Schaduwland(59)
Fan-tas-tisch. Ik kom met tegenzin overeind. Wat fijn – een klant. Ik roep alvast: ‘Kan ik u helpen?’ voor ik de hoek om ben en zie dat ik tegen Honor praat.
Zodra ze mij herkent, hapt ze naar lucht en haar mond valt open. Haar ogen worden groot en ze lijkt wel... bang? Zo staren we elkaar een tijdje sprakeloos aan, geen idee wat we nu moeten doen.
‘Eh... kan ik iets voor je doen?’ Ik klink zelfverzekerder dan ik me voel, alsof ik hier de baas ben. Mijn oog valt op haar lange, donkere haar en de nieuwe koperkleurige plukken die glanzen in het licht. Ik heb haar nog nooit ergens in haar eentje gezien, realiseer ik me. Ik ben haar nooit tegengekomen zonder Stacia of Craig aan haar zijde.
Dan denk ik aan het boek dat ik open heb laten liggen op het bureau. Het wacht op me en ik wil zo snel mogelijk terug, dus het zou fijn zijn als ik Honor vlug kan helpen.
‘Misschien heb ik me vergist.’ Ze trekt haar schouders naar achteren en draait rondjes met de zilveren ring aan haar vinger terwijl haar wangen rood kleuren. ‘Ik geloof dat ik...’ Ze slikt en kijkt achterom naar de deur. Dan maakt ze een nerveus gebaar en stamelt: ‘Ik heb me waarschijnlijk vergist, dus... dan... ga ik maar weer.’
Ik zie haar omdraaien en haar aura gloeit in een aarzelende, grijze tint. Ik voel hier weinig voor en wil niets liever dan terug naar het boek dat misschien mijn leven kan veranderen en al mijn problemen kan oplossen. Toch zeg ik: ‘Het is geen vergissing.’ Ze blijft staan met haar armen langs haar zij, een klein en tenger meisje nu haar brutale, overheersende vriendin er niet bij is. ‘Echt,’ ga ik verder. ‘Het was de bedoeling dat je hier kwam. En wie weet, misschien kan ik je zelfs helpen.’
Ze haalt diep adem en wacht zo lang dat ik haar bijna voor ben met iets zeggen. ‘Het gaat om een jongen.’ Ze plukt aan de rand van haar korte broek en kijkt dan naar mij.
‘Jude.’ Ik voel het antwoord aan zonder dat ik haar hoef aan te raken of haar gedachten lees. Zodra onze blikken elkaar kruisen weet ik het gewoon.
‘Ja. Eh... ik denk het. Ik bedoel...’ Ze schudt haar hoofd en begint opnieuw. ‘Ik vroeg me gewoon af of hij er vandaag ook is. Hij gaf me dit.’ Ze haalt een verfrommeld papiertje tevoorschijn uit haar broekzak en strijkt het glad op de glasplaat van de toonbank. Dan kijkt ze me weer aan.
‘Hij is er niet,’ mompel ik als ik mijn ogen laat glijden over een flyer die de nieuwe cursus Ontwikkeling van paranormale gaven, niveau 1 aankondigt. Hij laat er ook geen gras over groeien. ‘Wil je een bericht voor hem achterlaten? Of kan ik je vast inschrijven?’ Ik blijf haar aankijken. Zo nerveus en verlegen heb ik haar nooit eerder meegemaakt – spelend met de ring om haar vinger, haar ogen die heen en weer schieten, de trillende knieën. En dat allemaal vanwege mij.
Ze haalt haar schouders op en staart omlaag alsof ze de sieraden onder het glas bewondert. ‘Nee, eh... zeg maar niets. Ik kom wel een andere keer terug.’ Weer haalt ze diep adem en ze recht haar rug. Ze doet haar best haar gebruikelijke afkeer van mij te tonen, maar het mislukt.
Ergens wil ik haar geruststellen, kalmeren en haar vertellen dat ze zich helemaal niet zo hoeft te gedragen – maar ik zeg niets. Ik wacht tot ze weggaat en de deur achter haar dichtvalt voor ik terugkeer naar het kamertje met het magische boek.
Tweeëntwintig
‘Hoe was je eerste dag?’
Ik laat me op de bank vallen, schop mijn schoenen uit en leg mijn voeten op de rand van de houten koffietafel. Dan sluit ik mijn ogen en slaak een diepe, dramatische zucht. ‘Een stuk minder vervelend dan je zou denken.’
Damen lacht en laat zich naast me op de bank ploffen. Hij veegt een pluk haar uit mijn gezicht. ‘Vanwaar dan dat gepuf en gesteun en gezucht?’
Ik haal mijn schouders op en kruip dieper weg in de bank. Ik zak zo diep mogelijk in de zachte, goed gevulde kussens, nog steeds met mijn ogen dicht. ‘Ik weet het niet. Misschien heeft het iets te maken met het boek dat ik gevonden heb. Sindsdien voel ik me zo... in de war. Aan de andere kant kan het ook komen door het onverwachte bezoekje van...’
‘Zo, heb je een boek gelezen?’ Zijn lippen glijden zachtjes over mijn nek en mijn lichaam staat in vuur en vlam. ‘Op de gebruikelijke manier?’
Ik kruip dichter naar hem toe, haak mijn been over zijn schoot en leun tegen hem aan. Het is zo’n heerlijk gevoel om zijn huid tegen de mijne te voelen – bijna dan. ‘Geloof me, ik heb het eerst geprobeerd op de makkelijke manier door het boek via een handoplegging in me op te nemen. Maar dat ging niet. Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen... het was een heel vreemde ervaring.’ Ik kijk naar hem op en wil dat hij mijn blik beantwoordt, maar hij houdt zijn ogen dicht en zijn gezicht verborgen in mijn haar. ‘Het leek wel... alsof de kennis in het boek te krachtig was om op die manier te lezen, weet je? Ik kreeg er ook een hevige, elektrische schok van – mijn botten kraakten zelfs. Natuurlijk maakte dat me alleen nog nieuwsgieriger, daarom wilde ik het op de gewone manier lezen. Niet dat dat hielp.’