Gijp(64)
‘Als je lange tijd met succes op televisie verschijnt, ga je het vroeg of laat net iets te belangrijk vinden. Zoiets sluipt erin, dat houdt niemand tegen. Ik verbaas me er niet over als ik hoor dat René in die periode soms onuitstaanbaar kon zijn. Dat zie je bij veel mensen aan de top van hun vak. Dat publieke bestaan trekt een zware wissel op je. Iedereen vindt wat van je, wil wat van je. En het stopt nooit. Dat is vervelend voor iemand die op zoek is naar stilte. Zijn pech is ook dat hij de uitstraling heeft van de jongen van hiernaast. Voordat mensen Johan Derksen op straat aanspreken, denken ze eerst twee keer na. Bij René niet. En dat is vervelend, want hij raakt graag mensen aan, maar zelf wordt hij liever niet aangeraakt.’
67. Plassen
-Gelukkig Nieuwjaar, René.
‘Jij ook, ouwe reus.’
-Nog wensen of goede voornemens?
‘Nee. Ja, dat mijn gezondheid me niet in de steek laat. Dat is alles. Verder ben ik snel tevreden, hoor. Ik hoef de loterij niet te winnen, Oranje hoeft van mij ook niet per se Europees kampioen te worden. Als ik al wensen heb, dan zijn het heel kleine wensen.’
-Zoals?
‘Als je ’s ochtends wakker wordt, dat je dan kunt plassen.’
68. ‘Brammetje heeft het zelf gezegd’
René van der Gijp zegt nooit zijn naam wanneer hij de telefoon opneemt. Ook niet wanneer hij zelf belt trouwens. Hij begint altijd gewoon te praten.
‘Ja, weet je…’
-Hallo?
‘Ik bedoel: kom op hé…’
-Ah, René.
‘Weet je, er gebeuren rare dingen met me.’
Hij klinkt anders dan anders, gehaast bijna. Hij is al wekenlang onder behandeling van Bram Bakker, de psychiater die is afgestudeerd op paniekaanvallen en zichzelf bij de BN’er Van der Gijp heeft aangeboden. Ze hebben dagelijks contact, meestal per telefoon.
‘Opeens ben ik heel hyper. Nu bijvoorbeeld ook. Ik barst opeens van de energie, man. Gisteren begon het al. Ik had gewoon zin om de deur open te doen en heel hard naar buiten te rennen. Brammetje had dat al voorspeld, hoor. Hij zei: je krijgt hele gekke ups and downs. Je bent van te weinig energie naar te veel energie doorgeschoten. Dat hoort bij de medicatie die je gebruikt. Die pil die ik slik moet een spiegel opbouwen. Het zoekt tussen twee uitersten uiteindelijk het midden. En dat duurt even. Dat duurt een week of drie. Ik slik die pillen nu sinds anderhalve week. Ik voel me al veel beter dan eerst. Echt. Zolang ik me nog elke dag beter voel, gaat het goed. Die pillen werken. Dat kan niet anders, want ik heb alle bijwerkingen die in de bijsluiter staan. Moeilijk slapen. Moeilijk naar de wc gaan. Het ene moment hyper zijn en het volgende moment down. Alles. Het slaat dus wel aan, dat spul.
Brammetje zei: je moet wel, zodra je je beter voelt, gelijk weer gaan werken. Ook al voel je je nog hyper. Als het te controleren valt, dan moet je gaan. En dat wil ik ook. Ik heb gisteren voor het eerst helemaal naar de uitzending gekeken. Ik had er opeens wel zin in. Bewonderenswaardig hoe onze vriend met de snor dat programma in zijn eentje draagt. Echt knap. Weet je wat ik ook gedaan heb? Ik ben gisteren met Daniëlle de stad in gegaan. Gewoon, om te testen. Kijken hoe ik me zou houden. Het ging goed. Ik ben in hartje Rotterdam gewoon de Zara in gegaan, man. Mensen waren lief voor me, echt waar. Ze hingen aan me, maar ik vond het helemaal niet erg. Zijn we wat gaan eten, Daan en ik. Niks aan de hand. Toen nog naar een schoenenzaak. Ook allemaal lieve mensjes. Wanneer kom je weer terug, René? We missen je, René! Hoe gaat het, René? Toch wel bijzonder hoor. En weet je wat ik mooi vond? Allemaal zeiden ze: we missen je in het programma, maar we blijven wel kijken. Dat vond ik mooi. Nee, het ging allemaal goed. Ik ben blij dat ik het heb gedaan. Ik ben weer op de terugweg, ik voel het. Ik ben alleen een beetje hyper, nu. Kolere man. Gisteren kwam ik thuis, lekker gegeten met Daantje, niks aan de hand, maar daarna: ik had het gevoel alsof ik een marathon wilde lopen en daarna nog even anderhalf uur fietsen. Toen heb ik Brammetje maar weer even gebeld. Zwakt het wel af, Bram? Ja, zei hij, dit hoort er allemaal bij. Hij belt elke dag, Bram. Ik weet dat jij het verdacht vindt dat hij zo graag in de publiciteit komt, maar voor mij doet hij goed werk. Echt, ik voel me stukken beter. Ik denk dat ik binnen nu en drie weken weer helemaal goed ben. Brammetje heeft het zelf gezegd.’
69. Voetbal
-Voetbal je eigenlijk nog weleens?
‘Voetballen? Welnee. Schei eens uit.’
-Waarom niet?
‘Nee. Hoe jammer het ook is: dat wil ik mezelf niet meer aandoen. De laatste wedstrijd die ik ooit heb gespeeld, was ergens in de buurt van Nieuwegein, op een veldje langs de snelweg. Ik wilde een bal afschermen en zakte toen door mijn rug, mijn knieën en mijn enkels tegelijk. Zag er niet uit. Toen heb ik me laten wisselen. Ben ik heel stilletjes onder de douche gaan staan en heb ik tegen mezelf gezegd: dit doe ik nooit meer. Ik heb de auto gepakt, ben naar huis gereden en heb die voetbalschoenen in een hoek gegooid. Daar liggen ze nu nog steeds.’