Outside in(20)
‘Nou en? Stel een andere aan.’
Ik glimlachte. ‘Net zo makkelijk?’
‘Waarom niet? Het kan toch niet moeilijker zijn dan de Trava’s uitschakelen? Of zijn jullie soms bang?’
Mijn glimlach stierf weg. ‘Ik ben voor niemand bang.’
‘Daar twijfel ik niet aan, jongedame, maar ik had het niet speciaal over jou.’
‘Wat bedoel je dan –’
Ze priemde met haar vinger naar een container die half verborgen stond achter de wasmachines. ‘Daar vind je schone kleren. Ze zijn te klein voor de meeste andere sloven.’ Ze nam een lading wasgoed in haar armen en stopte die in de machine. Einde gesprek.
Ik zocht tussen de uniformen en de truien en vond een paar shirts en een broek die normaal gesproken werden gedragen door de keukensloven. Ik propte het bundeltje kleren onder mijn arm. De dichtstbijzijnde doucheruimte was in Sector E1, waarin ook de barakken waren, net als in Sector D1 en F1. Boven de lange rijen britsen, steeds drie boven elkaar, brandde blauw licht.
In de barakken was het wel druk. Er hingen een heleboel sloven rond. Sommigen zaten in groepjes bij elkaar, anderen sliepen ondanks de herrie en weer anderen waren aan het kaarten. Het was er overvol, en de stank van al die mensen bedwelmde me bijna. Snel ging ik naar de doucheruimte om me te verkleden, maar toen ik me terug haastte door de barakken, op weg naar buiten, zag ik een aantal DVB-agenten op patrouille.
Het voelde als een klap in mijn gezicht. Wat deden die lui hier? De andere sloven waren ook niet erg blij met hun aanwezigheid. Ze maakten hatelijke opmerkingen en begonnen de DVB-agenten te bespotten en te treiteren.
Het was afschuwelijk. Ik vroeg me af of Anne-Jade wist wat er hier beneden allemaal gebeurde. Of vermeed ze de onderste niveaus, net als ik? Ik was al in geen weken op niveau één of twee geweest. Ik had ook weinig reden om er te komen.
Helemaal misselijk bleef ik in de gang even staan om de frisse lucht in te ademen en te wachten tot mijn hartslag weer min of meer normaal was. Instinctief zette ik me schrap voor een volgende aanslag op mijn zintuigen toen ik de barakken in Sector D1 binnen ging. Dat was altijd de plek geweest waar Jacy zijn hoofdkwartier had gehad.
Het was er niet zo erg als in E1. Er waren minder mensen en minder DVB-agenten. Ook leek de stemming niet zo gespannen.
En ja hoor, daar zat Jacy met een paar van zijn aanhangers op een kluitje. Toen ik aan kwam lopen, viel het groepje uiteen.
‘Hallo, Trella,’ zei Jacy, maar zijn toon was niet bepaald hartelijk. ‘Wat is er zo dringend?’
‘Hoezo? Waarom zou er iets dringends zijn?’
‘Als jij je hier onder de sloven begeeft, moet er iets belangrijks aan de hand zijn.’
Ik negeerde zijn sarcastische opmerking. ‘Heb je bij de Commissie gemeld wat er hier beneden gaande is?’
‘Wat is er dan gaande?’ vroeg hij, zogenaamd onschuldig.
‘De hopen afval in de recyclingcentrale, de bergen vieze was. Niemand die zijn werk doet.’
‘Natuurlijk heb ik dat gemeld.’
‘En?’
‘En niets. Het heeft geen prioriteit. De Commissie denkt dat iedereen meteen weer aan het werk gaat als de extra niveaus eenmaal af zijn en de sloven meer ruimte krijgen.’ Zijn spottende toon gaf aan dat hij er anders over dacht.
‘Gaat het er bij alle systemen zo aan toe?’
‘Behalve bij onderhoud en beveiliging, daar zijn ze druk bezig en heel productief. Hoezo? Kan het je nu opeens wel iets schelen?’
Ik vlocht mijn vingers in elkaar om te voorkomen dat ik Jacy een knal voor zijn kop zou verkopen. ‘Goed, vertel het maar. Wat wil je dat ik doe?’
Verrast keek hij me aan. ‘Eerlijk?’
‘Altijd.’
‘Ontbind de Commissie. Geef een paar mensen de leiding.’
Ik lachte. ‘Is dat alles? En ik dacht nog wel dat je met iets moeilijks zou komen.’
‘Je vroeg het me.’ Zijn uitdrukking was onpeilbaar.
‘Ik heb de macht niet om leiders aan te stellen, ik ben maar een –’
‘Sloof?’
‘Nee. Een burger van Binnen. Ik heb mijn aandeel geleverd. Nu moeten andere mensen naar voren komen om een beter systeem op te zetten. Ik heb werkelijk geen flauw idee hoe je een maatschappij inricht.’
‘Aha.’ Jacy leunde tegen een brits. ‘En je bent hier omdat…’
‘Omdat ik je moet spreken.’
‘Zeg het maar.’
Ik keek om me heen. Er waren te veel mensen in de buurt die ons gesprek nogal interessant leken te vinden. ‘Onder vier ogen.’
Hij fronste geërgerd zijn wenkbrauwen en knipte toen even met zijn vingers naar zijn mannen. Meteen gingen ze een eind verderop staan. Indrukwekkend.
‘Zo beter?’
‘Ja.’ Maar ik aarzelde. Zijn onvriendelijke houding zat me dwars. Hij gedroeg zich net als voor de opstand – alsof we vijanden waren. Maar hij was een belangrijk lid geweest van de Ploeg van Schapen. Hij had ons enorm geholpen en zijn waarde dubbel en dwars bewezen. Ik onderdrukte mijn twijfels en vroeg hem of hij wel eens had gehoord van iemand die een expert was in explosies.