De regels van het spel
Hoofdstuk 1
Voor het eerst sinds drie maanden stapte Nikos Theakis zijn kantoor in Londen binnen. Met zijn lange en donkere verschijning en atletische lichaam eiste hij direct de aandacht op van alle aanwezigen in de moderne hal. De lucht om hem heen trilde van de overmaat aan energie wanneer hij liep, en de vlaag van begroetingen klonk ademloos en geladen.
Dat hij overal waar hij kwam dezelfde uitwerking had, zei veel over zijn persoonlijkheid. Hij was scherp, vriendelijk, vastberaden en gedreven. Voor hem werken was als een raketvlucht naar de sterren. Opwindend, adembenemend en soms schrikaanjagend, omdat hij enorme risico’s nam die anderen niet aandurfden. Hij was toegewijd en geconcentreerd en stond erom bekend dat hij zich nooit vergiste.
Momenteel stond zijn klassieke Griekse gezicht strak doordat hij zich concentreerde op het telefoongesprek dat hij via zijn mobiel voerde. Hij groette dan ook wat afwezig terug door met zijn donkere hoofd te knikken, terwijl hij door de hal naar de wachtende lift beende.
‘In ’s hemelsnaam, Oscar,’ zei hij zacht. ‘Wat voor een spelletje probeer je met me te spelen?’
‘Het is geen spelletje,’ zei Oscar Balfour nadrukkelijk. ‘Ik heb hier goed over nagedacht, en nu vraag ik je hulp.’
‘Vráág je?’ herhaalde Nikos sarcastisch.
‘Tenzij je tegenwoordig te groot en belangrijk bent om een oude vriend te helpen…’
Op de knop voor de bovenste etage drukkend, keek Nikos op zijn horloge en verbeet een vloek. Hij was nog geen uur terug van zijn wekenlange vlucht rond de wereld in zijn poging een multiconglomeraat te redden dat het niet verdiende ten onder te gaan nadat de internationale investeerders de stekker uit hun leningen hadden getrokken. Hij was moe, had honger en last van jetlag, maar in zijn directiekamer zat een groep bezorgde mensen te wachten om de resultaten van zijn inspanningen te vernemen. ‘Probeer me niet te manipuleren,’ snauwde hij.
‘Het vleit me dat je denkt dat ik dat nog kan,’ teemde Oscar.
‘En kom ter zake,’ voegde hij eraan toe. Hij was zich er terdege van bewust dat Oscar de meedogenloze, uitgekookte meester van de manipulatie was, dus dat soort omgekeerde vleierij was niet aan hem besteed. ‘Vertel me liever wat je in vredesnaam verwacht dat ik doe met een van jouw strontverwende dochters?’
‘Niet dat je met haar naar bed gaat, in elk geval.’
Nikos stond op het punt om vanuit de lift in de gang van de bovenste verdieping te stappen, maar bleef even stokstijf staan bij het horen van die koele opmerking. ‘Hier kan ik niet om lachen,’ zei hij met ijskoude waardigheid. ‘Ik heb je dochters nooit met een vinger aangeraakt. Dat zou –’
‘Onbeleefd zijn tegenover mij?’
‘Ja!’ snerpte Nikos, want niemand wist beter dan hijzelf hoeveel hij aan Oscar te danken had. Zonder hem was hij niet de persoon geworden die hij nu was. Een gepaste afstand bewaren tussen zichzelf en Oscars mooie dochters was eenvoudig een kwestie van erkenning van dat feit.
‘Dank je,’ mompelde Oscar.
‘Ik hoef je dank niet,’ zei Nikos, terwijl hij weer begon te lopen. ‘En ik voel er niets voor om een van je decoratieve dochters een rommeltje van mijn kantoor te laten maken, terwijl ze doet alsof ze een efficiënte assistente is alleen maar om jou een plezier te doen,’ vervolgde hij. ‘Vanwaar trouwens deze plotselinge beslissing om ze aan het werk te zetten?’ vroeg hij nieuwsgierig, terwijl hij de deur naar zijn eigen kantoorsuite openduwde.
Zijn secretaresse, Fiona, keek op van haar computerscherm en lachte stralend naar hem. Naar zijn mobieltje wijzend, gaf Nikos instructies met zijn hand, die ze scheen te begrijpen, want ze knikte met haar blonde hoofd. Met een gerust hart sloot hij zich op in zijn eigen kantoor in de wetenschap dat de mensen die in de directiekamer zaten te wachten op de hoogte werden gesteld van het oponthoud.
Pas toen hij de deur achter zich sloot, viel hem op hoe stil het was aan de andere kant van de lijn. Aangezien Oscars brein met de snelheid van het licht werkte, waren stiltes zo ongebruikelijk, dat hij ongerust werd.
‘Alles goed, Oscar?’ vroeg hij voorzichtig.
De oudere man zuchtte. ‘Ik voel me hartstikke rot,’ gaf hij toe. ‘Ik begin me af te vragen wat de afgelopen dertig jaar van mijn leven te betekenen hadden.’
Nikos stelde zich de grote, harde, in het oog vallende investeringstycoon voor met zijn sneeuwwitte haar en zijn keurige sik en de trots van zijn lange aristocratische erfenis die op elk facet van hem zijn stempel had gedrukt. ‘Je mist Lillian,’ concludeerde hij.
‘Elke minuut van elk uur van elke dag,’ bevestigde Oscar. ‘Ik denk aan haar wanneer ik ga slapen, droom ’s nachts van haar, en wanneer ik ’s morgens wakker word, zoek ik naar haar warme lichaam naast me.’