Schaduwland(77)
‘Cursus?’ vraagt Damen, nog steeds met zijn armen rond de tweeling. Zijn blik schiet van mij naar Jude.
‘Ontwikkeling van paranormale gaven, niveau 1,’ licht hij toe. ‘Met een beetje extra aandacht voor magie en zelfvertrouwen. Ik denk dat we binnenkort kunnen starten. Misschien zelfs morgen al. Waarom zou ik wachten?’
Romy en Rayne kijken elkaar hoopvol aan, hun ogen stralen van enthousiasme. Maar Damen schudt zijn hoofd. ‘Nee.’
Judes relaxte uitdrukking verandert niet; het doet hem weinig. Toch probeert hij: ‘Ah, toe nou. Je hoeft er niet eens voor te betalen. Het is voor mij ook nieuw. Maar zo kan ik meteen kijken hoe het loopt en wat wel of niet werkt. Het is bovendien maar een simpele cursus voor beginners, niets ingewikkelds of zo, als je je daar zorgen om maakt.’
De twee jonge mannen kijken elkaar aan. Daar maakt Damen zich wel zorgen om, maar dat is blijkbaar niet het enige.
Nee, deze plotselinge koppigheid, deze ongewone, defensieve houding... het heeft iets met Jude te maken.
En met mij.
Met mij en Jude samen.
Als ik niet beter wist, zou ik denken dat hij jaloers is. Maar ik weet wel beter en helaas ben ik de enige van ons tweeën die last heeft van zulke trekjes.
De tweeling kijkt hem smekend aan met hun grote, donkerbruine ogen. ‘Toe nou!’ en ‘Alsjeblieft!’ roepen ze met hun hoge stemmen. En dan samen: ‘We willen die cursus echt heel, heel, heel graag volgen!’
‘Het kan ons helpen met onze magische krachten!’ voert Romy extra aan als ze lief glimlachend aan zijn hand trekt.
‘En dan zijn we ook eens buitenshuis. Dan hoeft Ever niet steeds te klagen dat jullie te weinig privacy hebben,’ valt Rayne haar bij. Zelfs als ze overtuigend probeert te zijn, weet ze me nog te beledigen.
Jude draait zijn hoofd om naar mij en trekt zijn wenkbrauwen geamuseerd omhoog. Ik wend vlug mijn blik af en houd mijn adem in tot Damen antwoord geeft. ‘We redden het zelf ook wel. Jullie moeten gewoon geduld hebben.’ Het klinkt definitief. Geen ruimte meer voor onderhandelingen.
Jude knikt en graaft zijn handen dieper in zijn zakken. ‘Maakt niet uit. Als je je nog bedenkt of gewoon een keertje wilt komen kijken, dan zijn jullie van harte welkom. Wie weet steek je er nog iets van op.’
Damens ogen knijpen zich een heel klein beetje samen, maar het is genoeg voor mij. Ik sta op. ‘Ben ik nog steeds ingeroosterd voor morgen?’
‘Ja, hoor. ’s Ochtends al.’ Zijn blik volgt me als ik rond het bureau stap en me tegen Damen aan druk met zijn arm om me heen. ‘Ik kom trouwens pas later,’ zegt hij en hij neemt plaats op de stoel die nu leeg is. ‘Dus als dat meisje...’ Hij fronst zijn wenkbrauwen en kijkt me aan.
‘Honor.’ Ik knik.
Damens mond valt open van verbazing en Jude begint te lachen. ‘Wauw, je bent echt helderziend. Nou ja, als zij binnenkomt, vertel haar maar dat we ergens volgende week beginnen met de cursus.’
Negenentwintig
‘Je vriend lijkt me erg cool.’ Jude kijkt me aan en leunt op de rand van de toonbank met een bekertje koffie in zijn hand.
‘Dat komt omdat hij cool ís.’ Ik knik en blader door het boek met afspraken. Ik heb een reservering voor twee uur, gevolgd door drie, vier en vijf uur. Gelukkig komt geen van de namen me bekend voor.
‘Dus het klopt? Hij is je vriendje?’ Hij neemt vlug een slok uit het bekertje en kijkt me over de rand aan. ‘Ik wist het niet helemaal zeker. Hij komt zo... oud over, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Met een klap is het boek dicht en ik pak mijn flesje water. Ik heb liever een slok van de onsterfelijkheidsdrank, maar sinds Roman er is, heb ik me voorgenomen er minder van te drinken in het openbaar. ‘We zitten in dezelfde klas.’ Ik haal mijn schouders op en kijk hem weer aan. ‘Dan hebben we toch ook dezelfde leeftijd?’ Ik hoop dat hij stopt met doorvragen door het op zo’n luchtige toon te zeggen.
Zo eenvoudig is het niet; Jude blijft staren en houdt uiteindelijk zijn hoofd schuin. ‘Weet ik niet. Is dat zo?’
Ik slik en kijk de andere kant op. Mijn hart bonkt in mijn keel. Heeft hij iets gemerkt aan ons? Heeft hij ons soms door?
‘Het kan toch zijn dat hij is blijven zitten...’ Hij glimlacht en zijn glinsterende, groene ogen stralen vol licht. ‘Zeg een jaartje of tig of zo?’
Ik haal mijn schouders op en laat de belediging voor wat ze is – als het al zo bedoeld is. Jude is tenslotte niet alleen mijn baas – die ervoor zorgt dat ik een baan heb en niet word lastiggevallen door Sabine – maar ook de eigenaar van het Boek der Schaduwen. En dat dikke boek heb ik heel hard nodig.
‘Waar ken je Honor eigenlijk van?’ vraag ik terwijl ik me met de sieradendisplay bemoei. Ik leg de zilveren kettinkjes met de hangers van edelstenen netter neer en verberg de prijskaartjes. Ik hoop nonchalant en onverschillig over te komen, alsof ik beleefd het gesprek voortzet en het me verder maar matig interesseert.