Reading Online Novel

Droom in zijde(37)



‘Dat durf ik omdat ik, zoals je eigen broer mij zojuist heeft verteld, nu deel uitmaak van jouw familie, dankzij ónze baby.’

Er verscheen weer wat kleur op haar wangen. ‘Vertel me eens eerlijk, was gisteravond nog een laatste vluggertje voordat je me ging vragen om te vertrekken, of was je van plan om me te blijven gebruiken totdat mijn lichaam te rond en te dik en weerzinwekkend wordt?’

‘Hou op,’ zei hij kortaf. De gedachte aan haar lichaam dat nog ronder werd, had het compleet tegenovergestelde effect op zijn lichaam. Voordat ze nog iets anders kon zeggen, vroeg hij: ‘Wat zei je over mijn broer?’

‘Jacob belde net. Hij wilde weten waarom hij je niet kon bereiken en of je naar Nathaniels bruiloft gaat.’

Bij het horen van die naam ging er een steek van pijn door hem heen. ‘Ik heb je al verteld dat ik niet ga, en hij heeft er niks mee te maken.’ Gebiedend stak hij een hand uit. ‘Geef me die uitnodiging.’

Opstandig hield Aneesa hem tegen haar borstkas. ‘Nee. Als je hem wilt hebben, kom je hem maar halen. En je had hem weg kunnen gooien, maar dat heb je niet gedaan.’

Met een woedend gezicht kwam Sebastian op haar af, maar Aneesa was niet bang. Hij bleef op een meter afstand staan, en ze kon de onrust op zijn gezicht zien. Zijn vuisten waren gebald. De spanning straalde van hem af.

‘Ik geef je die uitnodiging niet, want hij is niet meer van jou. Hij is van mij. Jacob heeft me gevraagd of ik kom, en ik heb ja gezegd.’

Hij knarsetandde. ‘Je kunt niet gaan. Je kent ze niet eens.’

Haar ogen glinsterden. ‘Ik ken ze misschien niet, maar nu we breeduit in de krant hebben gestaan, willen ze míj leren kennen. Gek genoeg hebben zij een stuk minder tijd nodig om eraan te wennen dat ik een Wolfe-erfgenaam draag, dan jij!’

‘Hij heeft het in de krant gelezen…’ Het was geen vraag.

‘Ja. Waarom heb je niets tegen me gezegd?’

Duidelijk getergd haalde hij een hand door zijn haren. ‘Ik wilde niet dat je van streek zou raken.’

‘Misschien wilde je niet dat ik het idee zou krijgen dat deze situatie blijvend zou zijn? Je vergeet dat ik niet degene ben die het moeilijk heeft met deze zwangerschap. Dat ben jíj.’

Opnieuw keek ze naar de brochures in haar hand. Toen duwde ze ze tegen zijn borstkas, zodat hij ze wel moest pakken of ze op de grond moest laten vallen. ‘En het is nu wel duidelijk dat je heel erg je best doet om het bewijs uit de weg te ruimen – je wilt je lastige ex-liefje voor een nacht, en die nog lastiger baby van haar ergens wegstoppen.’

Ze liep naar de deur, waar ze zich nog even omdraaide. ‘Ik ga niet naar een of andere plek die jij hebt uitgezocht als een of andere zwangere bijvrouw. Dan ga ik nog liever terug naar India. En of je het leuk vindt of niet, ik ga naar de bruiloft van je broer. Ik wil dat mijn kind zijn of haar familie kent.’

Tegen de tijd dat ze bij haar slaapkamer was, beefde ze over haar hele lichaam. Het was veel moeilijker geweest om Sebastian te trotseren dan ze had gedacht. Het deed ontzettend veel pijn dat hij op die manier van haar en de baby af wilde komen. Maar wat had ze anders verwacht, dacht ze wanhopig.

Zonder echt iets te zien, zat ze op de vensterbank en staarde naar het uitzicht. Ze wachtte totdat ze de voordeur dicht hoorde slaan ten teken dat Sebastian weer naar zijn werk was vertrokken. Ze was zo gespannen dat ze opsprong toen er op haar kamerdeur werd geklopt.

Ze deed de deur open, en daar stond Sebastian. Zonder stropdas, zonder jasje, met zijn overhemd open. En hij zag er zo verschrikkelijk knap uit dat elk botje in haar lichaam leek te smelten. Desondanks sloeg ze vastberaden haar armen over elkaar. Als hij erop stond dat ze ergens anders zou gaan wonen, zou ze hem vertellen dat ze naar India terugging.

‘Moest jij niet naar een vergadering of zo? Ik wil er niet de schuld van krijgen dat ik je dagelijkse leven verstoor.’

Met een grimmig lachje op zijn gezicht sloot Sebastian de deur achter zich, waardoor haar hart een slag oversloeg.

‘Ik heb mijn vergadering afgezegd. En mijn dagelijkse leven is al verstoord vanaf het moment dat ik je voor het eerst zag.’

Opnieuw voelde ze zich gekwetst. ‘Nou, dat spijt me heel erg, maar…’

Hij stak een hand op. ‘Het spijt mij helemaal niet.’

Langzaam kwam hij op haar af, en ze wilde dat ze weg kon rennen. Sebastian die koud en afstandelijk en prikkelbaar was, was een ding, maar deze onvoorspelbare Sebastian vormde een gevaar voor haar toch al zo wankele evenwicht.

Hij bleef zo dicht voor haar staan dat ze elkaar net niet aanraakten. Zijn ogen gleden over haar gezicht, bleven nadrukkelijk lang op haar mond rusten voordat ze weer naar boven gingen, waar hun hitte haar bijna aan het wankelen maakte.