Lokroep(28)
‘Ik geloof het wel.’ Gemma trok de shawl iets strakker om zich heen, dolblij dat ze iets had waarmee ze zich kon bedekken. Ze wist niet hoe ze Lexi’s compliment moest opvatten, maar ze voelde zich zowel gevleid als verontrust.
‘Je bent een dikke vis in een klein vijvertje, hè?’ zei Penn die aan de andere kant van het vuur aan het ijsberen was. Ze hield haar blik strak op Gemma gericht.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Gemma.
‘Je bent knap, slim, ambitieus en niet bang,’ legde Penn uit. ‘En dat allemaal in zo’n niksige badplaats als Capri. Een stadje dat van de kaart weggevaagd zou worden als er niet elke zomer een kudde luidruchtige toeristen op afkwam om de boel eens flink te verbouwen.’
‘Buiten het seizoen is het hier best fijn wonen, hoor,’ verdedigde Gemma haar woonplaats, maar zelfs in haar eigen oren klonk het zwakjes.
‘Dat betwijfel ik,’ schamperde Penn. ‘Maar als het wel zo is, dan is deze baai veel te klein voor jou. Ik heb je in het water gezien. Je zwemt krachtig en sierlijk. Volgens mij ben je echt een doorzetter.’
‘Dank je,’ zei Gemma. ‘Ik train heel veel. Ik wil graag naar de Olympische Spelen.’
‘De Spelen stellen niets voor vergeleken bij wat jij kunt,’ schimpte ze. ‘Jij hebt een natuurlijke aanleg die zelden voorkomt. En geloof me, ik kan het weten. We hebben er lang naar gezocht.’
Gemma schrok zichtbaar van die eigenaardige opmerking. Om haar te sussen begon Lexi weer te zingen. Het was niet meer dan neuriën deze keer, maar het was genoeg om Gemma op haar plek op de rots te houden.
‘Waarom hebben jullie me eigenlijk uitgenodigd?’ vroeg Gemma nog steeds ongerust. ‘En waarom wilden jullie laatst zo graag met me zwemmen?’
‘Dat heb ik je daarnet verteld,’ zei Penn. ‘We vinden je bijzonder. Een geval apart.’
‘Maar...’ Gemma fronste haar voorhoofd. Er klopte iets niet, maar ze kon haar vinger er niet op leggen. ‘Jullie zijn veel knapper dan ik. Jullie voldoen veel meer aan het beeld dat je daarnet van mij gaf. Waarom hebben jullie mij eigenlijk nodig?’
‘Doe niet zo gek.’ Penn wuifde met haar hand. ‘Dat is echt grote onzin.’
‘Maak je geen zorgen,’ voegde Lexi eraan toe.
Terwijl Lexi sprak, verdween Gemma’s ongerustheid als sneeuw voor de zon.
‘We hebben je uitgenodigd om samen met jou lol te maken.’ Penn glimlachte naar Gemma. ‘We willen je graag leren kennen.’
‘Wat wil je van me weten?’ vroeg Gemma.
‘Alles!’ Penn spreidde haar armen uit. ‘Vertel ons alles!’
‘Alles?’ Gemma wierp een onzekere blik op Lexi.
‘Ja. Waarom zie je die sukkel bijvoorbeeld zo vaak?’ vroeg Thea, die naast haar zat. ‘Je kunt toch wel iets beters krijgen?’
Met een ruk draaide Gemma zich naar haar toe. ‘Sukkel?’ reageerde ze nijdig. ‘Alex is een geweldige jongen. Hij is aardig en grappig en hij is lief voor me.’
‘Als je er zo uitziet als wij, zijn alle jongens lief voor je,’ wierp Thea tegen. Ze keek Gemma met een strakke blik aan. ‘Je komt er vanzelf achter dat het niets te betekenen heeft. Jongens zijn gewoon oppervlakkig.’
‘Dan ken je Alex nog niet,’ zei Gemma. ‘Hij is de meest oprechte jongen die ik ken.’
‘Laten we het een andere keer over jongens hebben,’ kwam Penn tussenbeide. ‘Het is een veel te zwaar onderwerp voor vanavond. Lexi, zorg jij eens voor wat vrolijkheid.’
‘Oké.’ Lexi haalde een klein koperen flesje uit de zak van haar jurk. ‘Laten we iets drinken.’
‘Sorry, ik drink niet,’ zei Gemma.
‘We dachten dat je nergens bang voor was,’ zei Thea om haar te provoceren. ‘En nu durf je niet eens een klein borreltje te drinken?’
‘Het is geen kwestie van durven,’ snauwde Gemma. ‘Maar ik word uit het zwemteam gegooid als ik betrapt word op het drinken van alcohol. Ik heb te hard getraind om dat te riskeren.’
‘Je kunt hier toch niet betrapt worden,’ stelde Penn haar gerust.
‘Gaan jullie je gang maar,’ zei Gemma. ‘Het is meer iets voor jullie.’
‘Gemma,’ zei Lexi. Haar stem had weer dat zangerige. Ze hield haar het flesje voor. ‘Drink.’
Gemma aarzelde even, maar had uiteindelijk geen keus. Haar lichaam boog zich automatisch naar Lexi. Ze nam de fles van haar aan, schroefde de dop eraf en zette hem aan haar mond. Het ging allemaal net zo vanzelf als ademhalen. Gedachteloze bewegingen waar ze geen controle over leek te hebben.
Het was een stroperig drankje met een bittere, zoute smaak. Het brandde bijna net zo erg in haar keel als de wasabi waarvan ze laatst te veel had gegeten. Ze moest er bijna van kokhalzen.