het gaat niet – het is net alsof ze tegenstand biedt.
Hij rolt haar op haar buik, maar ze glijdt op de grond, gaat rechtop zitten en kijkt hem met opengesperde ogen aan.
Anders vertrekt snel uit de kamer, bedenkt dat ze niet echt wakker was, dat ze zich niets zal herinneren maar zal denken dat ze heeft gedroomd.
139
Sluiers van sneeuw waaien over de snelweg voor het wegrestaurant. De ramen trillen van de voorbijrazende voertuigen. De koffie in Joona’s kopje deint van de vibraties.