Outside in(102)

‘Ik wil bommen die wel afleiden, maar geen mensen verwonden of apparatuur beschadigen. Zoiets als een stungun, maar dan met een groter bereik. Jullie hebben ongeveer vijf uur de tijd.’

‘Eén per uur is haalbaar.’

‘Als je klaar bent, breng de bommen dan naar Kwadraat A1, dan zal iemand je vertellen wat je ermee moet doen.’

‘Wat ben je van plan?’ vroeg Lotus.

Dat wist ik nog niet precies, maar het zou niet goed zijn voor het moreel als ik dat zou toegeven. ‘Een gecoördineerde aanval van alle kanten.’

‘En de luchtcentrale?’ vroeg Domotor. ‘Als we ons verzetten, verspreiden de Outsiders gifgas.’

‘We kunnen de tanks met gifgas loskoppelen,’ zei James Trava.

‘Wat doe hij hier eigenlijk?’ vroeg Domotor mij. ‘De Trava’s werken sámen met de Outsiders.’

James gaf antwoord voordat ik de kans kreeg. ‘Ik ben een Insider. Ik wil niet dat ze ons schip overnemen. Sommige Trava’s helpen hen inderdaad, maar de anderen worden gewoon in de transportschepen geladen, net als de rest.’

‘Trella, je gaat hem toch niet vertrouwen?’ vroeg Domotor.

Jacy en Riley hadden hem vertrouwd. Dat was voor mij goed genoeg. ‘Weet je waar die gastanks zijn en hoe je ze moet loskoppelen?’ vroeg ik de kapitein.

‘Ja. Maar ik heb wel een paar helpers nodig.’

Zonder aarzeling boden Wera en Cain zich aan. Met zijn drieën haastten ze zich weg.

Om effectief te zijn hadden we meer Insiders nodig. En de meesten zouden ons niet geloven, tenzij… tenzij ze het met hun eigen ogen konden zien! ‘Domotor, kun jij zorgen voor een functionerende computer die niet is besmet door de Outsiders?’

‘Ja, met de juiste onderdelen,’ zei hij nors, nog steeds ontstemd.

Ik wendde me tot Emek en Rat. ‘Kunnen jullie Domotor brengen wat hij nodig heeft?’

‘Ja,’ zei Emek.

‘Jacob, kun jij elektriciteit voor de computer regelen?’

‘Als er maar stroom is, ergens in de buurt,’ zei hij.

‘Waar wil je dat we – Kwadraat A1, zeker?’ vroeg Domotor. Met zijn lange vingers streek hij over zijn kin.

‘Klopt. Dat wordt ons hoofdkwartier.’ Toen kreeg ik nog een inval. ‘Kun je de monitor groter maken? Zodat een heleboel Insiders hem tegelijk kunnen zien?’

‘We hebben een projector,’ zei Emek.

‘Een projector?’ vroeg ik.

‘Dat is oude technologie. Dat werkt met licht en lenzen.’ Toen hij besefte dat we hem niet begrepen, zei hij: ‘Het komt erop neer dat een projector een klein plaatje groot kan maken. En dat kun je dan op een wand vertonen.’

‘Ik zal er eens naar kijken,’ zei Domotor. ‘Het kan handig zijn.’

Ze vertrokken. Emek duwde Domotors rolstoel, Rat schreef op een notitiebord wat hij allemaal nodig had en Jacob noemde nog wat zaken op.

Nu waren alleen Sloan, Takia, Hana en Lamont nog over. Ze wachtten op hun opdracht. Ik drukte mijn twijfels de kop in. Dit was geen moment voor onzekerheid.

‘Takia en Hana, jullie moeten je laten evacueren, samen met de anderen.’

De vrouwen schrokken en waren er duidelijk niet blij mee tot ik uitlegde waarom. ‘Ik moet iedereen opsporen voor de Outsiders, dus als jullie je kunnen verbergen in een van de kamers in Sector F4, zou dat perfect zijn.’

Ze stemden toe en vertrokken om hun positie in te nemen.

Ik haalde diep adem. Nu waren Sloan en Lamont nog over. Omdat ik die commandoband nog om had, had ik een admiraal nodig om de hele operatie te coördineren. Wie kon ik vertrouwen? Mijn moeder, die ons tijdens de laatste opstand had verraden? Of de man die de rellen had uitgelokt en me geslagen had?

Ik besloot dat ik ze allebei nodig had, en begon bij Sloan. ‘Ik wil graag dat jij mensen rekruteert. Je moet ze naar Kwadraat A1 brengen en ze ervan overtuigen dat de Outsiders onze vijand zijn. En daarna heb ik je nodig om de troepen aan te voeren, naar niveau vijf.’

Hij lachte. ‘En dan trek ik mijn speciale metalen pakje aan zodat ik onoverwinnelijk ben. Zie je? Ik kan ook lachwekkend zijn.’

Ik staarde hem aan, totdat hij zijn voorhoofd fronste.

‘Waarom ben je hier, Sloan?’

‘Uit schuldgevoel. Ik had Jacy moeten beschermen, maar de Outsiders hebben hem te pakken gekregen.’

‘Als je die teams aanvoert, kun je hem redden,’ zei ik.

‘Weet je het zeker?’

‘Ja.’

‘Ik weet niet hoe ik iedereen moet overtuigen, over de Outsiders.’

‘Als Domotor en Emek die computer en projector aan de praat krijgen, hoef jíj dat niet te doen.’

Sloan rechtte zijn schouders. ‘We moeten de boel wel coördineren. Heb je microfoons?’

‘Nee. Die van mij zijn al een tijd kapot.’