De Dochter Van Mistral(12)
Maggy maakte vurige gebaren met haar lange armen bij de herinnering aan de verhalen die haar grootmoeder had verteld en waarin het leven in steden met muzikale namen als Nimes, Cavaillon en Avignon verweven waren.
'Maar wat is er na haar dood gebeurd?' vroeg Paula die aangedaan was door Maggy's bijna kinderlijk gevoel voor vergane grootheid.
'O, daarom ben ik hier, daarom moest ik voor altijd uit Tours weg en ga ik daar ook nooit weer naar terug. Mijn tante wilde me zo gauw mogelijk kwijt. De begrafenis was nog nauwelijks achter de rug of ze begon een man voor me te zoeken. Natuurlijk niet in Tours; daar was ik altijd die bastaard van Lunel. Nee, ze ging in andere steden op zoek en vond ten slotte in Lille een familie waar de zoon des huizes zo lelijk was dat ze zelfs geen meisje konden vinden dat met hem uit wilde, laat staan trouwen! En ze kwamen tot een overeenkomst!'
Woedend duwde Maggy haar haar van haar sierlijke oortjes weg. 'Een door familie geregeld huwelijk. In deze tijd; ja, ze doen het nog steeds. Zodra ik het hoorde begon ik mijn eigen plannen te maken.'
Ze pauzeerde even om een hap van haar tsjaslik te nemen en dacht aan de dag waarop haar opstandigheid van een onwerkelijke droom in een noodzakelijk te verrichten handeling was veranderd. Dat voorgenomen huwelijk haalde het idee van het weglopen naar Parijs uit de droomwereld. Ze had gedurende de jaren 500 francs gespaard van cadeautjes van haar grootmoeder en had er in warenhuizen in de rue de Bordeaux driehonderd van uitgegeven aan een goedkope koffer en enige confectiekleren. Haar enige luxe waren zijden kousen geweest, drie paar, want hoe kon ze nu in zwart katoenen kousen naar Parijs gaan?
'Zo,' onderbrak Paula haar gedachtengang, 'kort gezegd ben je dus een mooi maagdelijk, joods weesje.'
Maggy lachte om die woorden en haar prachtige tanden waren te zien; haar geelgroene ogen schitterden in het halfdonkere restaurant alsof het juwelen waren.
'Niemand heeft het ooit zo onder woorden gebracht en ik heb al vele namen gehad. Mijn grootmoeder stuurde me altijd naar onze plaatselijke rabbi, die rabbi Taradash heette, en hij moest me dan eens flink de waarheid zeggen omdat ze wist dat zij dat niet overtuigend genoeg deed. En ik ging minstens eenmaal per maand naar hem toe om gestraft te worden. Hij zei dat het voor hem eens een veranderingetje was bij het voorbereiden van al die jongens op hun Bar Mitswah, maar hij verdiepte zich altijd zo in de logica van mijn uitleg dat hij me ten slotte alleen maar liet beloven het nooit weer te doen. En dat deed ik dan ook niet; ik deed alleen iets ergers. Maar "mooi", nee, niemand behalve mijn arme grootmoeder heeft me dat ooit genoemd. Of "maagdelijk".'
'Ben je dan nog maagd?'
'Natuurlijk!' Maggy keek geschrokken. Ze had haar hele leven straf gekregen voor allerlei wilde streken met jongens, maar het waren alleen maar vriendjes geweest, kameraadjes met wie ze kattenkwaad uithaalde.
'Des te beter,' zei Paula. 'Voorlopig althans. Dan ligt alles nog voor je en dat is de beste manier om in Parijs te beginnen.'
Paula had hele generaties meisjes op Montparnasse zien komen en gaan. Ze had hen met miljonairs in een Bugatti zien wegrijden om nooit terug te komen en ze had hen binnen een week zien sterven aan een acute vorm van syfilis; ze had hen zien trouwen met kunstenaars waarna ze keurige huismoeders waren geworden, maar vaker had ze gezien dat ze met kunstenaars trouwden en harpijen werden. Ze dacht niet dat ze ooit zo'n veelbelovend meisje als Maggy Lunel had gezien. Dit meisje kon van alles bereiken, bedacht ze weloverwogen.
'En dat is eigenlijk alles over mij, behalve dan dat ik hier wel op een heel slechte manier ben begonnen.' Zelfs geen volle maag en de nieuwe gewaarwording van een sympathieke toehoorster als Paula konden Maggy haar ervaring met de schilder doen vergeten die, zoals ze wist, Mistral heette.
'Luister goed naar me, kleintje. Je moet Mistral en zijn verschrikkelijke manieren van je afzetten. Vadim heeft me verteld dat hij een genie is, maar als dat zo is dan vraag ik me af waarom hij niets kan verkopen. Hoe groot genie is zijn genie als hij zich zelfs niet kan veroorloven in mijn restaurant te eten?' Dit was duidelijk de norm waaraan Paula wereldlijke prestaties mat.
'Die vrouw, die Kiki de Montparnasse, eet zij bij u?' vroeg Maggy nieuwsgierig.
'Ze zou geen voet bij mij binnen de deur durven zetten, die bleke bundel beenderen en pretenties. En ze heet Alice Prin. "Kiki de Montparnasse", jawel! Dat zou ze willen!' Paula's gezicht keek zo grimmig als dat met haar mollige trekken mogelijk was. 'Hoe durft ze zich zo te noemen; ze is niet eens in Parijs geboren. Stel je voor!'
'Maar ze hebben me verteld dat ze koningin van de modellen was...'
'Dan hebben ze je een leugen verteld. Ze weten niets. Eens, en dat is niet zo lang geleden, was ik de koningin van de modellen, maar Alice Prin heeft nooit bereikt wat ik was, op geen stukken na.' Paula klemde boos haar lippen op elkaar. Ze kon toch niet aan die onschuldige Maggy uitleggen dat dat mens dat zich Kiki noemde haar niet één maar vele minnaars had ontstolen, en toen, niet tevreden met haar overwinningen, er overal op Montparnasse mee had gepocht.