Reading Online Novel

Lokroep(36)



Met de conditioner in haar haren dacht ze erover na. De tekst lag op het puntje van haar tong.

‘Kom... kom...’ Gemma fronste haar voorhoofd terwijl ze zich de woorden probeerde te herinneren. ‘Ik wijs je de weg, naar de zee...’ Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, dat is het niet.’

Ze besloot het te neuriën. Als ze neuriede, kwamen de woorden misschien vanzelf bovendrijven. En dat gebeurde ook. Het was iets magisch. De woorden rolden van haar lippen.

‘Kom, vermoeide reiziger. Ik leid je door de golven. Wees niet bang, arme reiziger, want mijn stem wijst je de weg,’ zong ze hardop.

Gemma voelde zich vreemd. Het leek op het gevoel dat ze kreeg als Alex haar kuste, vlinders, niet in haar buik maar op haar huid, van haar dijbenen tot haar tenen. Ze streek met haar hand over haar been om het pad van het vreemde gevoel te volgen.

Haar huid tintelde onder haar vingers. Ze slaakte een gil en keek omlaag. Er leek iets aan haar been te kleven. Zeewier misschien, of een bloedzuiger, maar er was niets te zien. Haar huid zag er normaal uit. Iets te normaal zelfs. De blauwe plekken waren vervaagd en de wonden bijna geheeld. Gemma probeerde over haar schouder naar de plek op haar rug te kijken, maar dat lukte niet.

Ze spoelde haar haren uit en waste zich met een spons. Ze had zich nog wel grondiger willen wassen, maar ze had het gevoel dat er iets vreemds aan de hand was, waarmee ze liever aangekleed en wel te maken had.

Daarom draaide ze snel de kraan dicht en hing de spons aan het koordje aan de kraan, zoals altijd, zodat hij kon uitdruppelen. Ineens zag ze dat er iets groens aan de spons zat. Ze pulkte het eraf en bekeek het in het licht.

Het was een soort grote, doorschijnende schub, te groot om afkomstig te kunnen zijn van de kleine visjes die in de baai zwommen. Het moest van een reusachtige vis zijn, ongeveer even groot als Gemma zelf. Maar nog nooit had ze een vis met groene schubben gezien. Er waren natuurlijk genoeg tropische vissen in allerlei kleuren, maar voor exotische vissoorten lag Capri te noordelijk.

‘Gemma?’ klonk Alex’ stem vanachter de badkamerdeur.

Ze schrok op uit haar gepeins over de mysterieuze schub.

Hij klopte.

‘Alex!’ riep ze. Hoewel niemand haar kon zien, wikkelde ze snel een handdoek om zich heen. ‘Wat kom je doen?’

‘Ik wou...’ Zijn stem stierf weg.

‘Wat?’ vroeg ze.

‘Ik moet je even spreken.’

‘Hoezo? Is er iets gebeurd?’

‘Nee. Ik...’ Alex zuchtte hoorbaar. ‘Harper belde me om te zeggen dat je niet was thuisgekomen. Ik wilde alleen maar even horen hoe het met je is. Ik wilde je niet storen toen je nog lag te slapen, maar daarnet hoorde ik je zingen, dus...’

Gemma keek een beetje beschaamd naar het badkamerraam. De rolgordijnen waren omlaag getrokken, maar het raam stond open. Alex had haar gehoord.

Ze fronste haar voorhoofd en draaide zich om naar de gesloten deur. ‘Ben je zomaar ons huis binnengelopen?’ Dat verbaasde haar, want normaal was Alex altijd heel beleefd. Overdreven beleefd zelfs.

‘Ik heb eerst geklopt, maar ik hoorde niks,’ legde Alex uit. ‘En toen begon je ineens te gillen, dus ik dacht dat er misschien iets aan de hand was.’

‘O.’ Ze glimlachte bij de gedachte dat hij bezorgd was om haar welzijn. ‘Ik kom net uit de douche. Wacht even tot ik ben aangekleed, dan kom ik naar je toe.’

Gelukkig had Gemma haar kleren mee naar de badkamer genomen. Haastig kleedde ze zich aan. Alex’ verrassingsbezoek deed haar bijna de blauwe plek op haar rug vergeten.

Maar toen ze aangekleed was, ging ze toch nog even voor de spiegel staan en tilde haar shirt op. Toen ze over haar schouder naar haar rug keek, viel haar mond open van verbazing. De enorme bloeduitstorting was zo goed als verdwenen. In het midden van haar rug zat alleen nog een vlekje, waarvan de aubergineachtige kleur was veranderd in zachtgrijs.

‘Hoe kan dat nou?’ Gemma staarde naar haar spiegelbeeld.

‘Zei je iets?’ vroeg Alex vanaf de overloop.

‘Eh... nee.’ Ze liet haar shirt zakken, alsof ze bang was dat hij dwars door de deur kon kijken. ‘Ik praatte in mezelf. Ik kom eraan.’ Haastig kamde ze met haar vingers door haar haren, die veel te verduren hadden van al het chloor en zeewater, maar nu minder in de war zaten dan anders. Sterker nog, ze hadden in geen jaren zo zacht aangevoeld.

Maar er was geen tijd om daar bij stil te staan. Alex stond op haar te wachten en als ze hem nog even wilde zien voordat Harper thuiskwam, moest ze haast maken. Ze wist zeker dat Harper hem zou wegsturen zodra ze hem zag, en Gemma wist niet wanneer ze weer een minuutje met hem alleen kon zijn.

‘Goed dat je even langskomt,’ zei ze nadat ze de deur had opengemaakt. Ze veronderstelde dat hij in de gang stond te wachten, maar dat was niet zo.