Reading Online Novel

Een zee van verlangen(15)



‘Vanaf nu zal ik me ook tot je vrienden rekenen. Voortaan zal het dus Percy zijn.’

Samantha kwam bij hen staan en zette haar handen in haar zij. ‘Nou, het is duidelijk dat jullie míj niet nodig hebben om je aan elkaar voor te stellen.’

Colton grijnsde. ‘Moeder heeft me in haar brieven alle bijzonderheden verteld over je huwelijk en heeft vanmiddag mijn geheugen opgefrist tijdens mijn bezoek aan haar.’ Hij keek naar zijn jongere zus en nam een spottend hooghartige houding aan. ‘Het lijkt me, lieve kind, dat onze moeder heel erg ingenomen is met je huwelijk, maar ze begint zich af te vragen of ze óóit een kleinkind zal krijgen.’

Percy bulderde van het lachen. ‘Het lijkt me, liefste, dat je broer precies zegt waar het op staat.’

Samantha gooide uitdagend haar hoofd in haar nek. ‘Als ik achterdochtig van aard was, zou ik zeggen dat jullie in de salon al van papa’s port of cognac hebben gedronken.’

‘Daar zullen we na het eten op terugkomen, kindlief. Ik heb zelf leren genieten van een glas cognac voor het naar bed gaan,’ verzekerde Colton haar met een broederlijk klopje op haar schouder.

Percy ging op serieuzere toon verder. ‘Je hebt geen idee hoe opgelucht we zijn dat je eindelijk thuis bent, Colton. Samantha stond erop dat ik haar op de hoogte hield van de veldslagen waarbij je betrokken was, zodra de koeriers met de resultaten bij het paleis arriveerden. Gelukkig hadden we een huis in de stad vlak erbij, zodat ik haar onmiddellijk bericht kon sturen en zij het nieuws kon doorgeven aan je moeder. Het besef dat je je constant midden in de gevechten bevond waarin aan beide kanten zoveel levens verloren gingen, vervulde ons met grote angst. Je naam lag op ieders lippen, vooral van je vader toen hij nog leefde. Misschien ben je je er niet van bewust, maar je ouders waren heel trots op jou en je verrichtingen.’

Percy keek grijnzend naar zijn oudste broer, die argwanend zijn wenkbrauwen optrok. ‘Ik vrees dat je die arme Stuart beschaamde met je talloze wapenfeiten en heldendaden.’

Slechts heel licht hinkend kwam Stuart langzaam en met een grijns op zijn gezicht naar hen toe. ‘Op een dag, Percy, zul je zelf de gevaren ondervinden als je je op een slagveld bevindt, waar de kogels je om de oren vliegen,’ waarschuwde hij, terwijl hij zijn best deed een ernstig gezicht te zetten. ‘Je hebt nu al te lang mogen dienen als de onmondige afgezant van de prins-regent, maar ik geef je de verzekering dat er heel wat meer van je verlangd zal worden als Napoleon onverhoopt weer zou terugkeren.’

‘God verhoede,’ mompelde Colton.

Percy keek overdreven geschokt bij de repliek van zijn broer. ‘Wat heeft dit te betekenen? Mijn eigen broer die mijn dappere pogingen kleineert om zijne majesteit op de hoogte te houden van de activiteiten van onze troepen? Je hebt geen idee hoe groot de problemen van de diplomatie kunnen zijn, anders zou je die gemene laster achterwege laten.’

Samantha gaf haar man een plagend tikje op zijn arm. ‘Erger je broer niet, liefste. Hij heeft heel erg geleden nadat die kogel een boom had geveld en er reusachtige splinters in zijn vlees waren gedrongen. Ongetwijfeld zal het gebulder van kanonnen hem de schrik op het lijf jagen na de eindeloze kwellingen die hij heeft ondergaan toen de dokters alle tijd namen om al die splinters er een voor een uit te halen. Het is een wonder dat Stuart je geen draai om je oren geeft omdat je beweert dat íemand hem te schande kan maken.’

Haar zwager maakt een buiging voor haar, die abrupt werd afgebroken omdat hij onbarmhartig werd herinnerd aan zijn wond, die op onverwachte momenten pijnlijke steken veroorzaakte. ‘Dank je, m’n lieve Samantha. Het doet me goed te constateren dat mijn broer boven zijn stand is getrouwd toen hij jou tot vrouw nam. Blijkbaar heb jij de intelligentie die hem al die jaren heeft ontbroken. Hoewel de wond grotendeels is genezen, betwijfel ik of mijn trots dat ooit zal zijn. Vervloekte pech, met al die mensen die het ergste vreesden en mijn eigen broer die grinnikend als een dorpsidioot opmerkingen maakte over de exacte plaats van mijn letsel. Hoewel ik steeds weer heb geprobeerd uit te leggen hoe het kwam dat ik in de rug gewond ben geraakt en herhaaldelijk heb bezworen dat ik juist aanviel in plaats van terug te trekken, blijven mijn metgezellen… én mijn broer… me nog steeds ongelovig uitjouwen.’

Toen het gelach eindelijk bedaarde, keek Stuart serieus en oprecht naar zijn gastheer. ‘Ik voel me bijzonder vereerd met deze kans om onze kennismaking te hernieuwen, milord. Wellington heeft uw lof gezongen tijdens onze laatste veldtocht.’

‘Ik had het geluk om mannen van uitzonderlijke moed onder mijn commando te hebben,’ verzekerde Colton de majoor. ‘Alle lof die me is toegezwaaid is voor het grootste deel aan hen te danken, want het was hun dapperheid die heeft geholpen de vijand te overwinnen.’