Reading Online Novel

Een zee van verlangen(173)



Roger boog zich over haar heen, schoof zijn armen onder haar lichaam en tilde haar op in zijn armen. Felicity voelde zich wat hoopvoller. Ze was veel kleiner en tengerder dan de actrice, dus misschien dacht Roger dat ze beter te hanteren zou zijn als hij haar gewoon droeg.

Maar Roger bracht haar naar de plek waar hij Pandora naar beneden had gegooid. Blijkbaar wilde hij haar op dezelfde manier kwijtraken. Ze moest zich dus voortdurend inprenten dat ze zich volkomen roerloos en slap moest houden. Eindelijk stond hij stil bij een hoogte langs een kabbelende beek. Ze had geen idee hoe hoog en hoe steil de helling zou zijn, noch hoe groot de afstand was naar het water. Ze kon alleen maar hopen dat ze nog zou leven als ze ten slotte beneden lag.

Een tijdje bleef Roger lachend staan, terwijl Felicity vurig hoopte dat, wát hij ook van plan was, ze niet zou verdrinken.

Al deed ze nog zo haar best zich voor te bereiden op wat komen ging, toch raakte ze bijna in paniek toen hij haar heen en weer zwaaide om vaart te krijgen. Toen liet hij haar plotseling los, en ze voelde zich door de lucht suizen.

Ze was zó bang dat ze op het punt stond wild met haar armen en benen te gaan zwaaien, in een poging op de een of andere manier haar evenwicht te hervinden, maar ze wist dat in het licht van de maan elke beweging zichtbaar zou zijn, en het haar uiteindelijke ondergang zou betekenen. Als Roger iets zag dat zelfs maar in de verste verte verdacht was, zou hij achter haar aan komen. En dus hield ze zich zo slap mogelijk… Of ze levend of dood zou zijn als ze ten slotte neerkwam, wist ze niet.

Ze kwam op zachte grond terecht, maar toen ze holderdebolder langs de helling gleed, botste ze met haar buik vooruit tegen een grote kei. Als ze die doek niet in haar mond had gepropt, zou ze hardop hebben gekokhalsd. Een felle pijn schoot door haar heen, en op hetzelfde moment voelde ze iets vochtigs tussen haar benen druipen, en wist ze dat Roger er ten slotte in geslaagd was haar baby te vermoorden!

Het duurde heel lang voordat Felicity zich ertoe kon brengen iets te bewegen. Ze was bang dat elk bot in haar lichaam gebroken was. Maar toen ze in de verte een geratel hoorde en het geluid van hoeven op de weg, wist ze dat Roger was vertrokken en dat ze nu de prop uit haar mond kon halen. Ze deed het en moest prompt overgeven. Bij elke spastische beweging vloeide het bloed rijkelijker uit haar lendenen, maar nu was het warm en kleverig. Ze wist dat het bloed moest zijn, en dat ze, als ze niet heel gauw hulp vond, waarschijnlijk dood zou bloeden. Op de een of andere manier moest ze weer langs de helling omhoog klauteren naar de weg en erop vertrouwen dat er iemand langs zou komen en zich over haar zou ontfermen voor het te laat was.





Riordan Kendrick zat somber in een hoek van zijn landauer terwijl hij door het raam naar buiten staarde in de duisternis. Sinds Adriana’s huwelijk met Colton had hij niets gevoeld voor de bijeenkomsten van vrienden en kennissen, maar vanavond was hij eindelijk bezweken voor Percy’s aandringen om het echtpaar gezelschap te houden tijdens het diner.

Riordan wreef over zijn borst en wenste dat hij die afschuwelijke leegte kon opvullen waar eens een hart vol leven… en hoop had geklopt. Hij was verstandig genoeg om te weten dat hij Adriana moest vergeten en een andere vrouw moest zoeken die hij zou kunnen liefhebben. Maar geen van de beschikbare meisjes trok hem aan. Hij had intens veel van Adriana gehouden en zou waarschijnlijk altijd van haar blijven houden, maar ze was nu van een ander die zijn grote liefde voor haar had bewezen. Colton scheen inderdaad bereid te zijn geweest zijn leven op het spel te zetten voor hun verbintenis, en dus verlangde de bedroefde Riordan naar de vrouw van een andere man, een man die hij bewonderde en respecteerde… en benijdde.

Riordan fronste verbaasd zijn wenkbrauwen toen de koetsier plotseling midden op de weg stopte. ‘Wat is er, Matthew?’ vroeg hij, toen zijn koetsier het kleine raampje boven de voorste bank opende. ‘Waarom sta je stil?’

‘Er ligt iemand aan de kant van de weg, milord, en als mijn ogen het goed zien, is het een blonde dame. Misschien is ze wel dood… of ernstig gewond. Zal ik uitstappen en gaan kijken, milord?’

‘Nee, blijf zitten, Matthew. Ik doe het zelf wel.’

Riordan opende het portier van het rijtuig en stapte uit. Hij liep langs de landauer naar voren en bleef even staan bij de achterbok, om een lantaarn en aanwijzingen van de koetsier in ontvangst te nemen. Met de omhoog geheven lantaarn liep hij naar de roerloze gestalte, speurend naar een teken van leven. Maar hij kon niet de geringste reactie ontdekken in de vrouw die in elkaar gerold langs de weg lag. Voorzover hij kon zien was ze al dood, of althans bewusteloos.

Hij hurkte naast haar neer, tilde een slanke hand op en pakte haar pols. De hartslag was heel zwak, maar voelbaar, en hij draaide haar op haar rug.