De Vuurdoop(158)
***
*
***
Leszek was spek aan het bakken.
Zijn ene arm zat in het verband en het lukte hem alles met zijn linkerhand te doen. Raimunda zat in een leunstoel een boek van Annie Proulx te lezen. Sonya lag op de bank te slapen, Hector lag op zijn rug in bed, in een andere dimensie misschien zelfs wel.
De stereo speelde zachte muziek van Chopin, een beslissing van Raimunda. Hector moest continu mooie muziek horen, had ze gezegd. Sophie luisterde vanaf de hoek van de bank. Het was een opname van Bernstein, het tweede pianoconcert en fa mineur. Ze had er zelf als kind delen van gespeeld. In haar tienerjaren was ze gestopt met pianospelen, ze kon zich niet herinneren waarom.
Sophie stond op en ging naar Leszek toe, die spek omkeerde in de pan, hij staarde met een lege en bedroefde blik in het vet. Ze aaide zacht over zijn gezonde schouder.
‘Moet ik het eten klaarmaken?’ vroeg ze. Hij schudde zijn hoofd.
Ze haalde borden uit de kast en begon de tafel te dekken, toen ze buiten een auto hoorden. Leszek was snel, hij trok de koekenpan van de pit, pakte zijn pistool van het kruidenrek en ging snel bij een raam staan. De autodeur ging open, Aron stapte aan de bestuurderskant uit. Leszek ontspande zich en liep naar buiten om hem te begroeten. Sophie zag vanachter het raam hoe ze elkaar schouderklopjes gaven en in een gesprek verwikkeld raakten waarin vooral Leszek aan het woord was; waarschijnlijk bracht hij in detail verslag uit van wat er de laatste dagen was gebeurd.
Aron kwam binnen, omhelsde Sonya en wisselde een paar woorden met haar. Hij stelde zich aan Raimunda voor en ging bij Hector zitten, zei zacht iets tegen hem in het Spaans en streek over zijn haar. Hij keek Sophie aan.
‘Laten we een wandeling maken.’
Ze verlieten het huis, liepen over een zandweg die hen de bergen in leidde. Aron met zijn handen in zijn zakken. Ze liepen een eindje; het werd steeds koeler, naarmate ze hoger kwamen. Sophie keek naar de grond; het grind was anders, bruiner en fijner verdeeld dan op de grindwegen thuis in Zweden, maar er zaten ook een heleboel grotere stenen tussen. Die probeerde ze bij het lopen te ontwijken.
‘Nog nieuws over je zoon?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Wat zeggen de artsen?’
‘Ik weet het niet,’ antwoordde ze.
Hij wachtte even voor hij ter zake kwam.
‘Hector zei aan de telefoon dat jij de volmacht zou krijgen, weet jij waarom?’
Ze gaf geen antwoord, schudde alleen haar hoofd.
‘Ik snapte het ook niet. In elk geval niet meteen.’
Nu keek ze hem aan.
‘Ik kan twee heel verschillende redenen verzinnen.’
Ze liepen een paar passen voordat hij verderging.
‘Je hebt veel gezien, je hebt dingen gehoord, misschien heb je iets begrepen wat je niet mocht begrijpen, ik weet het niet. Misschien begreep Hector dat we je niet zomaar los konden laten, misschien was de volmacht een manier om je hier bij ons te houden, dichtbij, waar je geen schade kunt aanrichten.’
Hij keek haar snel aan.
‘Zo redeneerde ik eerst. Hector begreep dat hij gewond was...’
Aron wachtte even.
‘Maar er kan ook een andere reden zijn,’ zei hij. ‘Ik weet niet of die nog gold toen hij mij vanuit de auto belde...’
Een briesje kreeg vat op haar haar. Ze schoof het weer terug.
‘Hector had het vaak over je, voordat dit allemaal gebeurde... Over hoe je was... je kwaliteiten. Hij had waardering voor je, een soort waardering die hij niet eerder voor een vrouw had gehad, dat begreep ik wel.’
Ze keek naar de grond.
‘Hij zag iets bijzonders in je.’
‘Wat dan?’ fluisterde ze.
Aron haalde zijn schouders op.
‘Dat weet ik niet. Maar hij zag iets.’
Ze waren al wat hoger gekomen en hadden uitzicht over een dal dat zich honderden meters naar beneden uitstrekte in een donkergroene vegetatie. Aron bleef staan om rustig van het uitzicht te genieten.
‘Hij zei dat jij niet begreep wat voor soort mens je eigenlijk bent.’
Dat klonk niet erg duidelijk.
‘Wat is dat voor kletskoek? Loze woorden,’ zei ze.
‘Nee, niet als ze uit zijn mond komen.’
Hij hield zijn ogen gericht op een punt in de verte.
‘Hij wilde iets met jou. Maar wat, dat begrijp ik niet, en ik begrijp ook niet helemaal wat hij bedoelde tijdens ons laatste telefoongesprek.’
‘Moet je dat begrijpen?’
Hij keek haar aan.
‘Ja, dat moet.’
Zijn blik kreeg een nieuwe scherpte. Hij nam een besluit.
‘Ik hou je in quarantaine, zeg maar, totdat een en ander duidelijk wordt of totdat Hector wakker wordt en zijn besluit kan toelichten.’
‘En wat betekent dat?’
‘De volmacht geeft jou het recht om mee te beslissen over ons werk. Dat betekent dat je op de hoogte zult raken van onze bezigheden en erbij betrokken raakt. Ben je er eenmaal bij betrokken, dan vorm je geen bedreiging meer, daar komt het op neer.’