Reading Online Novel

Het Pantserhart(319)



                ‘Ik was op de hoogte van het conflict tussen de afdeling Geweld en de nationale recherche. En ik besefte dat me dat een kans gaf. Je in een weegschaalpositie bevinden betekent dat je op iets zit wat de weegschaal naar de ene of de andere kant kan doen uitslaan.’

                ‘Maar waarom heb je niet geprobeerd het met Harry op een akkoordje te gooien zoals je dat met mij hebt gedaan?’

                ‘In een weegschaalpositie moet je je altijd wenden tot degene die op het punt staat te verliezen. Die partij is het wanhopigst, die partij is bereid het meest te betalen voor wat je aanbiedt. Simpele speltheorie.’

                ‘Waarom wist je zo zeker dat Harry niet op het punt stond om te verliezen?’

                ‘Ik was er niet zeker van, maar er was iets anders. Ik had Harry leren kennen. Hij is niet zoals jij een man van compromissen, Bellman. Hij maakt zich niet druk om persoonlijk prestige, hij wil alleen boeven oppakken. Alle slechte. Hij zou het zo zien: als Tony de hoofdrolspeler was, dan was ik de regisseur. Daarom zou ik er niet goedkoop van afkomen. Ik rekende erop dat een carrièreman als jij dat anders zou zien. En Johan Krohn was het daarmee eens. We vermoedden dat jij het persoonlijk gewin zou zien als jij de moordenaar zou pakken. Dat jij wist dat het de mensen bezighield, wíe het had gedaan, wie fysiek de moorden had gepleegd, niet wie ze had uitgedacht. Als een film flopt, is het fijn voor een regisseur als Tom Cruise de hoofdrol had, want dan zullen de mensen hem afslachten. De mensen en de pers willen het simpel houden en mijn misdaad is indirect, gecompliceerd. Een rechtbank zou me ongetwijfeld levenslang geven, maar deze zaak gaat niet over rechtbanken, maar om politiek. Als de media en het volk tevreden zijn, dan is het ministerie van Justitie tevreden en kan iedereen blij naar huis gaan. Dat ik ervan afkom met een korte of misschien wel een voorwaardelijke straf is de goedkope prijs die we betalen.’

                ‘Niet voor iedereen,’ zei Bellman.

                Altman lachte even. De echo overstemde hun voetstappen. ‘Neem een raad aan van iemand die het kan weten: laat het los. Laat het niet aan je vreten. Onrechtvaardigheid is als het weer. Als het je niet lukt om ermee te leven, moet je verhuizen. Onrechtvaardigheid is geen onderdeel van de machinerie. Het ís de machinerie.’

                ‘Ik heb het niet over mezelf, Altman. Ik kan ermee leven.’

                ‘En ik heb het ook niet over jou, Bellman. Ik heb het over de persoon die er niet mee kan leven.’

                Bellman knikte. Zelf kon hij beslist leven met deze situatie. Er waren telefoontjes geweest van het ministerie. Niet van de minister persoonlijk uiteraard, maar de berichtgeving kon maar op één manier worden uitgelegd. Dat ze tevreden waren. Dat het positieve consequenties zou hebben, zowel voor de nationale recherche als voor hem persoonlijk.

                Ze liepen de trap op, het daglicht in.

                Johan Krohn stapte uit zijn blauwe Audi en stak zijn hand uit naar Sigurd Altman terwijl ze de weg overstaken.

                Bellman bleef staan en keek de ontslagen gevangene en zijn advocaat na tot de Audi om de hoek richting Tøyen verdween.

                ‘Groet je niet even, Bellman?’

                Bellman keek rond. Het was Gunnar Hagen. Hij stond aan de andere kant van de straat op het trottoir, zonder jas en met zijn armen over elkaar geslagen.

                Bellman stak over en ze gaven elkaar een hand.

                ‘Is iemand van mijn afdeling loslippig geweest?’ vroeg Bellman.

                ‘Bij ons komen we alles te weten,’ zei Hagen, die zijn handen huiverend tegen elkaar wreef en breed lachte. ‘Trouwens, als je het hebt over alles te weten komen, ik heb aan het eind van de volgende maand een vergadering op het ministerie van Justitie.’