Evermore(57)
We lopen naar de achtertuin, waar hij zijn wetsuit afspoelt. Ik zit op een van de tuinstoelen en kijk toe. Ik was er zo zeker van dat hij ’m gesmeerd was. Ik heb overal gekeken. Zou ik hem dan toch over het hoofd hebben gezien? Het is natuurlijk een lang strand. En ik wás behoorlijk kwaad.
‘Hoe wist je van Evangeline?’ vraag ik, terwijl hij zijn wetsuit over de bar hangt. Ik ben nog steeds boos en wil antwoorden. ‘En wat is er met Drina en Haven en die afgrijselijke tatoeage? Ik weet trouwens ook nog niet of ik dat verhaal van jou over dat surfen wel geloof. Want neem van mij aan, ik heb je echt overal gezocht en je was nergens te bekennen.’
Hij kijkt me aan. Zijn donkere ogen zijn verborgen achter een rand van dikke wimpers en zijn lenige, slanke lichaam verdwijnt in een handdoek. Wanneer hij op me afkomt, loopt hij zo zelfverzekerd en lichtvoetig dat hij lijkt op een soepel, katachtig roofdier. ‘Dit is allemaal mijn schuld,’ zegt hij als hij bij me komt zitten. Hij pakt mijn handen vast, maar laat ze weer even vlug los. ‘Ik weet niet hoeveel...’ Hij lijkt te schrikken en als hij me dan eindelijk weer aankijkt, zien zijn ogen er verdrietig uit. ‘Misschien moeten we dit niet doen,’ zegt hij dan.
‘Wil je... wil je het soms uitmaken?’ vraag ik zachtjes en geschokt. Het is alsof ik een heftige stomp in mijn maag krijg en naar lucht moet happen. Dit bevestigt al mijn bange vermoedens: Drina, het strand. Alles, maar dan ook echt alles.
‘Nee, ik...’ Hij draait zich om en laat me in verwarring zitten.
Het lijkt er niet op alsof hij nog verder gaat, dus zeg ik: ‘Het zou zo fijn zijn als je een keertje niet in geheimtaal praat, eens een zin afmaakt en me gewoon vertelt wat er aan de hand is. Het enige wat ik weet is dat Evangeline dood is, Haven een grote, rode infectie op haar pols heeft en je mij alleen achterliet op het strand omdat ik niet verder wilde gaan. En nu wil je het uitmaken?’ Kwaad kijk ik op, wachtend op een bevestiging dat er een logische verklaring is voor al die willekeurige gebeurtenissen die verder niets met elkaar te maken hebben. Al zegt mijn intuïtie me het tegenovergestelde.
Minutenlang blijft hij stil en staart naar het water van het zwembad. Na een tijdje kijkt hij op en zegt: ‘Het heeft niets met elkaar te maken.’
Hij heeft zo lang geaarzeld dat ik niet weet of ik hem kan geloven.
Hij haalt diep adem en gaat verder. ‘Ze hebben Evangelines lichaam gevonden in Malibu Canyon. Ik was op weg hiernaartoe toen ik het hoorde op de radio.’ Zijn stem klinkt steeds zekerder en hij weet zichtbaar weer controle en zelfvertrouwen terug te winnen. ‘Je hebt gelijk, Havens pols ziet er ontstoken uit, maar zoiets kan nu eenmaal gebeuren.’ Hij wendt zijn hoofd af en ik houd mijn adem in. Hij heeft nog niets over mij gezegd. Dan pakt hij mijn hand, legt de zijne eroverheen en draait hem met de handpalm naar boven. Hij aait langs de lijnen en legt uit: ‘Drina kan erg charismatisch en charmant zijn. En Haven is een beetje een dolende ziel. Waarschijnlijk vindt ze alle aandacht geweldig. Ik had gedacht dat je blij zou zijn dat haar interesse nu uitgaat naar Drina en niet meer naar mij.’ Hij knijpt zachtjes in mijn vingers en lacht. ‘Nu staat er niemand meer tussen ons in.’
‘Is het dan een “iets” in plaats van een “iemand”?’ vraag ik zachtjes. Ik moet me meer zorgen maken om Havens pols en Evangelines plotselinge overlijden, maar ik kan me op niets anders concentreren dan de lijnen van zijn gezicht, de gladde huid en de donkere ogen. Op de manier waarop mijn hart begint te bonken, mijn bloed door mijn aderen giert en mijn lippen alvast tuiten in afwachting van de zijne.
‘Ever, ik heb je niet in de steek gelaten vandaag. Ik zou je ook nooit dwingen iets te doen waar je niet klaar voor bent. Geloof me.’ Hij glimlacht, neemt mijn gezicht in zijn handen en ik voel zijn mond zachtjes opengaan tegen mijn lippen als hij zegt: ‘Ik kan heel goed wachten.’
Tweeëntwintig
Haven weigerde onze telefoontjes aan te nemen, maar met Miles hadden we meer geluk. We vroegen hem na de repetities langs te komen, wat hij deed samen met Eric. Met z’n vieren hadden we toch nog een leuke avond. We hebben gegeten, gezwommen en een paar vrij slechte horrorfilms gekeken. Het was fijn zo lekker ontspannen met mijn vrienden te zitten. Bijna dacht ik niet meer aan Riley, Haven, Evangeline, Drina, het strand en alle drama van die middag.
Bijna merkte ik de dromerige blik in Damens ogen niet op, die verscheen zodra hij dacht dat niemand het zag.
Bijna negeerde ik de onderdrukte, bezorgde gevoelens die aan me knaagden.
Bijna. Maar niet helemaal.
Ik heb duidelijk gezegd dat Sabine een paar dagen de stad uit was en Damen best mocht blijven. Hij bleef, maar net lang genoeg tot ik in slaap was gevallen en daarna vertrok hij.