Reading Online Novel

De Vuurdoop(13)



Guzman liep de stenen trap naar de villa op.

‘Niet zoals we dat graag gewild hadden,’ mompelde de Pool.

‘Maar ze hebben de hint vast wel begrepen en jij bent heelhuids terug, dat is het belangrijkst.’

Daar zei Leszek niets op.

De grote glazen terrasdeuren stonden open en de witte linnen gordijnen bewogen zachtjes in de zeebries. Ze liepen het huis in, Guzman trok zijn badjas uit en op hetzelfde moment kwam een bediende binnen met zijn kleding voor die dag. Zonder blikken of blozen kleedde hij zich in het bijzijn van Leszek aan.

‘Ik maak me zorgen over de kinderen,’ zei Guzman, terwijl hij de beige broek aantrok. ‘Hector heeft Aron bij zich, dus dat zit wel goed, maar je moet bewaking regelen voor Eduardo en Inez. Als ze moeilijk doen... Nou ja, ze mogen niet tegenstribbelen.’

Eduardo en Inez leidden ieder hun eigen leven, ver uit de buurt van Adalberto Guzman. Het contact dat hij met hen had, was verwaarloosbaar, hij stuurde altijd te grote en te dure cadeaus op de verjaardagen van zijn kleinkinderen. Inez had hem gevraagd daarmee op te houden. Het was tegen dovemansoren gezegd.

Maar Hector, zijn eerstgeborene, had hij altijd aan zijn zijde gehad. Op vijftienjarige leeftijd was Hector in de zaak van zijn vader komen werken. Op zijn achttiende runde hij alles samen met Adalberto. Het eerste wat Hector deed was het afbouwen van de heroïnehandel tussen Noord-Afrika en Spanje omdat de inspanningen van de politie om de drugshandel aan banden te leggen geïntensiveerd waren. In plaats daarvan begon hij veel energie te stoppen in het opzetten van een witwasorganisatie. Drugsgeld, wapengeld, overvalgeld en alles wat opgefrist moest worden wasten ze wit. Het bleek bijna net zo lucratief te zijn als de heroïnesmokkel naar Zuid-Europa. De Guzmans stonden erom bekend dat ze voor bijna alles openstonden. Maar in de jaren negentig, toen Amerika serieus startte met zijn oorlog tegen drugs en de prijs van cocaïne tot ongekende hoogte steeg, konden ze niet aan de zijlijn blijven toekijken.

Ze brachten een bezoek aan Don Ignacio in Valle del Cauca in Colombia om de mogelijkheid van een eigen aanvoerlijn naar Europa te onderzoeken. Adalberto en Hector vonden een aantal goede smokkelroutes, maar het was een moeilijke en kostbare klus die niet helemaal zonder risico was. Ze wijzigden meerdere malen de routes en raakten een aantal ladingen kwijt aan piraten en aan de douane. Ten slotte gaven ze het op en zetten het idee in de ijskast. In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw ging het slecht met de legale zaken van Adalberto en Hector en het herstel verliep langzaam. Het leek hun nog steeds een geweldig idee om een goed functionerende cocaïneaanvoerlijn op te zetten. Ze testten een lijn tussen Paraguay en Rotterdam, een tamelijk veilige, zo bleek achteraf, en hun beste tot nu toe. Ze leunden achterover, verdienden grof geld en het werd weer leuk.

Maar plotseling waren de Duitsers daar en snaaiden alles voor hun neus weg. Adalberto moest met tegenzin erkennen dat hij overrompeld was. Het was niet zijn eerste kennismaking met Ralph Hanke. Een paar jaar daarvoor hadden ze zijdelings met elkaar te maken gehad bij een aanbesteding voor de bouw van een viaduct in Brussel. Hanke probeerde alle betrokkenen om te kopen. Hij moest en zou het contract binnenhalen. Maar het ging naar Guzman en Hanke viste achter het net. Er was op zich niets bijzonders aan het contract, dus toen Hanke hun cocaïne jatte wist Adalberto met wie hij te maken had, met een idioot die niet tegen zijn verlies kon.

Het opzetten en onderhouden van een lijn tussen Paraguay en Rotterdam was een lastige klus geweest. Steekpenningen, steekpenningen en nog eens steekpenningen, zo zette je een aanvoerlijn op en onderhield je hem. Geld was het probleem niet, het vinden van de juiste mensen die bereid waren om het in ontvangst te nemen was lastiger. Na verloop van tijd hadden ze de juiste mensen aan zich weten te binden die deden waar ze voor betaald werden. Douaniers, bevrachters, een Vietnamese kapitein die geregistreerd stond als eigenaar van een schip – een oude schuit met een bemanning waarvoor hij zijn hand in het vuur durfde te steken. Alles liep gesmeerd en misschien was dat ook wel de reden dat Ralph Hanke op een dag op het toneel verscheen en de hele handel overnam. Hanke bood iedereen die door Guzman was omgekocht een hogere vergoeding, bedreigde de koerier die de boot opwachtte in Rotterdam, confisqueerde vervolgens de waar en maakte gebruik van zijn eigen kanalen om de cocaïne verder over Europa te verspreiden.

Adalberto Guzman had per koerier een handgeschreven brief ontvangen. De brief was goed geformuleerd, beleefd en formeel, op duur, dik, ivoorwit papier. Hij las tussen de regels door dat elke poging van zijn kant om het op een confrontatie te laten aankomen met geweld zou worden beantwoord. Adalberto Guzman stuurde een brief terug, handgeschreven, wat minder formeel en op ietsje goedkoper papier, waarin hij te verstaan gaf dat hij de gederfde inkomsten met rente terug wilde hebben. Als antwoord had Hanke hoogstwaarschijnlijk iemand naar Stockholm gestuurd om Hector op een zebrapad aan te rijden. De automobilist was na de aanrijding doorgereden en de auto was volgens de Zweedse politie niet teruggevonden.