Nacht in Italie(49)
Omdat hij niet wilde dat ze hem zag komen en tijd had om een verhaaltje te bedenken, parkeerde hij om de hoek. Toen hij haar straat in liep, kon hij zijn ogen niet geloven. Daar stond ze opnieuw in de armen van die man!
Zijn bloed begon al te koken, maar toen hij beter keek, zag hij dat de man Kara niet omhelsde. Zijn houding was eerder vijandig. Hij leek haar te bedreigen.
Blake zette de pas erin, maar voordat hij bij hen was, liet de man haar los en stapte in zijn auto. Terwijl Blake de wegrijdende auto nakeek en in gedachten het kenteken noteerde, ging Kara naar binnen.
Daar moest hij het fijne van weten. En hij zou niet rusten voordat Kara hem had verteld wat er precies aan de hand was. Hij beende naar haar huis en bonsde op de deur. Het verbaasde hem niet dat ze niet opendeed. Waarschijnlijk was ze bang dat die man was teruggekomen.
Dus belde hij haar op. ‘Kara, met mij. Ik sta voor de deur. Laat me erin.’
Na een korte stilte vroeg ze: ‘Wat doe je hier?’
Zo te horen, huilde ze. ‘Ik wil met je praten.’
‘Ik niet met jou. Ga weg.’
‘Nee,’ zei hij gedecideerd. ‘Als je niet opendoet, trap ik de deur in.’ Dat zou hij natuurlijk niet doen, maar het dreigement had effect. Hij hoorde haar de sleutel omdraaien en een grendel wegschuiven. Bij de gedachte dat ze zich zo moest verschansen, draaide zijn maag zich om. Wie was die man? Waarom viel hij haar lastig?
Geschokt keek hij naar Kara’s strakke bleke gezicht. Het liefst had hij haar omhelsd en haar verteld dat hij al haar problemen zou oplossen. Maar dat zou ze waarschijnlijk niet toelaten.
‘Wat doe je hier?’ vroeg ze opnieuw.
‘Ik wilde praten over dat geld. Maar ik geloof dat we iets veel belangrijkers te bespreken hebben. Wie was die man?’
Haar gezicht werd nog bleker. Ze deed haar ogen dicht en leunde slap tegen de muur. Blake sloeg bezorgd een arm om haar schouders en loodste haar naar de zitkamer, waar haar moeder zat. Ook die zag eruit alsof ze ieder moment kon instorten.
Toen hij Kara naar een stoel had gebracht, ging hij ook zitten. ‘Krijg ik nog antwoord op mijn vraag?’ vroeg hij, van Kara naar haar moeder kijkend en weer terug naar Kara.
Ze deed haar ogen weer even dicht voor ze haar moeder aankeek. ‘Wil je ons even alleen laten?’
‘Kara, weet je zeker dat dit juist is?’
‘Mama, we kunnen zo niet langer doorgaan. Het wordt steeds moeilijker voor ons, en ik moet nu om de baby denken. Ik moet het Blake vertellen.’
Feitelijk keek Lynne opgelucht toen ze de kamer uit ging.
Zodra ze alleen waren, vertelde Kara Blake alles over de lening die haar vader had afgesloten op haar moeders naam en over de steeds hoger wordende afbetalingen. ‘Het is een nachtmerrie waar geen eind aan komt,’ zei ze ten slotte.
‘Wilde je daarom zoveel geld?’
Ze knikte en keek hem intens verdrietig aan.
‘Waarom heb je het niet eerder verteld, Kara? Ik had jullie probleem kunnen oplossen!’
‘Mijn moeder wilde niet dat iemand het wist,’ zei ze met een wrang lachje. ‘Ze vindt het beschamend dat ze is bedrogen door de man van wie ze ooit heeft gehouden, de man met wie ze is getrouwd. Ze is niet iemand die haar problemen aan vreemden vertelt.’
Het liefst had hij haar in zijn armen genomen om haar te troosten, maar dat durfde hij niet. Gisteren was hij zo bot tegen haar geweest, dat ze hem waarschijnlijk van zich af zou duwen.
Zijn grootste zorg was trouwens de ontaarde man die hun dit aandeed. Tijdens haar relaas was hij steeds kwader geworden. Hoe kon een man twee hulpeloze vrouwen zo uitzuigen? Hij maakte misbruik van hun angst. Gedreven door hebzucht liet het hem koud dat hij hun leven tot een hel maakte. En waarschijnlijk waren ze niet de enigen die hij afperste.
Het feit dat hij zijn Bentley voor hun huis had geparkeerd, had het er niet beter op gemaakt. Feitelijk had hij hun probleem nog groter gemaakt. ‘Weet je waar die kerel woont?’
Kara schudde haar hoofd. ‘Je wilt toch niet naar hem toe gaan?’ vroeg ze ongerust.
‘Iemand moet een eind maken aan zijn praktijken. Hij kan dit niet ongestraft doen. Het is onwettig.’
‘Dat houdt hem niet tegen.’
‘Natuurlijk niet. Er lopen genoeg oplichters zoals hij rond. Maar meestal krijgen ze hun verdiende loon. Uiteindelijk loopt hij tegen de lamp. Maar intussen moeten jullie bij mij komen wonen. Jij én je moeder. Als hij beseft dat jullie niet meer hier wonen, geeft hij het vast wel gauw op.’
‘Dat is geen oplossing,’ zei Kara, hoewel haar hart sneller was gaan kloppen. De woekeraar zou hen overal weten te vinden. Ze konden hem alleen kwijtraken door hem te betalen wat ze hem volgens hem schuldig waren.
‘Ik laat je geen keus,’ zei hij, haar strak aankijkend. ‘Ik wil dat jullie veilig zijn, en onze baby ook. Al die stress is niet goed voor jou en de kleine.’