De Dochter Van Mistral(10)
'Nou, dat ben je toch, hè?'
'Ja, ik ben wel nieuw, dat is zo,' zei Maggy die verbaasd naar de vreemde omkeek. De vrouw moest een jaar of veertig zijn, dacht Maggy, maar ze was nog steeds knap met een roze gezicht al was ze dan iets te mollig; ze leek op de zinnelijke meisjes die Fragonard schilderde, maar dan één dat intussen dik en heel wat ouder was geworden.
'Ik heet Paula Deslandes,' vertelde de vrouw met een air van gewicht. 'En jij?'
'Maggy Lunel.'
'Maggy Lunel,' herhaalde ze zachtjes alsof ze de naam in haar mond proefde. Haar bijziende ogen die de warmbruine kleur van een dure sigaar hadden, tuurden Maggy aandachtig aan. 'Niet gek. Je naam heeft een zekere charme, een zekere zwier, levendigheid, ja, misschien haal je het wel. Hij heeft in ieder geval de vereiste twee lettergrepen en omdat er hier in de wijk nog geen andere Maggy werkt, niet een die ik ken althans, keur ik hem in principe goed, voorlopig dan.'
'Wat bof ik. En als u hem nu eens niet goed had gevonden?'
'Kijk eens aan! Ze kan opzitten en blaffen.' Paula's glimlach die de macht had elk gevoel van wanhoop te verdrijven, werd breder. 'Je bent wel brutaal voor een provinciaaltje.'
'Een provinciaaltje!' barstte Maggy uit. 'Dat is de tweede keer op één dag dat ik zo genoemd word. Dat is te erg!' Hoewel ze nooit een andere Parijzenaar had gekend dan Moreau wist ze wel dat mensen uit de provincie een voortdurende bron van superieur vermaak zijn voor ieder die het bijzondere voorrecht heeft in Parijs te zijn geboren.
'Maar het straalt van je af, mijn duifje,' zei Paula zonder enige verontschuldiging. 'En het doet er niet toe. Negenennegentig procent van de mensen in het quartier komen uit de provincie. Maar ik ... ik ben de uitzondering.' Ze was bijzonder trots op zichzelf, dit kind van de straten van Montparnasse, een 'straatmadelief zoals ze zelf altijd met een romantische zucht zei. Ze was de dochter van een lijstenmaker die vlak bij de Carrefour Vavin was geboren en getogen. Het enige dat Paula Deslandes van de natuur wilde leren kennen bevond zich in de Jardins de Luxembourg. Het enige dat ze van de mensheid wist - en daarvan was ze beter op de hoogte dan een kers onderin een fles oude cognac van drank - had ze tijdens de duizenden uren poseren in de studio's van de schilders geleerd en op de caféterrasjes. Paula met haar weelderige vormen was helemaal bezield door de hartstocht voor het eindeloze gebabbel en geroddel dat zo'n onverbrekelijk deel van het kunstenaarsleven van Montparnasse uitmaakte.
Haar ontmoeting met Maggy bracht Paula in de hoogste categorie van de enige drie stemmingen die ze zichzelf toestond. Elke morgen beproefde ze haar emotionele temperatuur en gaf nooit toe aan een stemming die niet goed, beter of groots was. Groots was lang gereserveerd geweest voor elke toevoeging aan haar lijst van minnaars. Er waren altijd mannen - en die zouden er ook altijd blijven - die de klassieke drie eisen voor plezier in een vrouw waardeerden: blond, dik en veertig. De laatste tijd had ze ontdekt dat het op spoor komen van een nieuwtje nog voordat iemand in het quartierer de lucht van had gekregen, in staat was haar in een grootse stemming te brengen, en haar ontmoeting met Maggy beloofde een feest van nieuws.
Elke maandag, wanneer haar eigen restaurant La Pomme d'Or, gesloten was trakteerde Paula zichzelf op een rondje over Montparnasse en dan vlocht ze alle nieuwtjes die ze tijdens een drukke week had gehoord aan elkaar. Alle andere avonden zat ze aan het hoofd van diners van artiesten en kunstverzamelaars uit de hele wereld die haar restaurant zo winstgevend hadden gemaakt. Paula Deslandes was een natuurlijke geschiedschrijfster die graag de moeite nam om stukjes en beetjes over allerlei nieuwtjes samen te breien zodat ze een samenhangend geheel vormden.
'Zo, Maggy Lunel, het ging niet zo goed met Mistral vanmorgen, hè?'
'O!' riep Maggy uit. 'Hoe kunt u daar nu al iets van weten ? U hebt me nog nooit gezien!'
'Nieuws doet hier snel de ronde, in dit hoekje van Parijs,' antwoordde Paula.
'Maar wie heeft het u verteld?'
' Vadim. Hij kwam bij Mistral aanwaaien net nadat die schoft jou eruit had gegooid, arm ding. En natuurlijk moest Vadim het meteen rondstrooien. Het is zo'n oud wijf.'
'O nee!' Maggy sloeg met haar vuisten op haar nieuwe rok totdat haar roze knieën er pijn van deden. Ze voelde dat ze vuurrood werd omdat ze weer eens voor schut werd gezet en als een kinderachtig preuts provinciaaltje werd afgeschilderd.
'Het doet er niet toe,' zei Paula onmiddellijk. 'Je moet het niet zo ernstig opnemen; iedereen moet eens beginnen.'
Maar Maggy's aandacht was afgeleid. Er waren net twee vrouwen en drie mannen heel zelfverzekerd binnengekomen en hadden in het midden van de zaal plaatsgenomen. Een van de vrouwen was Kiki de Montparnasse die haar ronduit aanstaarde, haar vrienden met de elleboog aanstootte en naar Maggy en Paula wees. Haar mannelijke begeleiders keken Maggy nieuwsgierig aan en namen spottend beleefd hun hoed voor haar af terwijl de vrouwen giechelden.