Reading Online Novel

Dubbel bedrog(7)



Hij ging de lift in en drukte op het knopje van het penthouse. Met een discreet, gedempt geluid gingen de deuren dicht. Mooi, dacht hij toen de donkere spiegels hem een flatterend beeld van zichzelf in uniform voorhielden. Zelfs de lift was ontworpen om de bewoners een goed gevoel over zichzelf te bezorgen. Hij voelde een steek van meeleven met Avery Raven toen hij besefte dat de kans groot was dat ze binnenkort opeens geen geld en geen huis meer had. Ergens hoopte hij dat het een vals kreng bleek te zijn met wie hij geen medelijden hoefde te hebben.

Op de tweeëntwintigste etage stapte hij uit de lift, en hij werd begroet door een lange slanke blonde vrouw met enorm grote blauwe ogen en een voorgevel die óf een voorbeeld van onzelieveheer was hoe vrouwenborsten eruit hoorden te zien, óf een meesterwerk van een van de beste plastisch chirurgen van het land.

Even stond Frank sprakeloos. Allemachtig, dit moest wel de meest sexy vrouw zijn die hij ooit buiten de bladzijden van de tijdschriften had gezien. Ze was geen dag ouder dan dertig, eerder jonger. Om de een of andere reden was hij er niet vanuit gegaan dat Avery Raven nog zo jong was.

Hij slikte een paar keer om de vieze smaak uit zijn mond te krijgen. Die Ron Raven van zesenvijftig had er kennelijk een echtgenote van bijna dertig jaar jonger op na gehouden. Uiteraard maakte dat geen moer verschil voor wat hij moest doen.

Zijn weerzin verbergend, zette hij zijn uniformpet af en stopte die onder zijn arm. ‘Mrs. Raven? Ik ben rechercheur Franklin Chomsky van het Chicago Police Department. Ik vrees dat ik u slecht nieuws over Mr. Raven moet brengen.’

De beleefde glimlach van de jonge vrouw verdween onmiddellijk. ‘Wat is er dan?’ Ze klemde het tijdschrift dat ze in haar handen had, steviger vast. Gourmet Today, merkte hij automatisch op. ‘Is er iets met mijn vader? Heeft hij een ongeluk gehad of zo?’

Haar vader… Natuurlijk! Deze verrukkelijke vrouw moest Ron Ravens dochter zijn, niet de veel jongere glamoureuze echtgenote die als statussymbool moest dienen. Jezus, hij deed dit werk al zo lang dat zijn mening over de mensheid klaarblijkelijk dieper was gezonken dan hij zich realiseerde.

Hij gaf geen antwoord op haar vragen. ‘Mag ik binnenkomen, Miss Raven? Ik neem tenminste aan dat u zo heet?’

‘Ja, ik ben Kate Raven.’

‘Is uw moeder ook thuis, Miss Raven? Ik wil haar graag spreken, als ze er is.’

‘Toevallig is mijn moeder net een paar minuten geleden thuisgekomen.’ Ze wilde hem al binnenlaten, maar opeens bedacht ze zich. ‘Momentje. Mag ik uw insigne even zien?’

Hij toonde zijn politiepenning, en ze bekeek die zorgvuldig voordat ze aan de kant ging om hem binnen te laten. ‘Als u hier even wilt wachten… dan haal ik mijn moeder.’

Frank knikte bij wijze van instemming. De ruimte waarin Kate hem had achtergelaten was een formeel ingerichte ontvangstruime, een groot vertrek dat werd gekenmerkt door een gewelfd plafond, een marmeren vloer en decoratieve pilaren met daarachter een gang tot achter in het appartement, die kennelijk naar nog meer kamers leidde. Een vleugel, een boekenwand en een dozijn antieke meubelen lieten nog meer dan genoeg ruimte over voor twintig tot dertig gasten om door de kamer te lopen zonder dat allerlei kostbare snuisterijen op de vloer belandden. Zoals hij al had geraden, keken de kamerhoge ramen aan de oostkant rechtstreeks uit over het Lake Michigan. Het uitzicht was in alle opzichten net zo spectaculair als hij zich had voorgesteld.

Zo woont de andere helft dus, dacht Frank, eerder geamuseerd dan afgunstig. Persoonlijk zou hij al die antieke meubels met dunne pootjes meteen inruilen voor een flatscreentelevisie en een bank waar je comfortabel languit op kon liggen om naar het voetballen te kijken. En natuurlijk een tafel waarop je een flesje bier kwijt kon zonder dat je je zorgen moest maken of je daarmee niet een vijfhonderdjarige vernislaag ruïneerde.

Toen hij het geluid van twee paar voetstappen hoorde, liet hij het uitzicht op het meer voor wat het was en richtte hij zijn aandacht op de taak die voor hem lag. Kate Raven kwam weer in zicht, gevolgd door een vrouw die al net zo lang en aantrekkelijk was en er niet ouder uitzag dan veertig. Dat moest Avery Fairfax Raven zijn. Omdat Kate haar dochter was, moest Avery wel ouder zijn dan ze leek, toch zeker wel eind veertig, maar ze zag er uitstekend uit voor haar leeftijd. In zijn werk had hij wel geconstateerd dat dat voor de meeste rijke vrouwen opging.

In haar jeugd moest Avery net zo’n oogverblindende schoonheid zijn geweest als haar dochter. Nog steeds was ze een mooie vrouw, met lichtbruin haar, gladde wangen, sensuele volle lippen en een rimpelloos voorhoofd. Of ze had fantastische genen, óf ze had royale injecties gekregen met botox en lipcollageen. Ze droeg een roomkleurige zijden blouse, een elegante lange broek en een enkel snoer parels – al met al vermoedelijk haar opvatting van informele kleding voor een middagje thuis. Zijn vrouw zou zoiets nog niet aantrekken voor een begrafenis, dacht Frank wrang.