Maxime(111)
'Inderdaad. Ah, dank je Henry, dat ziet er goed uit.' Leonard Wilder schoof heen en weer op de bank. Hij was al laat voor zijn ontbijt van negen uur en Cutter Amberville was nog maar net aan zijn pannenkoekjes begonnen. 'Kunnen we niet over cijfers praten?' vroeg Wilder. 'Cijfers?' Cutter goot dunne stroop over zijn pannenkoekjes. 'Wat mij betreft wel. Ik weet dat je nooit iets doorvertelt. Ergens in de buurt van de honderdvijfenzeventig miljoen brutowinst.'
'In de buurt? Welke buurt?'
'Ik wil niet te hoog schatten, Leonard, maar ik verwacht hoger. Er moet hier en daar nog wat dood hout gekapt worden.' 'Zaak te koop, Cutter? Heb je me daarvoor gebeld?' 'Ja, die mogelijkheid zit erin. Zoals ik al zei, mijn vrouw verlangt naar verandering, en daar heeft ze ook recht op. Ik heb haar dringend aangeraden geen overhaast besluit te nemen, er vooral rustig over na te denken, maar het voorjaar zit in de lucht en ze is impulsief van aard.' 'Dus het spul is te koop.'
'Ik mag natuurlijk niets beloven... maar de mogelijkheid bestaat. Is zelfs zeer reëel. Tegen de juiste prijs.' 'Dat is geen punt, Cutter, ubc is rijk. Al met iemand anders gepraat?' vroeg Wilder kortaf. Zijn andere afspraak was glad vergeten.
'Nee, nog niet. Lily heeft de kwestie nog maar een paar weken geleden te berde gebracht en ik zag geen reden tot haast. Ik geef nieuwe plannen graag de tijd om te rijpen. Kalmpjes aan, dan breekt het lijntje niet.'
'Cutter, ik hou niet van gezeur. Ik ben geïnteresseerd. Kijk al jaren uit naar een tijdschriftenuitgeverij. Amberville altijd goed gevonden. Driehoofdige directie, en een raad van beheer. Vraag je één ding: praat er met niemand anders over voor wij hier dieper op in zijn gegaan.'
'Dat klinkt redelijk, te meer omdat ik geen haast heb. Ons volgende jaarverslag komt over drie maanden uit en ik weet zeker dat de winst dan zo'n interessante stijging zal vertonen, dat ik graag tot dat ogenblik wacht. Als Lily er dan nog zo over denkt, kunnen je accountants aan het werk gaan om de stand van zaken zelf te beoordelen.'
'Drie maanden... weet je zeker dat je zo lang wilt wachten? We zouden al veel eerder aan de gang kunnen.'
'Dat weet ik zeker, Leonard. Maar in die tussentijd moeten we eens met onze vrouwen erbij uit eten gaan. Je hebt een lekker dineetje van me te goed, want je hebt een uitstekend ontbijt gemist.'
'Weet iemand anders ervan?' vroeg Toby achterdochtig, terwijl hij zijn vingers over India's buik liet glijden. 'Kun je je niet wat duidelijker uitdrukken?' vroeg ze loom, opdoemend uit de glanzende bol van zaligheid waarin ze rondzweefde, genietend van de verrukkelijke gewaarwording die zijn stem altijd in haar wekte.
'Dit littekentje, hier, aan de rechter onderkant van je buik.' 'Blindedarm, toen ik acht was. Nee, daar weet niemand iets van.'
'Dat is dan het honderdzeventiende detail dat ik van je weet en niemand anders. Je oren zijn verschillend van grootte, je neus staat een tikje naar rechts, de wimpers van je linkeroog zijn dunner dan die van het rechter, en je hebt minder haar onder je linkerarm dan onder je rechter, ook al scheer je je oksels. Je hebt een moedervlekje onder je schaamhaar op de linker buitenste schaamlip... ' 'Toby!'
'Nou ja, jij kunt het ook niet helpen dat je niet volmaakt bent. Je wordt wel als zodanig omschreven, maar ik zou een boek kunnen vullen met de dingen die ik gevonden heb, en ik ben nog maar pas begonnen je te ontdekken. En wat de smaak betreft kan ik je vertellen, jongedame, dat je geen twee dagen aan één stuk hetzelfde smaakt. Hoe zit dat? Een man wil toch graag van zijn vrouw op aan kunnen.'
'Ben ik je vrouw?' vroeg India, wel wetend dat ze het niet zou moeten vragen, maar ze kon het niet laten.
'Mijn vrouw van het moment. De enige vrouw van het enige moment. Je weet hoe ik erover denk... ik heb nooit... ' 'Ach, hou op... Je wilt je niet binden. Lafaard! Walgelijk bange lafaard. Ik zou willen dat ik een cent kreeg voor elke mafketel in dit land die wel schaamharen telt maar geen vaste relatie durft aan te gaan. Schaam je je niet?' 'Ik heb je schaamharen niet geteld, alleen je okselharen.' 'Dat komt op hetzelfde neer, dat weet je best. Waarom zijn vrouwen zo gek? Waarom mag jij wel maken dat ik van jou ga houden, maar waarom wil je mijn liefde niet beantwoorden?' 'Ik beantwoord je liefde wel,' zei Toby zacht. 'Dat weet je maar al te goed. Ik hou al van je vanaf het moment dat je die drank over me heen gooide om mijn aandacht te trekken, nu vijf maanden geleden. Maar een vaste relatie is iets anders.' 'Waar ik vandaan kom, gaat men ervan uit dat als je van elkaar houdt, er geen reden is om niet te hopen dat je altijd van elkaar zult blijven houden, dat leidt vanzelf tot een soort vaste relatie... die men huwelijk noemt,' zei India met dezelfde koppige vasthoudendheid waarmee ze sinds ze Toby kende bijna elk weekend tussen Los Angeles en New York heen en weer vloog. Ze had haar halve garderobe stukje bij beetje overgebracht naar zijn kasten, en zelfs zijn bed, waarop ze nu lagen, was opgemaakt met haar, eigenhandig gestreken, Porthault-lakens. De telefoon ging. India keek geschrokken op. 'Niet opnemen,' zei ze.