Moord op afspraak(81)
Toen ze weer thuis waren, speelde Doug met de baby en hielp hem met het bouwen van een legokasteel. ‘Laten we het prinsje erin zetten.’ Conner gierde het uit van de pret.
Doug ging een eindje steppen met Trish. ‘We winnen het van iedereen uit de buurt, hè, schatje?’
Met Beth had hij een vriendelijk vader-dochter gesprek. ‘Mijn kleine meid wordt iedere dag knapper. Straks moet ik nog een hek om het huis laten zetten om alle vrijers op een afstand te houden.’
Hij snuffelde in Susans hals terwijl ze met het eten bezig was. ‘We zouden eens een avondje uit dansen moeten gaan, liefje. Weet je nog hoe vaak we vroeger, in onze studietijd, dansten?’ Het was als een kille wind die een einde maakte aan de fantasie dat het misschien onzinnig van haar was om hem van een ernstiger vergrijp dan rokkenjagen te verdenken. De lijken hadden dansschoenen gedragen.
Later, in bed, benaderde Doug haar. ‘Susan, heb ik je ooit gezegd hoeveel ik van je hou?’
‘Heel vaak, en één keer is me duidelijk bijgebleven.’ Toen ik, na de dood van Nan Sheridan, voor jou heb gelogen.
Doug hees zich op zijn elleboog overeind en keek in het donker op haar neer. ‘En wanneer was dat?’ vroeg hij plagend.
Laat hem niet merken wat je denkt. ‘Op onze trouwdag natuurlijk.’ Ze lachte zenuwachtig. ‘O, Doug, nee. Alsjeblieft, ik ben echt moe.’ Ze kon zijn aanraking niet verdragen. Het drong tot haar door dat ze bang voor hem was.
‘Susan, wat heb je in vredesnaam? Je trilt helemaal!’
Op zondag volgde er meer van hetzelfde. Samenzijn met het gezin, maar Susan zag de waakzame blik in Dougs ogen en de verontruste lijnen rond zijn mond.
Is het mijn plicht de politie in te lichten over mijn vermoedens? En als ik beken dat ik vijftien jaar geleden omwille van hem heb gelogen, kan ik dan ook in de gevangenis terechtkomen? Als dat zou gebeuren, wat moest er dan van de kinderen worden? En hoe zou hij proberen me tegen te houden als hij vermoedde dat ik van plan was tegen de politie te zeggen dat ik voor hem heb gelogen over de ochtend waarop Nan stierf?
20
Maandag, 11 maart
Op maandagmorgen belde Vince met Nona. ‘Ik heb een zielenknijper voor je programma. Dr. Martin Weiss. Een aardige vent. Verstandig. Lid van het AAPL en bijzonder deskundig. Hij windt er geen doekjes om en is bereid in het programma te komen. Wil je zijn nummer hebben?’
‘Reken maar.’ Nona herhaalde het en voegde er toen aan toe: ‘Ik mag Hank wel, Vince. Hij is een fantastische knul.’
‘Hij wil weten of je het leuk zou vinden om hem te zien pitchen als het honkballen begint.’
‘Ik zal de popcorn meenemen.’
Later belde Nona dr. Weiss op. Hij stemde erin toe om woensdag om vier uur naar de studio te komen. ‘De opnamen zijn om vijf uur. Het programma wordt op donderdagavond om acht uur uitgezonden.’
Darcy bracht een groot deel van de maandag door in het magazijn om meubilair voor het hotel uit te zoeken. Om vier uur arriveerde ze bij de Sheridan Galerie, waar een veiling aan de gang was. Ze zag Chris naast de voorste rij staan, met zijn rug naar haar toe. Ze glipte via de gang naar de vergaderruimte. Veel van de foto’s waren gedateerd. Ze wilde meer foto’s uit diezelfde periode opzoeken. Misschien ontdekte ze nog een foto van de student die haar vaag bekend was voorgekomen. Om halfzeven was ze daar nog steeds mee bezig. Chris kwam binnen. Ze keek op en glimlachte. ‘Het klonk daarginds alsof er hoog werd geboden. Was het een goede dag?’
‘Heel goed. Niemand heeft me gezegd dat je hier was. Ik zag het licht branden.’
‘Daar ben ik blij om. Chris, lijkt deze man op de student die ik gisteren aanwees?’
Hij bestudeerde de foto. ‘Ja, inderdaad. Mijn moeder heeft een paar minuten geleden een boodschap doorgegeven. Ze heeft Janet vandaag gesproken. Die jongeman was een van de velen die verhoord werden in verband met Nans dood. Ik vermoed dat hij een oogje op haar had. Hij heette Doug Fox.’ Bij het zien van Darcy’s verbijsterde gezicht vroeg hij: ‘Ken je hem soms?’
‘Ja, als Doug Fields. Via een contactadvertentie.’
‘Liefje, ze hebben een spoedvergadering belegd. Ik kan niet veel zeggen, maar we hebben een van onze belangrijkste klanten een bedrijf aanbevolen dat nu failliet gaat.’
Op de een of andere manier kwam Susan de avond door. Ze deed Trish en de baby in bad en hielp Donny en Beth met hun huiswerk. Ten slotte deed ze de lichten uit en ging naar bed, waar ze urenlang wakker lag. Hij had het opgebracht een weekend thuis te blijven en nu was hij weer aan de rol. Als hij verantwoordelijk was voor de dood van die vrouwen, dan was zij net zo goed schuldig.
Kon ze maar vluchten. Dat zou het een stuk gemakkelijker maken. De kinderen in de auto zetten en gaan rijden, zo ver mogelijk weg. Zo werkte dat echter niet.