De regels van het spel(2)
‘Het… spijt me.’ Het was een volkomen ontoereikende reactie, wist Nikos, want Oscar Balfour rouwde nog om het recente verlies van zijn vrouw. ‘Het is een zware tijd voor jullie allemaal…’
‘Met een sterfgeval en twee schandalen kort na een mondiale financiële crisis die ons allemaal aan de bedelstaf dreigde te brengen?’ Oscar lachte vreugdeloos. ‘Zwaar is te zacht uitgedrukt.’
Sinds de snelle en ontijdige dood van Lillian Balfour drie maanden eerder was de naam van de Balfours door het ene schandaal na het andere aan het wankelen gebracht. Vanaf het moment waarop Oscar bekend had gemaakt dat hij een eenentwintigjarige dochter had van wie niemand ooit had gehoord, was iedereen die nog een appeltje met de Balfours te schillen had tevoorschijn gekomen om zijn hart te luchten. Het kwam erop neer, mijmerde Nikos, dat de Balfours de afgelopen maanden een hoofdrol hadden gespeeld in hun eigen achterde-schermen-documentaire, waarin geen middel werd geschuwd. Ook al was het niet met hun toestemming geweest, schandalig pikant was het wel.
‘Je hebt de crisis vrijwel ongeschonden doorstaan,’ probeerde Nikos een positieve draai aan het gesprek te geven.
‘Dat is zo,’ beaamde Oscar. ‘Net als jij.’
Op weg naar zijn bureau liep Nikos plotseling door het vertrek en ging voor een grote ingelijste foto van zijn geboortestad staan, die aan de muur hing. Als hij zijn ogen bijna dichtkneep, kon hij net de donkere plek onder in de hoek zien die de achterbuurt van Athene weergaf waar hij de eerste twintig jaar van zijn leven van de hand in de tand had geleefd.
Er trok een zenuw in zijn kaak, en de warme kleur van zijn ogen versomberde door zijn gedachten. Straatarm zijn was een goede drijfveer om te werken als een paard zodat je nooit meer arm werd, dacht hij. Zonder het geluk van een toevallige ontmoeting met Oscar zou hij nog steeds in die achterbuurt zitten – en af en toe in de gevangenis, gaf hij eerlijk toe.
Deze ene man, deze slimme vos van een Engelsman, had iets gezien in de arrogante jonge dwaas die hij toen was geweest, had zijn instinct gevolgd en hem de kans gegeven om zich aan dat leven te onttrekken.
Zich plotseling bewust wordend van de fijne zijde van zijn Italiaanse pak en van zijn handgemaakte overhemd en schoenen, draaide Nikos zich om en liep naar het raam dat zijn ruime kantoor zijn beroemde uitzicht op Londen bood. Hij bezat verscheidene andere kantoren in de belangrijkste hoofdsteden, evenals huizen die bij zijn status pasten. Hij had een privéjacht, een privévliegtuig, een persoonlijke investeringsportefeuille waarmee hij met iedereen kon wedijveren…
De arme jongen heeft het goed gedaan, citeerde Nikos in stilte uit een recent artikel dat een Atheense krant over hem had geschreven.
Jammer van de littekens die hij zo goed verborgen hield, dat zelfs Oscar er niets van wist, dacht hij.
‘Mijn dochters wisten niet eens dat er een mondiale bankcrisis gaande was,’ klonk Oscars stem weer in zijn oor. ‘Je hebt gelijk, Nikos, ik heb ze verwend. Ik heb ze te veel hun zin gegeven met hun prinses-op-de-erwt-levensstijl, en nu pluk ik de vruchten van mijn tekortkoming. Ik ben van plan dat recht te zetten.’
‘Door ze af te snijden van je geld en ze de grote boze wereld in te sturen, waar ze het alleen moeten uitzoeken?’ Ondanks de ernst van de situatie schoot Nikos in de lach. ‘Geloof me, Oscar, dat is overkill.’
‘Twijfel je aan mijn oordeel?’
Ja, dacht Nikos. ‘Natuurlijk niet,’ zei hij vanuit het diepe respect dat hij voor de man koesterde.
‘Mooi zo,’ zei Oscar. ‘Ik wil namelijk dat je Mia onder je hoede neemt en haar alles leert wat ze weten moet om zich als een Balfour staande te kunnen houden.’
‘Mia?’ herhaalde Nikos. Hij had even een moment nodig om de onbekende naam thuis te brengen. ‘Is zij die…’ Hij beet op zijn lip, maar het was al te laat.
‘Is Mia wat?’ wilde Oscar weten.
‘Die… nieuwe,’ beschreef Nikos met – volgens hem – ongelooflijke diplomatie, gezien de sensationele manier waarop ze als een Balfour naar buiten was gekomen.
‘Je kunt het woord “buitenechtelijk” gebruiken zonder me te beledigen, Nikos,’ zei Oscar. ‘Hoewel ik er niet zeker van ben dat Mia er ook zo over denkt. Ze is… anders dan mijn andere dochters… om het maar ronduit te zeggen,’ zei hij met een zucht. ‘Mia doet het niet zo goed als een Balfour. Ik denk dat het goed voor haar zou zijn om in Londen te wonen en met jou te werken. Dan kan ze wat zelfverzekerder en harder worden.’
‘Dat gaat niet door, vriend,’ weigerde Nikos koel.
‘Je kunt haar meenemen naar een paar feesten,’ vervolgde Oscar alsof Nikos niets had gezegd. ‘Om haar te leren hoe ze zich in het wereldje moet gedragen.’