Outside in(106)
‘Zit die band nog om je nek dan?’ vroeg Riley.
‘Maak je geen zorgen.’ Ik liet hem de metalen X zien. ‘Die zit er niet lang meer. Hoewel…’ Ik raakte het gladde oppervlak aan. ‘Misschien moet ik maar even wachten tot we ons schip terug hebben.’
‘Misschien neutraliseert hij ook de klap van een stungun,’ zei Bubba Boom. Hij sleepte Hank naar een lege cel en deed het traliehek naar het cellenblok weer op slot.
‘Hoe komen we naar niveau één?’ vroeg ik Bubba Boom.
‘Met de lift. Op dit niveau wordt hij niet bewaakt, alleen op de andere vier niveaus,’ zei hij.
‘En wat gebeurt er als de liftdeuren opengaan op niveau één?’ vroeg Riley.
Bubba Boom gaf Riley een van de stunguns die hij van de bewakers had afgepakt. De andere bood hij aan Logan aan.
‘Nee, dank je,’ zei Logan. ‘Dat is niet zo mijn ding.’
Terwijl we afdaalden naar Kwadraat A1 vroeg ik Bubba Boom wat Hanks opmerking te betekenen had gehad.
‘Ja, hij is mijn vader,’ zei hij. ‘Hank heeft zijn vier kinderen altijd gevolgd en ervoor gezorgd dat we allemaal werden aangesteld als onderhoudssloven. Ik wist het niet, totdat dit allemaal begon.’ Hij keek me aan met een droevige blik in zijn ogen. ‘Ik heb ook ontdekt dat Cogon mijn halfbroer was. Cog geloofde in de Controllers, maar hij zou nooit zo lang in hun leugens zijn blijven geloven als ik.’
‘Door ons te helpen heb je je fouten goedgemaakt,’ zei ik, en ik hoopte maar dat hetzelfde voor mij zou gelden als alles achter de rug was.
De bewakers buiten de lift op niveau één bleken al te zijn uitgeschakeld. In Kwadraat A1 krioelde het van de mensen. Ze zaten in groepjes bij elkaar. Wantrouwig, onrustig en op hun hoede keken ze naar alle activiteiten waarvan Domotor het middelpunt was. Het ontevreden gemompel nam toe toen ze zagen dat ik binnen was gekomen.
Riley ging op zoek naar zijn broer en vader, en Logan sprintte naar Domotor. Hij begreep onmiddellijk wat ze probeerden te doen en nam meteen de leiding.
‘Hoelang nog?’ vroeg ik.
‘Geef me even een paar minuten om orde op zaken te stellen, dan kan ik je een schatting geven,’ zei Logan.
Sloan kwam meteen op me af. ‘Waar is Jacy?’
‘Het spijt me dat we hem niet konden redden. Hij draagt…’ Hoe moest ik het uitleggen? Bijna niemand wist wat een commandoband was. ‘Hij draagt een zender die we niet kunnen verwijderen zonder hem pijn te doen.’
Hij fronste zijn voorhoofd en priemde met zijn vinger naar Bubba Boom. ‘Maar hém kon je wel meenemen?’
‘Zonder hem had ik Logan en Riley niet kunnen bevrijden,’ zei ik.
‘En hoe weet je dat zij geen zenders hebben?’ vroeg Sloan.
‘Er zijn er maar een paar die een zender hebben,’ zei Bubba Boom.
‘En je vertrouwt hem?’ vroeg Sloan aan mij.
‘Ze heeft haar leven voor me gewaagd,’ zei Bubba Boom, naar de schroeiplek in mijn shirt wijzend. Toen wendde hij zich tot mij. ‘Waarom heb je dat eigenlijk gedaan? Je wist niet dat die zapper niet zou werken.’
‘Je hebt mij gered bij die brand. Nu staan we quitte,’ zei ik.
‘Nee. Jij aarzelde niet. Je hebt er niet eens bij nagedacht.’
Hij had gelijk. ‘Zoals ik mijn moeder een tijdje terug al heb gezegd, dat is nou eenmaal wat ik doe,’ zei ik.
Sloan knipte met zijn vingers. ‘Bijna vergeten. De dokter probeert je te bereiken.’
Ik haalde mijn ontvanger en microfoon tevoorschijn en barstte in lachen uit. Die zwartgeblakerde, half gesmolten apparaatjes zouden nooit meer werken.
‘Wat is daarmee gebeurd?’ vroeg Sloan. Verbaasd keek hij naar de vernielde apparaten.
‘Gezapt. Heb je er nog meer?’
Hij staarde me even aan. ‘Niet als je ze steeds kapot maakt.’ Maar hij groef in zijn zak en gaf me nog twee setjes. ‘Ook een voor Riley.’
Ik stopte de ontvanger in mijn oorlel, speldde de microfoon op en riep mijn moeder op. Tot mijn opluchting gaf ze meteen antwoord, maar ze bleef professioneel en meldde dat ze in positie was en zou wachten op ons signaal.
Logan schatte dat hij een kwartier nodig had om de computer aan de praat te krijgen. Het was week 147.027, uur 28. Tijd voor mijn speech.
Ik ging op een tafel staan, terwijl Sloan hard en schel floot om ieders aandacht te krijgen. Het geroezemoes verstomde, en de aanwezigen draaiden zich naar me toe, met uiteenlopende uitdrukkingen op hun gezicht – maar de meesten niet blij. Ik zocht oogcontact met het kleine groepje glimlachende gezichten en putte moed uit Riley en zijn familie.
‘Bedankt dat jullie naar me willen luisteren. Het is heel belangrijk dat sloven en oppers nu samenwerken. Maar eerst wil ik mijn excuses aanbieden omdat ik jullie leven overhoop heb gegooid en jullie daarna in de steek heb gelaten. Omdat ik een Commissie belangrijke beslissingen heb laten nemen zonder jullie inspraak. Omdat ik jullie geloof in de Controllers en een leven Buiten niet serieus heb genomen.