Dodenschip(84)
Eddie duwde de hendel van de automatische versnelling naar voren. De bus kwam met een ruk in beweging, zodat enkele passagiers die in het gangpad stonden languit op de vloer belandden.
Eddie stuurde met één hand over de weg rond het Colosseum en met zijn andere hand greep hij de microfoon van de intercom. Hij schreeuwde: ‘Iedereen naar boven! Nu meteen!’
De hevig geschrokken toeristen liepen zo snel ze konden naar achteren om te gehoorzamen. Eddie keek in het spiegeltje en zag dat de rode auto, een Fiat Bravo, de bus nog steeds achtervolgde. Even later kwam de Fiat naast de bus rijden en Eddie kon de drie inzittenden zien. De man naast de bestuurder hield zijn handen laag, maar Eddie zag dat iemand achterin een wapen vasthield. De schutter op de achterbank richtte de loop van een geweer door het raam en vuurde een salvo af op de bus. De raampjes explodeerden in scherven, door kogelgaten in de stoelbekleding puilde de vulling naar buiten en warrelde rond als confetti. Eddie zwenkte met de bus naar de Fiat, die opzij gedreven werd en het angstige geschreeuw van de passagiers op het bovendek van de bus klonk steeds luider.
Eddie stuurde scherp opzij om een rij stilstaande auto’s te omzeilen en hij voelde dat de bus overhelde en dreigde te kantelen. Hij corrigeerde met een ruk aan het stuur en het gevaarte kwam hevig deinend weer in balans. De weg voorbij het Colosseum was recht en liep in noordoostelijke richting. Aan weerszijden waren moderne gebouwen tussen de oude bebouwing verrezen. De bus raasde langs kantoorpanden, kerken en de ruïnes van Romeinse tempels. De Fiat probeerde de bus weer in te halen, maar Eddie gaf een ruk aan het stuur en hij hoorde het schrapende geluid van metaal toen beide voertuigen tegen elkaar schuurden.
Eddie accelereerde tot bijna honderd kilometer per uur en hij veronderstelde dat de Fiat zwaar beschadigd was, omdat er geen poging meer werd gedaan de bus in te halen. Maar op dat moment hoorde hij het ratelende geluid van een machinegeweer. De kogels werden afgevuurd op de motor achter in de bus, en ondanks de afstand kon Eddie de inslagen voelen. De schutters probeerden de motor onklaar te maken, om daarna Eddie onder schot te nemen.
Eddie zag een eind voor hem iets wat op een grote bruidstaart leek. Het was een groot gebouw, opgetrokken uit marmer en het domineerde de wijde omgeving. Vaag herinnerde hij zich dat dit het monument was voor Victor Emmanuel II, de koning die alle Italiaanse deelstaten verenigd had tot een moderne natie. De pompeuze architectuur werd nog lelijker omdat het gebouw zo enorm groot was: het leek eerder op een reusachtig kunstgebit dan op een monument voor een grote koning.
De weg liep naar links om het gebouw en een groot bronzen standbeeld van Victor te paard werd zichtbaar. De zon begon onder te gaan, en op de marmeren treden zaten nog toeristen, sommige met hun rugzak. Er waren stalletjes waar venters frisdrank verkochten.
Weer werd een salvo op de achterkant van de bus afgevuurd en de angstige toeristen op het bovendek begonnen weer te jammeren.
Eddie wist dat het niet lang kon duren voordat ze ergens tegenaan zouden botsen of bij een wegversperring van de politie kwamen. In de verte hoorde hij al sirenes en het geluid kwam snel dichterbij. Hij zag een bord met het opschrift VIA DEI FORI IMPERIALI. De weg was breed voor Romeinse begrippen en Eddie vond dat er te veel ruimte rond de bus was. Verderop was een splitsing, voorbij een parkeerterrein waar veel autobussen geparkeerd stonden. Hij stuurde naar links en reed door een smallere winkelstraat met aan weerszijden vier tot vijf verdiepingen hoge gebouwen. In de winkels was van alles te koop: lederwaren, elektronica en exotische huisdieren. Maar deze straat vond Eddie toch ook te breed voor zijn plan. Remlichten gloeiden opeens op voor de bus en het verkeer stokte. Eddie toeterde driftig en hij stuurde de bus naar het trottoir, dat amper breed genoeg was voor het grote voertuig. Hobbelend over de stoep maaide de bus parkeermeters weg, als koren voor een combine. Geparkeerde auto’s werden door de bus opzij gedrukt en er ontstond een kakofonie van geschreeuw en loeiende autoalarmen.
De bus ploegde verder langs een souvenirwinkel en veroorzaakte een warreling van ansichtkaarten. Eddie schrok toen hij even meende een vrouw aan te rijden, maar het was een modepop waarmee een T-shirt werd geshowd.
De zijspiegel aan de rechterkant brak af toen de bus langs een gevel schraapte. Opeens stoof de bus over een kruising. Auto’s schoten aan alle kanten voorbij, terwijl Eddie de bus naar een smalle straat stuurde. De straat leek eerder een steeg en er verdwenen wel auto’s maar er kwamen geen auto’s uit.
De mannen van Kovac schoten weer op de bus, nadat ze hun magazijnen hadden verwisseld. Het gaspedaal onder Eddie’s voet voelde opeens sponzig aan en hij zag in de onbeschadigde spiegel aan de linkerkant zwarte rookwolken bij de achterkant van de bus.