Reading Online Novel

Schaduwland(79)



‘Wat vond je ervan?’ vraagt hij met een oog op zijn scherm.

‘Wel leuk, hoor.’ Ik kom bij de spiegel vandaan, loop naar het bureau en ga op de rand zitten. ‘Het ging goed. Ik bedoel, er zaten wat deprimerende dingen tussen en zo, maar het is wel gaaf om eindelijk eens iemand te kunnen helpen, weet je?’ Ik zie zijn vingers zo snel over de toetsen bewegen dat mijn ogen het niet eens kunnen bijhouden. ‘Om eerlijk te zijn wist ik niet zeker of het een goed idee was. Maar volgens mij ging het wel. Eh... je hebt toch geen klachten gehad of zo, hè?’

Hij schudt zijn hoofd en knijpt zijn ogen tot spleetjes terwijl hij iets zoekt in een grote stapel papieren. ‘Heb je eraan gedacht jezelf af te schermen?’ Nu wel met een blik naar mij.

Ik haal mijn schouders op. Ik weet niet wat hij daarmee bedoelt. Het enige afschermen wat ik kan, is om ervoor te zorgen dat ik helemaal geen energievelden meer zie of dingen hoor. Als ik dat doe, kan ik geen readings geven.

‘Je moet jezelf beschermen,’ legt hij uit. Hij duwt zelfs zijn laptop opzij en ik krijg alle aandacht. ‘Zowel voor als na een reading. Heeft niemand je ooit geleerd hoe je jezelf gedeeltelijk kunt openstellen en tegelijkertijd ongewenste energie kunt blokkeren?’

Ik schud ontkennend mijn hoofd en vraag me meteen af of dat nodig is voor een onsterfelijke. Ik kan me niet voorstellen dat iemands energie zo’n enorm effect op mij heeft, maar goed, dat kan ik hem natuurlijk niet vertellen.

‘Wil je het leren?’

Ik haal een schouder op en merk dat ik aan mijn arm krab. Dan kijk ik naar de klok en vraag me af of het veel tijd kost.

‘Het duurt niet lang,’ zegt hij, mijn blik interpreterend. Hij komt al overeind van zijn stoel. ‘Het is namelijk echt belangrijk. Je moet het zien als je handen wassen – het verwijdert alle negatieve dingen die je cliënten bij zich dragen. Op die manier heeft het geen invloed op jou.’

Hij gebaart dat ik moet gaan zitten en neemt zelf de stoel naast me. Met een ernstige blik kijkt hij me aan. ‘Ik zou je door een meditatie willen leiden die je helpt je aura te versterken. Maar omdat ik jouw aura niet kan zien, weet ik niet zeker of dat nodig is.’

Ik pers mijn lippen op elkaar en sla mijn rechterbeen over mijn linker. Ik wiebel een beetje ongemakkelijk heen en weer op mijn stoel zonder een goede reactie te kunnen bedenken.

‘Je moet me maar eens laten zien hoe je je aura zo weet te verbergen. Dat wil ik ook wel leren.’

Ik slik en knik zacht, alsof ik hem dat zeker een keertje zal laten zien. Maar niet nu.

Op lage, zachte, bijna fluisterende toon zegt hij: ‘Doe nu je ogen dicht en relax. Adem diep in en uit. Stel je een werveling van pure, gouden energie voor telkens als je inademt. En zodra je uitademt is het een draaikolk van zwarte mist. Adem het positieve in en stoot het negatieve uit. Blijf dat volhouden – in en uit, in en uit – zodat je alleen de positieve energie door je heen laat stromen, door elke cel van je lichaam. Ga hiermee door tot je je weer zuiver en compleet voelt. Klaar om verder te gaan.’

Ik doe wat hij zegt. Het doet me denken aan de meditatie die Ava me heeft geleerd om me te aarden. Ik probeer op mijn ademhaling te letten en die langzaam en regelmatig te houden. Eerst voel ik me nog wat zenuwachtig, wetende dat hij naar me kijkt. Waarschijnlijk zelfs met meer aandacht en zorgvuldigheid dan wanneer ik mijn ogen open zou hebben. Maar al snel trekt het ritme van de oefening me mee. Mijn hartslag wordt rustiger, mijn hoofd leeg en ik concentreer me alleen nog maar op mijn ademhaling.

‘Als je zover bent, stel je dan een kegelvormige straal voor van het felste, witgouden licht dat je ooit gezien hebt. Het komt direct uit de hemel naar beneden, naar jou toe. Het licht groeit en verspreidt zich tot je er helemaal door omringd bent. Het dient als een schild dat alle zwakke energie en alle negatieve straling buitensluit, terwijl het jouw positieve energie beschermt en intact houdt. Zo kan niemand aan jouw energie komen en ben je veilig.’

Ik doe één oog open en kijk hem vragend aan. Nog nooit heb ik gedacht dat iemand mijn chi zou willen aftappen.

‘Vertrouw me nou maar,’ zegt hij met een handbeweging. Ik moet mijn ogen weer dichtdoen en terug naar de meditatie. ‘Stel je datzelfde, witgouden licht nu voor als een stevige muur, een vesting. Terwijl alle duisternis wordt tegengehouden, zit jij veilig binnen.’

Ik volg zijn aanwijzingen. In gedachten zie ik mezelf op die stoel zitten, met een kegelvormige lichtstraal die van bovenaf op me schijnt. Het licht valt over mijn haar, mijn shirt, mijn spijkerbroek en helemaal tot aan mijn teenslippers. Om me heen hangt een wolk van wit licht die alle positieve dingen insluit en alle negatieve dingen buiten houdt – precies zoals Jude zegt.