Nacht in Parijs(126)
Zonder dat ze elkaar iets hoefden te zeggen werden de taken verdeeld. Terwijl Saimir voor de computer plaatsnam, trok zij de eerste ordner uit de kast. Op zoek naar documenten die iets vertelden over het leven van de bewoner. Het eerste waar ze op stuitte was een huurcontract. Oktober 2008 had Marcheix de kamer aan de avenue de Nantes betrokken. De huur bedroeg momenteel tweehonderdenzestig euro. Exclusief water en elektra. Het volgende interessante document was Marcheix’ huidige arbeidsovereenkomst. Met ingang van december vorig jaar was hij in dienst bij een groot bouwbedrijf als chauffeur voor de directeur. Natuurlijk. Het verklaarde de ‘auto van de zaak’ waarmee hij tijdens de weekenden zijn grootouders bezocht. In een plastic map bevond zich een grote envelop met het logo van de reclassering, waarin ze een briefwisseling aantrof waaruit bleek dat Marcheix tussen 2006 en 2008 achttien maanden in de gevangenis van Châteauroux had doorgebracht. Over de reden waarom hij gezeten had, kon ze niets vinden. De reclasseringsambtenaar schreef over het voorkomen van ‘recidief gedrag’ en het volgen van een ‘therapie’. Het leek er sterk op dat Marcheix eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat hij een drugsverleden had.
Saimir had inmiddels het mailprogramma gehackt. Het account begon in november 2008, een maand na Marcheix’ vrijlating. Geen aan de Lavillier-broers gerichte chantagemails uit het afgelopen jaar. Wellicht waren de berichten gewist. Saimir zei dat hij eventueel gewiste berichten wel kon terugvinden, maar dat hij daar meer tijd voor nodig had. Tijd die er nu niet was. Hij wees haar op een paar mails die te maken hadden met een bureau voor thuiszorg in de regio van Saint-Florent-le-Vieil en een offerte die hij had gekregen van een aannemer voor een nieuw dak van de schuren van zijn grootouders. Maar de belangrijkste ontdekking was dat Marcheix zijn bankzaken online deed bij twee banken. Crédit Agricole in Frankrijk en UBS in Zwitserland. Uit de rekeningafschriften van Crédit Agricole bleek dat er iedere maand zestienhonderd euro werd overgemaakt door het bouwbedrijf. Verder waren er grotere en kleinere bedragen afkomstig van Marcheix’ UBS-rekening. Omdat het Saimir niet zo snel lukte om de UBS-rekening te kraken, zocht Chantal of er ergens rekeningafschriften te vinden waren. Uiteindelijk vond ze een klappertje verborgen achter de Bruce Willis-dvd’s. Het laatste afschrift dateerde van een maand geleden. Op de rekening stond een kleine achttienduizend Zwitserse frank, iets meer dan veertienduizend euro. Terugbladerend vond ze vier stortingen van vijfentwintigduizend euro. Twee stortingen waren gedaan een week nadat Marcheix Guy Lavillier naar de snelweg had laten rijden om het geld op de parkeerplaats achter te laten. Het geld van de andere twee stortingen was ongetwijfeld afkomstig van Christian Lavillier. Chantal maakte met haar iPhone een foto van de belangrijkste bankafschriften.
‘Yes!’ Saimir balde zijn vuist.
Speurend naar welke zoekwoorden Marcheix zoal op Google had ingetikt, was Saimir gestuit op ‘gif’, ‘vergiftigen’ en ‘dodelijk’. De zoekactie dateerde van zes weken geleden. Welke websites Marcheix bezocht had, kostte ook weer te veel tijd om uit te zoeken, maar dat Marcheix niet zomaar wat beweerd had toen hij Guy Lavillier gedreigd had te vergiftigen, was zonneklaar.
‘We hebben genoeg,’ zei Saimir terwijl hij op zijn horloge keek. ‘We gaan.’
‘Wacht…’
In de klerenkast had Chantal een schoenendoos met foto’s aangetroffen. Een paar foto’s van vroeger. De jonge Bruno Marcheix poserend met steeds een ander gezin. Pleeggezinnen, vermoedde ze. Bruno Marcheix naast broertjes en zusjes die geen familie waren. Dat hij zich ongelukkig voelde, was duidelijk. Op iedere foto was dezelfde achterdochtige blik te zien. Een paar kiekjes van Marcheix toen hij een jaar of twintig oud was, met vrienden met leren jacks en grote motoren. Marcheix in gezelschap van twee schaarsgeklede vrouwen die overduidelijk voor hun diensten werden betaald. Een champagnekoeler op tafel. Chantal stelde zich voor hoe het toen ergens was misgegaan. Ze vond een recente foto waar hij eindelijk op lachte. Marcheix samen met zijn oma en zijn bedlegerige opa in Saint-Florent-le-Vieil. Waarschijnlijk was de foto gemaakt door de door hem betaalde thuiszorg.
Onder de foto’s lag een stapeltje brieven. Snel liet ze haar blik over de afzenders gaan. ‘Marcheix heeft een brief gekregen van Christian Lavillier,’ zei ze.
‘Hè?’ Saimir keek haar verbaasd aan.
Ze draaide de envelop om. ‘De brief is gericht aan dit adres en is van…’ – ze boog zich over de poststempel – ‘… 2 juni dit jaar.’
‘Hoe kan dat nou?’
Ze haalde de brief uit de envelop en begon hardop voor te lezen: