De ogenverzamelaar(24)
67
‘IK HAD METEEN AL EEN SLECHT GEVOEL. DE MAN NOEMDE ZICHzelf Tim en had zich anoniem via het contactformulier op mijn homepage aangemeld.’
Tim? Ik voelde mijn maag verkrampen.
‘Dat kan niet,’ fluisterde ik onwillekeurig. Meteen was een misverstand geboren.
‘Bent u verbaasd dat blinden internet gebruiken?’ Ze glimlachte toegeeflijk. ‘Er bestaan programma’s die ons de bladzijden voorlezen, als ze tenminste juist zijn geprogrammeerd. Bovendien heeft mijn computer een brailleregel, die de tekst onder mijn vingers in blindenschrift omzet.’
Alina tastte terwijl ze sprak het tafeltje af. Eerst dacht ik dat ze nog een slok koffie wilde nemen, maar daarna begreep ik dat ze haar aansteker zocht. Ik gaf hem haar aan en was verbaasd hoe koud haar vingertoppen waren toen we elkaar aanraakten. Ik had zelf het gevoel dat ik gloeide.
‘Terug naar uw patiënt,’ verzocht ik haar.
‘Toen hij kwam zei hij bijna niets,’ zei Alina en ze haalde een nieuw pakje sigaretten uit haar rugzak, die nu weer bij haar voeten stond. Haar hond leek net zo geïnteresseerd toe te kijken hoe ze met handige bewegingen het bandje eraf haalde, een sigaret uit het pakje schudde en hem opstak.
‘Hij sprak alleen krassend, zei dat zijn stembanden ontstoken waren en dat hij niet mocht praten. Maar een groter probleem was zijn rug. Hij had zich vertild.’
Onvermijdelijk drong het schimmige beeld van de man zich aan me op die een onbeweeglijk lichaam naar een verstopplaats draagt.
Een rookwolk dreef naar me toe. Hij herinnerde me aan de nutteloze ontwenningspleister op mijn arm, die ik nu maar al te graag tegen een echte sigaret zou omruilen.
‘Ik ging naar de badkamer om mijn handen te wassen en toen ik terugkwam, stootte ik met mijn voet tegen een zware bloemenvaas.’
Alina trok heftig aan haar sigaret. Iets irriteerde me aan haar mimiek, maar op dit moment kon ik nog niet zeggen wat het was.
‘Ik kromp ineen van de pijn,’ vervolgde ze, ‘en was tegelijk geirriteerd. Want mijn oriëntatievermogen heeft me in mijn eigen praktijk nog nooit in de steek gelaten. Ik vind daar zogezegd blind de weg.’ Ze glimlachte. ‘Ik vraag me nog steeds af of het een test was.’
‘Wat voor test?’
‘Misschien wilde de man erachter komen of ik echt blind ben.’
Dan zou de dader compleet paranoïde zijn, dacht ik. Er was immers tot nu toe nog niet eens een compositiefoto van hem en geen enkele getuige. Waarom zou de ogenverzamelaar uitgerekend bij een blinde op zeker willen spelen als het nog niet eens een ziende zou lukken hem te identificeren?
Alsof ze mijn gedachten had gehoord, kwam Alina met nog een verklaring. ‘Maar het komt heel vaak voor dat mensen die me nog niet zo goed kennen slordig zijn. Ik heb al drie keer een nieuwe werkster moeten aannemen, omdat ze zich niet strikt aan mijn aanwijzingen hield om in hemelsnaam niets te verplaatsen.’
Ze draaide haar hoofd naar me toe en even leek het alsof ze oogcontact zocht. ‘Ik wilde niets laten merken en onderdrukte de pijn,’ vervolgde ze. ‘Vermoedelijk had ik op dat moment al in de gaten dat er iets niet in orde was met die vent en wilde ik het zo snel mogelijk achter de rug hebben.’
Ze zuchtte en haar oogleden begonnen weer onrustig te fladderen. ‘In het begin van de shiatsubehandeling kniel ik achter de patiënt, die in kleermakerszit voor me op een futon zit. Vanuit die positie stimuleer ik een meridiaan met mijn elleboog vanaf de nek omlaag tot de schouders.’
Ik gromde bevestigend. Dat kon ik me uit mijn eigen pijnlijke ervaring nog herinneren.
‘Doel van deze massage is het oplossen van blokkades en de levensenergie weer vrij te laten stromen. Tot op de dag van vandaag zijn er veel mensen die lachen om dit principe, maar vroeger geloofde ook niemand in acupunctuur en tegenwoordig vergoedt het ziekenfonds dat zelfs.’
Die betalen ook een wortelkanaalbehandeling en toch laat ik dat niet vrijwillig doen.
‘Hoe dan ook, normaal gesproken moet de patiënt daarbij op zijn rug gaan liggen en dan begint de eigenlijke massage.’
‘Maar zover kwam het niet?’
‘Nee. Want opeens voelde ik iets wat ik steeds weer met onregelmatige tussenpozen in mijn leven heb ervaren, afgezien van het feit dat het deze keer heel veel erger was.’
‘Wat gebeurde er toen?’
‘Ik denk dat iemand hetzelfde zou voelen als hij na jarenlange gevangenschap in het duister weer in het licht komt. Ik drukte op zijn schouder en plotseling kreeg ik stroboscoopachtige flitsen in mijn ogen. Ze wekten een wisselwerking op tussen donkere flarden en heldere lichtvlekken. In het begin was het zo schel dat ik eerst meer hoorde dan ik zag.’
‘Wat hoorde je?’
‘Een vrouwenstem.’