Reading Online Novel

Gijp(70)



Dan gaat plotseling de deur open en is daar de entree van René van der Gijp. Jan Boskamp veert op, gooit er wat krachttermen uit, pakt dan eerst de hand en later de hele arm van Van der Gijp en begint daar eens flink aan te wrikken. Dan geeft hij hem een vriendelijk bedoelde klap tegen zijn achterhoofd en roffelt nog even op zijn buik. ‘Dat werd tijd mannetje’, zegt hij, ‘anders was ik je komen halen.’ Al snel worden de twee alweer aangetroffen in een hoekje van de redactieruimte, bekvechtend over de vraag welke speler in het tweede elftal van FC Barcelona nu het meeste talent heeft.

Toen hij eerder die avond door de klapdeuren van de studio kwam, zag René van der Gijp er bleek en gespannen uit. Niet voor niets zouden drie mensen achter elkaar aan hem vragen of het klopte dat hij zo was afgevallen. Maar even later, op zijn vaste stoel, onder het vleiende kunstlicht van de studio en met de draaiende camera’s om hem heen, is daar opeens niets meer van te merken. De krampachtigheid van een paar dagen eerder is plotseling verdwenen. Hij lijkt ergens van bevrijd. René van der Gijp heeft op slag weer het losse dat hij als rechtsbuiten ook al had.

‘René was een echte momentenvoetballer’, had Hugo Borst al gezegd. ‘Alles stond stil, tot vlak voor het moment waarop het moest gebeuren. Als voetballer bestond René’s bijdrage aan de wedstrijd uit een opeenstapeling van sprints en acties en daarna was er weer een tijdje een complete rust. En eigenlijk ziet zijn leven er nog steeds zo uit. Thuis is er rust en aan tafel bij Voetbal International is er energie.’

‘Ik heb altijd het idee gehad dat René als voetballer al op een speciale manier met de mensen op de tribune kon communiceren. Hij keek ze niet aan of zo, maar hij was zich er wel van bewust dat hij niet alleen voetballer was, maar ook een soort artiest. René is iemand vol tegenstrijdigheden. Hij houdt graag afstand tot de buitenwereld, maar hij was toch ook een echte publieksspeler. Als ik aan de jonge René van der Gijp terugdenk, zie ik hem ook in dat prachtige ouderwetse Sparta-shirt schouderophalend op het veld staan, misschien met een iets te overdreven mimiek. René speelde met het publiek, zonder dat hij zich direct tot hen richtte. Toch wist hij altijd de aandacht van begin tot eind vast te houden. Dat is heel knap. Dat is een gave. Het is gewoon een geboren entertainer, die jongen.’

Waarschijnlijk heeft Borst gelijk. De uitzending van Voetbal International is nog maar net bezig, of Van der Gijp windt het studiopubliek alweer moeiteloos om zijn vingers. Het is een dag na Ajax-AZ, de wedstrijd die alleen door kinderen mocht worden bezocht. Met een droogkomisch gezicht meldt René van der Gijp dat hij wel had verwacht dat Lodeiro (1.73 m) zou worden opgesteld. De eerste lach rolt door de studio. Als snel volgen er meer. Het is duidelijk. René van der Gijp is helemaal terug.

Die nacht rijdt hij weer als vanouds over het verlaten asfalt van de A27 richting Dordrecht. Een paar maanden geleden waren dit de momenten waarop hij nog weleens somber kon worden. Nu krijgt hij daar de kans niet voor. Met de donkere contouren van Hilversum-Noord nog in de achteruitkijkspiegel, rinkelt de telefoon al. Het is Jan Boskamp. René van der Gijp herkent hem gelijk. Niet zo moeilijk, want alleen Boskamp heeft een lach die klinkt als een roestige grasmaaier. Wanneer hij weer enigszins op adem is, waaien de eerste woorden in die unieke mix van Vlaams en Rotterdams door de speakers van de zwarte Dodge. ‘Welkom terug, Schele’, zegt Jan Boskamp dan. ‘Ik heb me weer ouderwets het schompes gelachen.’





75. Opgebaard




‘Ik was een keer bij PSV-Willem II. Stond ik met Harry van Raaij in de lift.’

-Ja. En?

‘We stopten op de eerste etage. Daar heb je de Willy en René van de Kerkhof Lounge. Staat op zo’n deftig bordje, boven de ingang. Ik wijs op die zaal en ik zeg tegen Van Raaij: Oh, liggen ze daar opgebaard? Had je die kop moeten zien. “Nee, nee!”, riep-ie, “Nee, Willy en René leven nog!” Hij struikelde bijna over zijn eigen woorden. Nou jongen, dan heb ik een wereldavond, als ik zoiets mag meemaken. Meen ik echt.’





76. ‘Jan heeft net een hele dromedaris opgegeten’




Een paar weken later. Van der Gijp is helemaal terug in zijn rol. Sterker nog: het is alsof hij nooit is weggeweest. Er wordt ook nauwelijks nog geïnformeerd naar zijn geestelijke gesteldheid. Maandenlang werd de redactie van Voetbal International bestookt met vragen over de toestand en terugkeer van Van der Gijp, maar nu hij eenmaal weer aan tafel zit, lijkt iedereen dat te zijn vergeten. Ogenschijnlijk is alles weer bij het oude. Het merkwaardige leven van René van der Gijp heeft weer zijn oude, vertrouwde gangetje genomen.