Prinses Daisy(11)
'Dat hebben ze nog nooit gezien.'
'Aha!' Ze huiverde van de sobere eenvoud van het compliment. 'Ja, ik ga mee.'
Ze reden terug in de richting van Deauville en sloegen even buiten Trouville een zijweg in, die overging in een landweg die door een uitgestrekte oude appelboomgaard kronkelde, tot hij voor een hek in een muur van onregelmatige stenen ophield. Op het geluid van de toeter kwam er snel een man aanlopen, die het hek openmaakte zodat ze door konden rijden. Op de binnenplaats stonden een degelijk gebouwde stenen boerenwoning en een stuk of wat bijgebouwen.
'Hier woont mijn bedrijfsleider, Jean, met zijn gezin,' zei Valensky. 'De staljongens wonen in het dorp en komen hier 's morgens met de fiets.'
Hij nam Francesca bij de arm en leidde haar naar de stallen die een eindje van de boerenwoning af stonden. Op het geluid van hun voetstappen begonnen een paar pony's onmiddellijk te hinniken en in hun boxen te stommelen.
'Ze hebben ook niet veel om naar te kijken, de arme dieren,' zei Valensky lachend. 'Ik ben hun nachtvoorstelling.' Hij liep langzaam van de ene box naar de andere en bleef bij iedere pony staan, om aan Francesca te zeggen hoe hij heette en iets over zijn eigenaardigheden te vertellen, terwijl hij met een snelle, scherpe blik de gezondheid en geestelijke staat van elk dier in zich opnam.
'Tiger Moth hier graast deze week buiten. Hij heeft een snee in zijn mond — niets ernstigs, maar ik wil niet met hem rijden voordat het helemaal is genezen. Gloster Gladiator heeft de gekke gewoonte om zijn bed op te eten, zodat ik het stro heb laten vervangen door turfmolm. Goed; Bristol Beaufighter slaapt. Hij heeft een zware middag achter de rug.'
'Bristol Beaufighter, Gloster Gladiator?'
'Ja, dat zijn ook rare namen voor paarden. Het zijn eigenlijk de namen van vliegtuigen . . . geweldige vliegtuigen. Dat vertel ik je later nog wel eens.'
'Vertel het me nu,' verzocht ze, zonder dat het haar echt iets kon schelen. Ze had alleen zijn achteloze zinnetje 'Dat vertel ik je later nog wel eens,' gehoord.
'De Tiger Moth was een oefenvliegtuig... de Havilland. De Gladiator was een gevechtsvliegtuig, de Bristol een nachtgevechts — ... er waren er een heleboel die nu zijn vergeten, tenzij je er zelf mee hebt gevlogen. Dan vergeet je het nooit meer.'
Zijn stem stierf weg toen hij zag dat ze niet luisterde. Het maanlicht op haar avondjapon veranderde haar in een wit marmeren beeld.
'Kom,' zei hij met tegenzin, 'ik moetje terugbrengen. Het galabal is nog niet afgelopen en we kunnen binnen een kwartier in het Casino zijn.'
'Het Casino? Geen sprake van. Ik wil meer over de Tiger Moth horen.'
'Dat wil je niet.'
'Dat wil ik wel.' Francesca kwam bij een lege box, waarin dekens en tuigen waren opgeslagen en ging op een schone baal stro zitten, die tegen een muur stond. Ze legde haar hoofd achterover tegen de muur en liet haar stola achteloos van haar schouders vallen; ze wist precies welk effect de belofte van dit gebaar op hem had. Hij zag onmiddellijk dat ze het niet deed om te koketteren of te plagen. De blik die ze hem toewierp was zo diep, dat haar hele vurige aard er in lag, die ze hem met geraffineerde overtuiging aanbood. Valensky was met één stap achter haar, sloeg zijn arm om haar middel en draaide haar naar zich toe. Hij fluisterde in haar oor: 'De Tiger Moth was een belangrijk oefenvliegtuig voor de RAF.'
'Belangrijk .. .' zei Francesca ademloos.
'Heel erg belangrijk . . .' Valensky kuste de gebogen lijn van haar kaak, bij haar oor, zachtjes zijn mond verschuivend tot hun lippen elkaar vonden. Op dat ogenblik veranderde er voorgoed iets in hen beiden. Zij waren een onzichtbare barrière overgestoken en ontdekten dat ze stevig aan de overkant van hun leven waren neergeplant. Zij wisten vrijwel niets van elkaar, maar ze hadden alle vragen, verzekeringen of voorwaarden vooraf reeds achter zich gelaten. Het was alsof zij, twee afzonderlijke wezens, door bij elkaar te komen een derde, hele nieuwe eenheid vormden, die nu nooit meer tot de twee oorspronkelijke vormen terug kon worden herleid.
Francesca trok zich van zijn lippen terug en speldde met beide opgestoken handen haar wrong los, zodat al haar donkere haar over haar schouders viel. Ze schudde het ongeduldig los en zag toen, recht in zijn ogen kijkend, kans handig haar bovenlijfje en haar wijde rokken los te maken en zo haastig opzij te gooien, alsof het hobbezakken waren. Roekeloos stapte ze uit de wolken chiffon waarin ze was gehuld, om in niets anders dan haar luisterrijke vlees tevoorschijn te komen en ging spiernaakt op een stapel paardendekens liggen, zachtjes lachend naar Stash kijkend, die tijdelijk verbijsterd en overrompeld, zich van zijn smokingjasje ontdeed. Even later was hij net zo naakt als zij. Hij verlustigde zich aan haar aan hem overgeleverde lichaam met een dwingende aan kannibalisme grenzende kracht die hij in jaren niet had gekend. Dit schepsel van rozen en parels was als bij toverslag veranderd in een veeleisende sterveling die hem in hongerige hese toonaarden smeekte haar zo vlug mogelijk te nemen. Ze wilde hem op geen enkel punt laten talmen; overwegingen van haar eigen genot smolten weg voor haar vurige verlangen hem diep en vol in zich te voelen, hem te bezitten. Toen hij haar besteeg en zij zich voor hem opende, een koningin die vreugdevol al haar schatten verkwist, was het een oergebeuren. Toen hij zich in zijn climax ontlaadde, keek Francesca in het maanlicht naar zijn gezicht, met stijf gesloten ogen in een uitdrukking van intense concentratie. Een foltering bijna die zijn trekken doorploegde, en zij glimlachte op een manier, waarop zij nog nooit had geglimlacht. Na afloop lagen ze onder de paardendekens dicht tegen elkaar aan, en hun lichamen straalden een zegevierende warmte uit. Ze konden elkaar nu vol tederheid aanraken, elkaar verkennen in plaats van plunderen, en elkaar liefkozen in plaats van verslinden. Weer vrijden ze, maar nu wilde Stash het tempo niet door Francesca laten bepalen, maar bracht hij haar met de grootste vaardigheid tot zo'n alles doordringend orgasme, dat het haar beangstigde. Nadat ze een poosje hadden geslapen werden ze wakker, en zagen de verandering van het licht; de onmiskenbare tekenen van het naderende ochtendgloren in dat kleine stukje lucht, dat ze uit hun hoekje van de paardenbox konden zien.