Evermore(61)
Opeens knalt het geluid van een Kelly Clarkson-liedje uit mijn stereotoren; hetzelfde liedje dat Riley altijd zong. Ik doe mijn ogen open en zie mijn zusje voor me staan, hysterisch lachend.
‘O mijn god, het zag er echt uit alsof je over twee tellen de gordijnen zou dichttrekken, kaarsen ging aansteken en me wilde oproepen met het ouijabord van onder het bed!’ giert ze. Hoofdschuddend kijkt ze me aan.
‘Ik voel me nu heel idioot,’ zeg ik met een steeds roder wordend gezicht.
‘Je zag er ook wel idioot uit,’ lacht ze. ‘Maar even de feiten op een rijtje: je wilt je kleine zusje dus medeplichtig maken en haar je vriendje laten bespieden?’
‘Hoe weet jij dat?’ vraag ik verrast.
‘Toe, zeg.’ Ze rolt met haar ogen en laat zich op mijn bed vallen. ‘Denk je dat je de enige bent die gedachten kan lezen?’
‘En hoe weet je dat nou weer?’ Ik ben benieuwd wat ze nog meer weet.
‘Dat zei Ava. Wees alsjeblieft niet boos op me, want het verklaart zoveel over je dramatische keuze in kleding de laatste tijd.’
‘En hoe zit het met jouw opvallende kleding van de laatste tijd?’ Ik maak een gebaar naar haar Star Wars-kostuum van vandaag.
Ze haalt haar schouders op. ‘Wil je nog weten waar je je vriendje kunt vinden of niet?’
Ik loop naar het bed en ga naast haar zitten. ‘Om eerlijk te zijn weet ik het niet zeker. Ik bedoel, ik wil het wel weten, maar het voelt niet goed dat ik jou daarvoor inschakel.’
‘Wat als ik het nou al gedaan heb? Als ik al lang weet waar hij woont?’ Ze wiebelt met haar wenkbrauwen.
‘Heb je ingebroken op mijn school?’ vraag ik, meteen bezorgd over wat ze nog meer heeft uitgespookt sinds de laatste keer dat ik haar gesproken heb.
Ze lacht alleen maar. ‘Nee, veel beter nog. Ik ben hem gevolgd naar huis.’
Mijn mond zakt open. ‘Wanneer dan? En hoe?’
Ze kijkt me bijna medelijdend aan. ‘Toe nou, Ever. Ik heb geen auto nodig om ergens naartoe te gaan, hoor. Bovendien weet ik dat je helemaal weg van hem bent – wat ik je trouwens niet kwalijk kan nemen, hij is echt superknap. Maar weet je nog die keer dat het erop leek dat hij me kon zien?’
Ik knik. Hoe kan ik dat ooit vergeten?
‘Nou ja, daar schrok ik van. Dus ben ik op onderzoek uitgegaan.’
Ik buig naar haar toe. ‘En?’
‘En? Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen. Vat het alsjeblieft niet verkeerd op, maar hij is... een beetje... apart.’ Ze knikt instemmend met haar woordkeuze. ‘Ik bedoel, hij woont in een kast van een huis in Newport Coast, wat voor iemand van zijn leeftijd al bijzonder genoeg is. Waar haalt hij zoveel geld vandaan? Hij heeft in elk geval geen baan, of zoiets.’
Ik denk terug aan die dag op de renbaan. Maar ik vertel het haar maar niet.
‘Dat is nog niet eens het allervreemdst,’ gaat ze verder. ‘Wat ik nog gekker vind is dat het hele huis helemaal leeg is. Geen meubels, niks.’
‘Het is natuurlijk een jongen,’ zeg ik, al vraag ik me af waarom ik in de verdediging schiet.
Ze schudt haar hoofd. ‘Jawel, maar dit is echt raar. Het enige wat ik kon vinden waren een iPod-dock en een flatscreen televisie. Echt waar, dat is alles. En geloof me, ik ben overal in het huis geweest. Dat wil zeggen, behalve in die ene kamer die op slot zat.’
‘Sinds wanneer houdt een dichte deur jou tegen?’ Ik heb haar nu al vaak genoeg door deuren en muren zien lopen in het afgelopen jaar.
‘Het was niet zozeer de deur die me tegenhield. Dat deed ik zelf. Ik mag dan dood zijn, maar dat wil niet zeggen dat ik niet bang ben.’ Ze kijkt me kwaad aan.
‘Maar zo lang woont hij er toch nog niet?’ Weer haast ik me om smoesjes te verzinnen als een vreselijk goedgelovige muts. ‘Dus misschien is hij nog niet aan inrichten toegekomen. Ik bedoel, dat kan ook de reden zijn dat hij niet wil dat ik met hem meega. Hij wil niet dat ik zijn huis zo zie.’ Die laatste woorden luister ik in mijn hoofd nog een keer af. Het is dus nog erger met me dan ik al vreesde.
Riley schudt haar hoofd en kijkt me aan alsof ze me nu toch eindelijk een keer gaat vertellen dat zowel de paashaas als de Kerstman en de tandenfee niet echt zijn. Dan maakt ze een handgebaar en stelt voor: ‘Misschien moet je het met eigen ogen zien.’
‘Hoe bedoel je?’ Ik vermoed dat ze iets voor me achterhoudt.
Ze staat op en loopt naar de spiegel, waar ze naar haar spiegelbeeld kijkt en aan haar kostuum frunnikt.
‘Riley?’ Waarom doet ze opeens zo geheimzinnig?
‘Luister,’ zegt ze en ze draait zich na een ogenblik weer om. ‘Misschien zit ik ernaast. Wat weet ik er ook van, ik ben nog maar een kind. Waarschijnlijk is het niets, maar...’
‘Maar?’