Reading Online Novel

Lokroep(30)



Toen haar vader de kamer uit was, kwam Harpers eigen angst pas boven. Ze had Brian niet onnodig ongerust willen maken, maar dat betekende niet dat ze zelf niet bang was. Het was niets voor Gemma om niet op de afgesproken tijd thuis te komen. Ze rekte de regels graag een beetje op, maar schond ze zelden.

Ze trok de gordijnen open en keek naar Alex’ huis. Zijn auto stond op de oprit, dus hij was niet met Gemma op pad. Haastig griste ze haar telefoon van het nachtkastje en toetste zijn nummer in.

Nadat hij vijf keer was overgegaan, nam Alex op. ‘Hallo,’ zei hij met slaperige stem.

‘Is Gemma bij jou?’ viel Harper met de deur in huis. Ze ijsbeerde door haar kamer.

‘Hè?’ vroeg Alex. Zijn stem werd ineens helderder. ‘Ben jij dat, Harper? Wat is er aan de hand?’

‘Niets.’ Ze haalde diep adem om de paniek in haar stem onder controle te brengen. Ze wilde hem niet ook bang maken. ‘Ik wil alleen weten of Gemma bij jou is.’

‘Nee,’ antwoordde Alex.

Door het raam zag Harper dat het licht op Alex’ kamer aanging.

‘Ik heb haar niet meer gezien of gesproken sinds ik haar gisteravond bij jullie voor de deur heb afgezet. Is er iets?’

Harper hield de telefoon iets verder van haar mond vandaan en vloekte zachtjes. Ze had kunnen weten dat Alex nooit een hele nacht met Gemma weg zou blijven. Als hij al met haar op pad was gegaan, zou hij erop gestaan hebben dat ze op tijd naar huis ging. Niet alleen omdat dat het verstandigste was, maar ook omdat hij niet wilde dat Harper of Brian boos zou worden.

‘Ja... Nou, nee. Er is vast niks aan de hand,’ antwoordde Harper haastig. ‘Maar nu moet ik gaan.’

‘Hé, wacht. Wat is er precies aan de hand? Waar is Gemma?’

‘Dat weet ik niet. Daarom moet ik nu ophangen. Ik ga haar zoeken.’

‘Ik ga met je mee,’ bood Alex aan. ‘Ik schiet wat kleren aan en kom naar buiten.’

‘Nee, blijf jij nou maar hier voor het geval ze terugkomt. Hou ons huis maar een beetje in de gaten.’

‘Meen je dat?’

‘Ja.’ Harper zuchtte. ‘Laat me weten als ze contact met je opneemt.’

‘Doe ik. En als je haar gevonden hebt, vraag dan of ze me belt. Oké?’

‘Oké.’ Zonder te wachten of hij nog meer te zeggen had, hing Harper op. Ze wist waar ze moest zoeken en de gedachte alleen al deed haar maag ineenkrimpen. Gemma was ’s nachts alleen in de baai gaan zwemmen en niet teruggekeerd.

Ze schoot snel haar kleren aan en op haar slippers holde ze de trap af. Ze rende keihard in de hoop dat ze op die manier niet hoefde na te denken over de vreselijke dingen die er met Gemma gebeurd konden zijn. Verdronken. Ontvoerd. Vermoord. Of wie weet was ze door een haai aangevallen.

‘Weet je al meer?’ riep Brian vanuit de badkamer. Hij had Harper naar beneden horen stormen.

‘Nog niet,’ riep Harper naar boven. Ze griste haar autosleutels van het rekje bij de deur. ‘Ik ben weg. Ik bel je straks.’ Ze rende naar haar auto.

Toen ze even later door de stad racete, probeerde ze zo veel mogelijk om zich heen te kijken. Gemma kon natuurlijk op weg naar de baai gewond zijn geraakt, maar het zware angstgevoel in haar maag wees op iets anders, iets veel ergers.

Harper reed naar de haven omdat ze wist dat Gemma haar fiets daar altijd op de afgesleten houten plankieren neerzette. Ze bad inwendig dat de fiets er niet zou staan, want dat zou betekenen dat Gemma niet in de baai was gaan zwemmen en dus ergens anders naartoe was gegaan.

De moed zonk haar in de schoenen toen ze de fiets, compleet met rugzak, keurig afgesloten zag staan. Ze moest dus de hele nacht in het water zijn geweest.

Tenzij...

Harper draaide zich om. Een paar meter van de fiets vandaan lag De Flierefluiter aangemeerd.

‘Daniel!’ riep Harper. Ze rende naar de boot toe. ‘Daniel!’ Ze greep de reling vast en probeerde aan boord te klimmen.

‘Harper!’ Daniel had de deur van de kajuit opengemaakt en kwam naar buiten terwijl hij zijn haastig aangeschoten jeans dichtknoopte.

Daniels boot lag iets te ver van de kade af, zodat Harper er niet in slaagde over de reling te klimmen. Haar voet gleed uit en een van haar slippers plonsde in het water. Als Daniel haar niet snel bij de arm had gegrepen, was ze er zelf ook in gevallen.

Met één arm stevig om haar schouders tilde hij haar op en zette haar op het dek. Ze voelde de warme huid van zijn blote borst. Ze huiverde even, niet alleen van de kou maar ook van ongerustheid.

‘Wat doe je hier?’ vroeg Daniel nadat hij haar had losgelaten.

‘Is Gemma bij jou?’ vroeg Harper. Aan de verbaasde uitdrukking op zijn gezicht kon ze het antwoord al aflezen.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee,’ zei hij. Er verscheen een ongeruste blik in zijn ogen. ‘Waarom zou ze hier moeten zijn?’