Dodenschip(21)
Nog een paar seconden en ze zou bewusteloos raken, zonder dat ze iets kon doen. Het was als verdrinken, de afschuwelijkste dood die ze zich kon voorstellen. Alleen was het nu geen koud water dat haar leven wegnam, maar de hand van een vreemde.
Jannike vocht met haar laatste krachten, een wanhopige poging om zich los te rukken.
Hijgend kwam ze bij bewustzijn, en ze hief haar hoofd en schouders op van het bed. Meteen werd ze teruggetrokken door de lakens en dekens die haar bedekten. De doorzichtige slang die zuivere zuurstof naar haar neus bracht was om haar keel gedraaid en verstikte haar even hevig als de astma-aanval waar ze aan leed.
Nog rillend van de effecten van de nachtmerries die altijd gepaard gingen met een astma-aanval in haar slaap, graaide Janni naar de inhalator op haar nachtkastje en ze was zich vaag bewust dat ze in de ziekenboeg van het schip was. Ze deed het mondstuk tussen haar lippen en spoot het medicijn een paar keer in haar mond, de Ventolin zo diep mogelijk inhalerend in haar longen.
Toen het medicijn haar benauwde luchtwegen ontspande was Janni in staat meer van het medicijn te inhaleren en de heftigste symptomen van de aanval werden minder. Maar haar hart bonsde nog heftig na de nachtmerrie en via de slang drong zuurstof door maar een van haar neusgaten naar binnen. Ze verschoof de plastic buis en voelde het effect meteen. Ze keek naar de monitor boven haar bed en zag dat de hoeveelheid zuurstof meteen groter werd. Ze trok de lakens recht en liet zich weer zakken op het hellende bed.
Dit was haar derde dag in de ziekenboeg. De derde dag vol eenzame en vervelende uren. Ze vervloekte haar zwakke longen. Haar vrienden waren regelmatig op bezoek gekomen, maar ze wist dat geen van hen langer dan nodig wilde blijven. Dat kon ze hun niet kwalijk nemen. Toekijken hoe ze als een vis naar lucht hapte of aan de inhalator zoog was geen prettige aanblik. Ze had niet eens de kracht om aan de verpleegster te vragen haar lakens te verschonen en ze wilde er niet aan denken welke lucht haar lichaam verspreidde.
Het gordijn om haar bed werd opeens opengetrokken.
Dokter Passman bewoog zich zo geluidloos dat Janni hem niet hoorde binnenkomen. De arts was in de zestig, hij was een gepensioneerde hartchirurg uit Engeland. Hij had zijn praktijk beëindigd na zijn echtscheiding en was scheepsarts geworden bij de Golden Cruise Lines, om een rustiger bestaan te leiden en om te verhinderen dat zijn ex-vrouw de helft van zijn vroegere salaris kon opeisen.
‘Ik hoorde je roepen,’ zei hij, met meer aandacht voor de monitors dan voor de patiënt. ‘Hoe voel je je?’
‘Ik had weer een aanval.’ Janni glimlachte moeizaam. ‘Zoals ik de laatste drie dagen vaak heb.’ Ze zweeg even en voegde er met haar Scandinavische accent aan toe: ‘Het was niet zo heftig als eerst. Ik denk dat het wel voorbijgaat.’
‘Dat is aan mij om te beoordelen,’ zei hij, haar aankijkend. Er was een bezorgde trek op zijn gezicht. ‘Je bent zo blauw als een bes. Mijn dochter had chronische astma, maar niet zo ernstig als jij.’
‘Ik ben eraan gewend,’ zei Jannike schouderophalend. ‘Mijn eerste aanval kreeg ik toen ik vijf jaar was, dus ik heb er al driekwart van mijn leven mee te maken.’
‘Zijn er meer familieleden die astma hebben?’
‘Ik heb geen broers en zussen, mijn ouders hadden geen astma, al vertelde mijn moeder dat mijn oma wel astmatisch was als kind.’
Passman knikte. ‘Het is vaak een familiekwaal. Ik had verwacht dat de schone zeelucht de symptomen zou verminderen.’
‘Dat hoopte ik ook,’ beaamde Janni. ‘Het was een van de redenen om deze baan als serveerster aan boord van een cruiseschip te nemen. En ik wilde natuurlijk weg uit dat stadje waar niets gebeurt en waar je alleen naar vissersboten die de haven in- en uitvaren kunt kijken.’
‘Maar mis jij je ouders niet?’
‘Die zijn twee jaar geleden omgekomen.’ Een donkere schaduw trok over haar gezicht. ‘Verkeersongeluk.’
‘Wat erg. Je krijgt weer een normale kleur,’ zei Passman om het gesprek een andere wending te geven. ‘En je ademt kennelijk ook wat gemakkelijker.’
‘Kan ik weer weggaan?’ vroeg Janni.
‘Ik vrees van niet. Je zuurstofverzadiging is nog te laag.’
‘En maakt het iets uit dat er vandaag een personeelsfeestje is?’ vroeg ze teleurgesteld. Volgens de klok aan de wand zou het feest over enkele uren beginnen.
De dansavond was de eerste gelegenheid voor de jonge medewerkers van het hotelpersoneel aan boord om de teugels wat te laten vieren, sinds de Golden Dawn twee weken eerder was vertrokken van de Filippijnen. Het was een hoogtepunt voor de kelners, de serveersters, de kamermeisjes en voor de bemanningsleden die geen dienst hadden. Bij die laatste groep zaten enkele heel aantrekkelijke jonge Noren. Janni wist dat een aantal jeugdige passagiers ook zou komen. Ze hadden de afgelopen week over niets anders gepraat.