Lokroep(27)
Eerst dacht ze dat ze het zich verbeeldde en dat het een radio op het strand was, vermengd met het geluid van de golfslag. Maar toen hoorde ze het weer, alleen deze keer harder.
‘Gemma.’ Iemand zong haar naam.
Watertrappelend keek ze om zich heen waar de stem vandaan kwam. Dat was niet zo moeilijk, want nu zag ze pas dat ze zich door de stroming had laten meevoeren en nog maar een meter of zes van de inham verwijderd was. In het midden van de inham was een soort grot. Er brandde een vuur waar Penn, Lexi en Thea omheen zaten.
Hoewel ze er tijdens het zwemmen niet echt op had gelet, was ze er vrij zeker van dat er een paar minuten geleden nog geen vuur was geweest. En Penn, Lexi en Thea waren er al helemaal niet geweest.
De afgelopen dagen had Gemma hen iets te vaak gezien en als ze ook maar het vermoeden had gehad dat ze hier zouden zijn, was ze nooit zo ver de baai in gezwommen.
Thea zat op haar hurken naast het vuur. Haar schaduw tekende zich dreigend achter haar af. Penn danste sierlijk in het rond op muziek die alleen zij kon horen. Lexi stond zo dicht aan de kant dat het water tegen haar voeten opspatte.
Lexi was degene die haar naam riep. Het was eigenlijk geen roepen maar zingen. Ze zong op een manier zoals Gemma nog nooit iemand had horen zingen. Het was wonderschoon. Het klonk zoals Alex’ kussen voelde, maar dan nog betoverender.
‘Gemma,’ zong Lexi weer. ‘Kom, vermoeide reiziger. Ik leid je door de golven. Wees niet bang, arme reiziger, want mijn stem wijst je de weg.’
Gemma bleef als verlamd in het water drijven. Lexi’s lied hypnotiseerde haar. Het leek of ze was betoverd. Alle negatieve gevoelens die ze voor de meisjes had gehad verdwenen als sneeuw voor de zon. Het enige wat ze voelde was de schoonheid en de warmte van het lied, dat als kristalhelder water door haar heen stroomde.
‘Gemma,’ riep Penn. Haar stem klonk heel anders dan die van Lexi, maar had dezelfde verleidelijke toon. Ze hield op met dansen en ging naast Lexi staan. ‘Waarom kom je niet naar ons toe? Het is hier zo leuk. Jij zult het vast ook leuk vinden.’
‘Oké,’ hoorde Gemma zichzelf zeggen.
In haar achterhoofd hoorde ze alarmbelletjes rinkelen, die direct overstemd werden toen Lexi weer begon te zingen. Gemma zwom naar hen toe. Het was geen keuze, ze werd naar de inham toe getrokken. Al haar angst was verdwenen.
Lexi strekte haar hand uit om haar op de rotsige kust te helpen. De inham was alleen via de baai te bereiken en toch waren alle drie de meisjes helemaal droog.
‘Hier.’ Penn had een shawl om zich heen, die van een goudkleurige, gaasachtige stof was gemaakt. Ze wikkelde hem om Gemma’s schouders. ‘Lekker warm.’
‘Ik heb het helemaal niet koud,’ zei Gemma, en dat was de waarheid. Het was sowieso een zwoele avond en het vuur zorgde ook voor warmte.
‘Voelt het niet fijner als je iets om je heen hebt?’ vroeg Lexi. Haar stem zoemde zacht in Gemma’s oor.
Toen Lexi een arm om haar heen legde, liepen de rillingen over Gemma’s rug. Ze wilde zich lostrekken, maar toen Lexi weer begon te zingen, smolt ze weg onder haar aanraking.
‘Kom bij ons zitten.’ Penn hield haar blik op Gemma gericht en liep achteruit in de richting van het vuur.
‘Zijn jullie een feestje aan het vieren of zo?’ vroeg Gemma. Omdat ze stokstijf bleef staan, pakte Lexi haar bij de hand en trok haar mee naar het vuur. Ze klommen over een grote rots naar Thea toe en daar duwde Lexi Gemma zachtjes omlaag zodat ze ging zitten.
Thea keek Gemma aan. In haar ogen weerkaatste het vuur, alsof het er rechtstreeks uit vlamde.
‘Ja, we hebben iets te vieren,’ zei Lexi lachend. Ze knielde naast Gemma neer.
‘Wat dan?’ vroeg Gemma.
‘We houden een feestmaal,’ antwoordde Penn, die aan de andere kant van het vuur stond. Zowel Lexi als Thea barstte in lachen uit, op een manier die Gemma deed denken aan een krassende kraai.
‘Een feestmaal?’ Gemma keek om zich heen maar zag nergens iets eetbaars. ‘Waar dan?’
‘Maak je geen zorgen,’ stelde Lexi haar gerust.
‘Straks is er nog genoeg tijd om te eten,’ zei Thea met een glimlach.
Gemma had Thea nog niet eerder zoveel horen zeggen. Het viel haar op dat er iets mis was met haar stem. Thea maakte een raspend geluid, net zoals de actrice Kathleen Turner, die dezelfde schorre fluisterstem had. Het klonk niet onaantrekkelijk, maar tegelijkertijd was het ook niet helemaal in de haak.
Haar stem joeg angst aan en leek totaal niet op de honingzoete stemmetjes van Lexi en Penn.
‘Nou, ik heb geen honger,’ zei Gemma, waarop de meisjes weer in lachen uitbarstten.
‘Wat ben je toch een mooie meid,’ merkte Lexi ineens op toen ze uitgelachen was. Ze boog zich dichter naar haar toe en legde haar hand op haar been. ‘Dat weet je zelf ook wel, hè?’