Onbewaakt ogenblik(59)
‘Dat is toch niet zo ongewoon voor een ex-militair? Bij de meeste politiediensten lopen een heleboel van dat soort mensen rond.’
‘Met Bob was het een beetje ziekelijk. Hij was echt zo iemand die het grondwettelijke recht om wapens te dragen als de basis van alle vrijheid en democratie beschouwde.’
‘Was hij tijdens de aanslag in het hotel?’
‘Ja. Soms ging hij met het voorbereidingsteam alvast naar de volgende stad, maar hij besloot deze keer in Bowlington te blijven. Ik weet eigenlijk niet waarom. Er was daar niets van enig belang te vinden.’
‘Ik heb Sidney Morse op de videobeelden gezien. Hij stond vlak naast Ritter.’
‘Hij stond altijd vlak naast Ritter. Ritter had de slechte gewoonte om de tijd te vergeten en Morse hield strak de hand aan het schema.’
‘Ik heb gehoord dat het een heel dynamische man was.’
‘Inderdaad. Toen de campagne van start ging, fungeerde Ritters chef-staf, een zekere Doug Denby, feitelijk ook als campagneleider. Toen de campagne steeds meer vaart kreeg, had Ritter een fulltime campagneleider nodig, een ervaren kracht, en Morse was precies wat hij nodig had. Toen Morse erbij kwam, kreeg de hele campagne ineens veel meer energie. Het was een dikke man die altijd druk in de weer was. Heel zwierig en theatraal. Hij at voortdurend Mars-repen en intussen liep hij dan druk te commanderen, bewerkte hij de pers en wist hij zijn kandidaat overal in de schijnwerpers te plaatsen. Ik denk niet dat hij ooit sliep. In zijn aanwezigheid speelde Denby altijd tweede viool. God, ik denk dat hij zelfs Ritter wist te intimideren.’
‘Konden Morse en Bob Scott goed met elkaar overweg?’
‘Ze waren het niet altijd met elkaar eens, maar dat was niet erg. Zoals ik al zei, Bob was in een vervelende echtscheidingsprocedure verwikkeld en Morse had een jongere broer – Peter heette die, geloof ik – die ook op de een of andere manier in de problemen zat, en daar maakte hij zich ook behoorlijk druk over. Dus ze hadden in elk geval iets gemeen. Ze konden best goed met elkaar opschieten. Maar Morse en Doug Denby, die konden echt niet samen door één deur. Doug was degene die zich echt om de standpunten bekommerde. Hij was een soort zuiderling van de oude stempel, met denkbeelden over gelijke rechten voor zwart en blank die vijftig jaar geleden misschien gemeengoed waren geweest, maar nu zeker niet meer. Morse was de snelle jongen van de Westkust, de showman die Ritter onder de aandacht van het publiek wist te brengen door hem alle talkshows binnen te loodsen. Hij maakte er echt iets bijzonders van. Het duurde niet lang voordat de mediahype veel belangrijker was geworden voor de campagne dan de programmapunten. Ritter kon toch niet winnen, maar hij was ontzettend mediageil en kon schmieren als de beste. Van een voormalige tv-dominee viel dat ook wel te verwachten. Hoe meer hij zijn naam en zijn gezicht in de media wist te krijgen, des te leuker hij het vond. Voorzover ik kon zien kwam hun strategie er voornamelijk op neer dat ze probeerden de grote jongens uit hun evenwicht te brengen – en dankzij Morse lukte hun dat nu maar al te goed – zodat ze naderhand allerlei deals met ze zouden kunnen sluiten. Uiteindelijk deed Ritter alleen nog maar wat hem door Morse werd gezegd.’
‘Dat beviel Denby zeker helemaal niet? Wat is er verder van hem geworden?’
‘Geen idee. Waar gaan voormalige chefs van staven naartoe? Ik zou het echt niet weten.’
‘Jij had ochtenddienst, dus ik neem aan dat je ’s avonds vroeg naar bed bent gegaan?’
King keek haar indringend aan. Het was maar een paar seconden, maar het leek veel langer te duren. ‘Toen mijn dienst erop zat, ben ik met een paar jongens uit mijn ploeg naar de sportzaal van het hotel gegaan. Ik heb vroeg gegeten en, ja, daarna ben ik vroeg naar bed gegaan. Wat interesseert jou dat eigenlijk?’