Reading Online Novel

Outside in(15)



‘Maar als ik gewoon de goeie ouwe Trella ben, moet ik weg?’

‘Nee, dan mag je nog steeds blijven. Als mijn stagiair.’

‘Ik wil je stagiair niet zijn. Of je dochter.’ Terwijl ik me langs haar wurmde, zette ik me schrap voor de prik van de naald. Was ze werkelijk zo diep gezonken dat ze me ging verdoven om mijn bloed te testen? Nog niet, kennelijk. Ongedeerd haastte ik me naar mijn kamer. Eenmaal daar bleef ik staan. Ik had mijn hanger, mijn oorbel en mijn microfoon. Behalve mijn gereedschapsriem en mijn mocassins had ik verder niets nodig.

Ik trok mijn strakke buizenuniform weer aan, gespte mijn riem om, knoopte mijn mocassins aan elkaar, klom omhoog naar de ventilatieschacht, opende het rooster en kroop de buis in. Ik was niet van plan Lamont nog een keer de kans te geven om me zo in de hoek te drijven. Nadat ik het rooster weer had teruggeplaatst volgde ik de vertrouwde bochten van de schacht, ondertussen bedenkend waar ik heen zou gaan.

Het vertrek bij de verlaten controleruimte in Kwadraat C1 stond nog leeg. Domotor had zich daar schuilgehouden tijdens de opstand, maar het was vlak naast de energiecentrale en vanwege de hitte en de viezigheid was het geen ideale verblijfplaats. Het appartementje had echter wel een kleine keuken en badkamer.

Ondanks de betere faciliteiten van Domotors schuilplek ging ik op weg naar de voorraadkamer op niveau vier. De plek waar ik Riley voor het eerst had ontmoet. Daar stond een comfortabele bank – meer had ik niet nodig. Eten kon ik wel in de eetzaal van de oppers in Kwadraat G3, en ik kon de douches van de sloven gebruiken op niveau twee. Net als vroeger. Maar dan zonder de continue angst, en dat was een pluspunt.

Net als vroeger moest ik de ventilatieschachten gebruiken om de voorraadkamer te bereiken. Omdat de kamer zich diep in Sector D4 bevond, kon ik niet via de gangen. Ik wilde dat niemand van het bestaan van die kamer wist, op een paar mensen na. En in Sector D4 werd voortdurend gepatrouilleerd door de DVB om de Trava’s die opgesloten zaten in hun vertrekken te bewaken.

Toen ik de kamer bereikte, gluurde ik door het rooster. Het blauwe licht was aan, en ik zag geen tekenen van recente activiteit. Ik opende het rooster, zwaaide mezelf omlaag en liet me op de bank vallen. Stof wolkte op, en ik niesde. Het daglicht floepte aan, in respons op mijn beweging. Riley had de bewegingssensor niet uitgeschakeld, en ik vroeg me af of hij mijn aankomst daar zou opmerken.

Aan de laag stof op het meubilair kon ik zien dat Riley er niet meer was geweest sinds de opstand. Weer probeerde ik hem te bereiken met mijn microfoontje. Geen antwoord. Misschien was hij nog kwaad op me.

Ik maakte de kamer zo goed mogelijk schoon. Toen ik echt niet meer kon, schakelde ik het blauwe licht weer in, gooide mijn gereedschapsriem in een hoek, krulde me op op de bank en viel in slaap.



Ik werd wakker van het daglicht dat plotseling aanging. Een paar seconden keek ik verward om me heen, tot ik weer wist waar ik was. Volgens de klok was het uur vijfentwintig van week 147.021. Riley stond tegen de deurpost geleund, maar zijn houding was niet bepaald ontspannen. Zijn zwarte haar hing in zijn ogen, waardoor ik zijn gezicht nauwelijks kon zien.

Ik ging zitten en trok mijn knieën op, om ruimte voor hem te maken.

Hij verroerde zich niet. ‘Wat doe jij hier?’

‘Lamont heeft me eruit gezet. Het was dit, de buizen of de barakken.’

‘Mijn vader en ik hebben een bank.’ Zijn vlakke toon verraadde geen enkele emotie.

Ik voelde dat ik me op glad staal bevond. Eén verkeerd woord en ik zou onderuitgaan. ‘Ik had begrepen dat je broer die had opgeëist.’

‘Blake is vorige week terug verhuisd naar de barakken. Hij kon niet tegen de stilte.’

Dat klonk logisch. Als je opgroeide op de onderste niveaus raakte je gewend aan de chronische herrie die de andere sloven maakten. De meeste sloven vonden dat geluid geruststellend. Mij had dat lawaai juist enorm op mijn zenuwen gewerkt en me de buizen in gedreven, op zoek naar privacy en afstand van al die drukte.

‘Ik heb een paar keer geprobeerd je te bereiken,’ zei ik, om me te verdedigen.

‘Dat weet ik.’

Ai. ‘Riley, het spijt me dat ik kwaad werd. Ik zal mijn volgende dienst overslaan, zodat we wat tijd samen hebben.’

Zijn spieren ontspanden zich een klein beetje. Dat was al iets beter.

‘Waarom heeft dokter Lamont je eruit gezet?’ vroeg hij.

‘Ze stelde me een ultimatum.’ Ik vertelde hem over onze ruzie.

Ondertussen kwam hij wat dichter naar me toe. ‘Het verbaast me dat ze je niet al eerder heeft weggestuurd.’

‘Hoezo?’

‘Je doet continu zo hatelijk mogelijk tegen haar. En ik denk dat je daar alleen maar bent gebleven om haar in te wrijven wat ze allemaal fout heeft gedaan tijdens de opstand. Waarschijnlijk voelde ze zich schuldig en heeft ze het daarom nog zo lang met je uitgehouden.’