Dubbel bedrog
Hoofdstuk 1
2 mei 2006, Thatch, Stark County, Wyoming
Harold J. Ford, de sheriff van Stark County, wenste uit de grond van zijn hart dat hij ergens anders was. Opeens was het nu overal beter dan hier. Ondanks het lentezonnetje en de ontluikende wilde bloemen leek de vertrouwde weg naar de Flying W ranch minder aantrekkelijk dan de bevroren toendra van Alaska midden in de winter.
Helaas werd hij nergens opgehouden door loslopende koeien of kapotte tractoren. Uitgerekend nu had hij de weg van de stad naar de ranch in recordtijd af weten te leggen. Hij bevond zich al minder dan een kilometer van Ellie Ravens toegangspoort vandaan, en nog steeds had hij geen idee wat hij tegen haar moest zeggen.
Hij remde om een paar prairiehonden met witte staarten de tijd te geven om zich uit de voeten te maken uit de diepe voren in de grindweg. Vervolgens bracht hij zijn dienstwagen, een Jeep Cherokee, voor zijn doen ongewoon rustig tot stilstand op de strook asfalt bij de schuur voor de landbouwvoertuigen van de Flying W.
Een stel renpaarden stond te grazen in de wei naast de schuur, en de sheriff keek met iets van afgunst naar het vreedzame tafereel. Een van de paarden keek terug, een pluk vers gras bungelend uit zijn mondhoek, het toonbeeld van een tevreden paard. Dat beest bofte maar. Harry slaakte een diepe zucht. Soms was het goed waardeloos om sheriff van Stark County te zijn.
De hemel zij dank was Ellie waarschijnlijk in de keuken achter aan het werk, want ze kwam hem niet tegemoet. Nog even uitstel van executie. Gefrustreerd sloeg Harry tegen het stuur. Het was jammer dat zijn zere knokkels niet hielpen om zijn hersenactiviteit te verhogen. Hij wreef zijn zere handen terwijl hij in gedachten een paar mogelijke openingszinnen probeerde, maar na een tijdje gaf hij het vol walging op.
Jezus, waar moest hij de woorden vandaan halen om Ellie het slechte nieuws over haar man te vertellen? Alles wat bij hem was opgekomen sinds het telefoontje van de politie in Miami was gekomen, leek beledigend, neerbuigend of ronduit harteloos te zijn.
Megan, Ellies dochter, kwam naar de voordeur en floot naar de honden. Ze zwaaide toen ze hem zag. Harry zwaaide terug en zette zich ertoe eindelijk uit te stappen. Afwezig gaf hij de honden een klopje toen ze om hem heen begonnen te springen.
Het was een hele opluchting dat Megan op de ranch bleek te zijn. Voordat Harry uit de stad was vertrokken, had hij nog geprobeerd haar thuis in haar appartement in Jackson Hole te bellen, maar hij had haar antwoordapparaat gekregen. Daarna had hij nog naar het mondaine skiresort gebeld waar ze werkte. Daar hadden ze hem meegedeeld dat ze pas woensdag weer ingeroosterd stond, wat niet zo vreemd was aangezien het buiten het seizoen was; te laat om te skiën en te vroeg voor de zomertoeristen.
Harry was al bang geweest dat Megan voor een minivakantie naar Denver of Salt Lake City was gegaan. Tenzij je de aanblik van vliegenverjagende koeien toevallig fascinerend vond, had Stark County jonge ongetrouwde vrouwen weinig te bieden. Maar gelukkig bleek Megan er nu toch te zijn, en dat was een zegen. Nu had Ellie tenminste haar dochter aan haar zijde wanneer hij het slechte nieuws bracht.
‘Hoi, Harry, hoe gaat het ermee?’ Megan begroette hem met een lach. Ze wachtte niet op zijn antwoord maar hield de deur met één heup open en liet de honden naar binnen. Megan was net een accu vol samengebalde energie, in een welgevormde verpakking van welgeteld één meter achtenvijftig, en een gesprek met haar verliep gewoonlijk met de snelheid van het licht. ‘Hoe kan het toch dat alle buren opeens langskomen, elke keer wanneer mam zo’n chocolade-fudgetaart bakt?’
Harry ging niet met een grapje op haar woorden in, zoals hij anders zou doen. ‘Ik ben hier ambtshalve, Megan. Mag ik binnenkomen?’
‘Natuurlijk.’ Megan wierp hem een blik toe die eerder verbaasd was dan bezorgd. Ze gebaarde uitnodigend naar binnen. ‘Ambtshalve, zeg je? Zijn er soms weer wolven in de buurt gesignaleerd?’
‘Wel bij Yellowstone, maar hier in de buurt niet, anders had ik het wel gehoord. We hopen dat die ene die Jerry Hotchkiss vorige maand heeft gezien, een eenling was.’ Hij realiseerde zich dat hij maar wat wauwelde en perste zijn lippen op elkaar. Met zijn uniformpet onder de arm volgde hij Megan naar de woonkamer.
Ellie had hem al verteld over de nieuwe bank en stoelen die ze online had besteld – haar eerste aankoop via internet – en de meubelen bleken te zijn afgeleverd na de vorige keer dat hij op de ranch was geweest. De bank was groot en goudkleurig en prijkte prominent midden in de kamer, en koperkleurige leunstoelen flankeerden de grote stenen haard waar eerst een lege ruimte was geweest. Misschien kwam het daardoor dat de vertrouwde kamer er opeens zo vreemd uitzag.
‘Waarom ben je hier dan, als het niet vanwege wolven is?’ Ditmaal verwachtte Megan duidelijk antwoord. ‘Je ziet er nogal ontdaan uit, Harry.’