Drift(54)
Kraus zweeg en zijn ex keek op haar horloge met grote wijzerplaat, waaromheen glanzende kraaltjes gezet waren. Het horloge had een brede polsband.
‘Hé, Simon!’ Mahinovic kwam op naaldhakken kamer 2B binnen. Ze zwaaide met een bos rozen, die ze op Kraus’ schoot legde. Ze zoende Kraus twee keer op zijn mond en hij sloeg twee armen om haar rug.
Yvonne snoof.
‘Ik ben me dood geschrokken. Gaat het weer?’
Kraus klopte op Mahinovic’ schouders.
‘Ik kwam Stef en Nick beneden tegen,’ ratelde ze verder. ‘Ze vertelden dat je wel dood had kunnen zijn.’
Kraus wreef nu over haar rug. ‘Ik leef.’ Hij haalde zijn neus op.
‘We kunnen je niet missen.’
‘Zo is het wel genoeg.’ Yvonne stond op. ‘Sentimenteel gesnotter, omdat jij langskomt om hem te troosten. Ben je zijn vriendinnetje? Hoe oud ben je? Je had zijn dochter kunnen zijn.’
Mahinovic draaide zich om.
‘Ik ben zijn vriendinnetje niet. Ik ben zijn collega, achtentwintig jaar oud. We hebben een keer geneukt en dat zal nog wel een keer gebeuren. Hij is goed in bed, die Simon.’
Yvonne griste haar handtas van de vloer en beende naar de deur.
‘Stef en Nick neem ik meteen mee.’
‘Ze is jaloers ,’ lachte Mahinovic.
‘Je had niet moeten zeggen dat ik goed in bed ben. Niet met Yvonne erbij.’
‘Ik spreek gewoon de waarheid, lieve zieke beer.’
Zoutpilaar
Telander was op de bank in slaap gevallen, nadat ze een joint gerookt had. Ze had televisie gekeken, maar het duffe woordspelletje en de juichkreten van de kandidaten als ze een simpel woordje hadden geraden verveelden haar. Bovendien ergerde ze zich aan de plagerige opmerkingen van de presentatrice. Ze had de tv uitgezet en een kussen onder haar hoofd geschoven. Ze hoorde haar vader rommelen in de keuken.
Na de begrafenis van haar moeder was het begonnen. Haar vader had portretten neergezet op het dressoir in de woonkamer en iedere week een bos verse rozen. Na een paar maanden plaatste hij ook brandende kaarsen en legde haar moeders lievelingsboeken neer: Karakter, Nooit meer slapen en In cold blood. Op 8 juni 1983, precies vier maanden na haar overlijden, was Telander ’s middags uit school gekomen.
‘Vandaag gaan we iets bijzonders voor mama doen. We steken eerst vier kaarsen aan.’
‘Ik moet eerst naar de wc.’
‘Straks, Lone.’
‘Ik moet erg nodig.’
Haar vader had in haar schouder geknepen. Hard. Het was pijnlijk. ‘Niet nu. Eerst iets speciaals voor mama. Help je mee met de kaarsen?’
Ze streek een lucifer aan.
‘Eerst alleen de meeste linkse kaars. Die staat voor de eerste maand.’
De kaars brandde en ze blies de lucifer uit.
‘Ik heb mama’s trouwring laten verkleinen. Geef me je rechterhand.’ Hij schoof de ring om haar wijsvinger.