Kus(84)
‘Alsjeblieft, doe het niet.’
‘Dit is alleen maar een slaapmiddel,’ zei hij terwijl hij de naald in het flesje stak en de vloeistof in de spuit opzoog. ‘Alleen maar iets om te voorkomen dat je je druk gaat maken om niets.’
‘Dat heb ik niet nodig.’
‘Je krijgt het in ieder geval.’
Ze sprong op en wilde naar de deur rennen, maar hij was waakzamer en leniger dan zij. Hij had haar al vast voordat ze goed en wel was opgesprongen. Haar gegil werd gesmoord door zijn arm die hij om haar keel sloeg op hetzelfde moment dat hij haar beide benen met zijn scheenbeen naar beneden drukte.
‘Geloof me’- zijn woorden sloegen in haar gezicht – ‘als het strategisch gezien beter was om je te vermoorden, dan had ik dat een poosje geleden wel gedaan.’
Hij stak de naald in haar dijbeen en ze kreunde even van de brandende pijn.
‘Correctie,’ zei hij. ‘Ik wil je echt vermoorden, dus geef me geen aanleiding meer om dat te doen.’ Hij liet haar los en ze draaide zich om, met haar gezicht naar de muur.
Na een halve minuut stilte verliet Wayne de kamer.
Toen ze de deur dicht hoorde vallen, tuimelde Shauna van het bed en ging staan. Hoeveel tijd had ze voordat het spul zijn werk zou doen? Ze kwam bij de gesloten deur en deed die open, bereid om Wayne en Trent onder ogen te komen met niets meer dan haar slimheid en geluk om hen uit te dagen haar tegen te houden.
De deur piepte.
Ze waren er niet. De deur aan de andere kant van de suite ging dicht. Wayne? Misschien.
Ze voelde haar spieren slap worden.
Van de tweezitsbank stond een man op, met onder zijn linkeroksel een pistoolholster.
Ze herkende de man, maar had geen naam bij zijn gezicht, noch een link met de plek waar ze hem gezien kon hebben. Ze dacht er echter niet verder over na en herkende zijn lichaamstaal maar al te goed: Ik ben je oppas. Deze man was de reden dat Wayne haar niet geboeid had achtergelaten in de slaapkamer.
Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek op haar neer. Hij was minstens een meter negentig. Zelf was ze ook lang, maar ze schatte dat hij twee keer zo zwaar was als zij. Zijn witte hemd, zijn stropdas, zwarte broek en glanzend gepoetste schoenen deden haar aan de FBI denken, maar het meer dan halfvolle glas whisky op de salontafel stemde niet overeen met het beeld van een dienstdoende wetsdienaar.
Shauna keek naar de deur die toegang gaf tot de gang en schatte in of ze die eerder kon bereiken dan hij als ze voor die mogelijkheid koos.
De man boog zich voorover, pakte zijn glas whisky, nam een slok en haalde met zijn andere hand een mes van zijn riem dat hij naar de deur wierp. Het kwam in de deurpost terecht, ter hoogte van haar oren als ze daar gestaan zou hebben.
Het mes had een parelmoeren handvat.
Waar had ze dat parelmoer eerder gezien?
‘U liep in het park achter me aan,’ bracht ze uit.
De man grinnikte. ‘Niet achter jou, maar achter mijn baas.’
Zijn baas?
‘Wayne is mij nog wat geld schuldig.’
‘Wayne? Waarom?’
Hij keek haar aan alsof ze niet echt een antwoord van hem verwachtte.
‘Maar u werkt nu wel voor hem?’ vroeg ze. Wat voor zakelijke relatie hadden deze twee mannen? Ze voelde zich duizelig worden en legde haar handen tegen haar slapen.
‘Je stelt te veel vragen.’ Hij leunde achterover en legde zijn voeten op de salontafel.
‘Hoe bedoel je? Heeft hij beloofd je later te betalen? Wayne is een leugenaar, weet je.’ De kamer begon te kantelen.
‘Ja, we worden omringd door leugenaars, niet soms? Ga nu terug naar je kamer voordat ik er je heen moet brengen.’
Shauna deed de deur achter zich dicht toen ze weer in haar kamer stond, maar ze was niet meer in staat om haar bed te bereiken.
We worden omringd door leugenaars. Waar had ze dat eerder gehoord?
27
Iemand schopte haar uit haar verdoving, struikelde over haar lichaam en gromde van verbazing. Ze had nota bene over football gedroomd, over worstelingen en schermutselingen, over lichamen die elkaar raakten zonder de beschermende kleding.
Bij de fysieke waarneming om aangevallen te worden, verdrongen nieuwe beelden de worstelingen op het footballveld. Medicijnen, naalden en dreigende mannen in witte laboratoriumjassen deden haar hart sneller kloppen en haar bloed sneller stromen. Ze draaide zich op haar rug en staarde de donkere kamer in, zo donker in haar eigen geest dat ze geen schaduwen kon onderscheiden.
Ze hoorde zichzelf ademhalen, bang.
‘Wayne?’ zei ze.
Een mannenstem fluisterde iets, maar ze kon de woorden niet onderscheiden. Ze was vreselijk bang, maar nog zo verdoofd dat ze niet uit kon maken waarvoor. Ze merkte tranen op haar gezicht die in haar oren liepen.
Sterke handen grepen haar armen en trokken haar in een zittende positie. Ze was haar evenwicht kwijt en als ze niet was vastgehouden, zou ze voorover gevallen zijn. Ze voelde hoe haar hoofd achterover knakte.