Daniel, Zoon Van De Wind(50)
Daniël was niet voorbereid op wat hij te zien kreeg. Dat het zaaltje zo volgepakt zat, de gezichten zo dichtbij. Vader knikte naar hem en hij stond op. Het was heel stil in de ruimte en hij zei zijn woorden.
'Ik heet Daniël. Ik geloof in God.'
Hij sprak ze helemaal goed uit. Dat zag hij aan Vaders gezicht. Hij was tevreden. Dat was het belangrijkst.
Plotseling meende hij Kiko's gezicht te zien achter in de zaal, waar het licht het zwakst was. Hij wist dat hij meteen naar hem toe moest. Kiko was daar om hem te halen. Hij vloog van het podium en begon over de mensen heen te klauteren die op de stoelen zaten. Er ontstond tumult, mensen probeerden weg te schieten of hem te grijpen. Maar Daniël wist dat hij Kiko moest zien te bereiken voordat hij weer verdween. Hij sloeg tegen de handen die probeerden hem te pakken, klauwde in de gezichten die in de weg waren.
Toen hij achter in het zaaltje kwam was Kiko weg.
Iemand stompte hem in zijn nek en alles werd donker. Hij werd tegen de grond gedrukt en het laatste wat hij hoorde was Vader, die schreeuwde op de achtergrond.
'Toen Daniël bijkwam lag hij op de tafel met het groene viltkleed. Boven zijn hoofd hing een kroonluchter waarvan verscheidene kaarsen al opgebrand waren. Hij draaide zijn hoofd en zag Vader op een van de windsorstoelen het zweet van zijn voorhoofd wissen. Langzaam kwam de herinnering terug. Hij had Kiko gezien, ergens in het donker achter al die mensen die hem aangaapten, en hij had geprobeerd bij hem te komen. Het was alsof hij zich in een draaikolk in een rivier had gestort. Maar Kiko was er niet geweest, hij was verdwenen in het donker, net zoals Daniël met de stromingen was meegezogen en nu was gestrand op het groene vilt van een tafel.
'Hij is wakker nu', zei een stem vlak bij zijn oor.
Daniël schokte en ging overeind zitten. De man die sprak was dezelfde die hen op straat had ontvangen met zijn vieze hoed en die gebogen had als een knipmes, alsof Vader een machtig man was.
Vader stond op en kwam naar hem toe. Daniël besefte meteen dat hij teleurgesteld was. Zijn ogen stonden vermoeid en op zijn kraag zaten witte schilfers die van zijn hoofdhuid loskwamen wanneer hij opgewonden was en zich op het voorhoofd krabde. Hij schudde zijn hoofd.
'Ik begrijp het niet', zei hij. 'We hadden het geoefend. Ze luisterden toen ik over de insecten vertelde. Toen tilde ik de doek op en jij werd volslagen gek. Ze dachten dat ik een wilde aap in de zaal had losgelaten. Je hebt een cavalerieluitenant tegen het hoofd geschopt en een bijzitter van het gerechtshof gebeten. Het werd een chaos en ik heb geen cent gekregen.'
'Erg spijtig allemaal', mompelde de man, die zijn hoed had afgenomen en hem nu tegen zijn borstkas drukte alsof het een kind was.
'Toch vind ik dat ik betaald moet krijgen', zei Vader. 'Dat was afgesproken.'
De man met de hoed kromp ongelukkig in elkaar.
'De secretaris is verdwenen met de kas. Ik kon niets doen. De opperjachtmeester schreeuwde dat het een schandaal was en eiste dat de zaal ontruimd werd. De volgende bijeenkomst is over een maand en zal gaan over het uitdelen van gratis psalmboeken aan de ongelukkigen in het armenhuis. Dan zal het rustiger zijn. Er wordt alleen gesproken over hoe je kunt uitmaken wie er arm genoeg is om voor een psalmboek in aanmerking te komen.'
Op dat moment vlogen de deuren van het zaaltje open. Twee mannen kwamen binnen en marcheerden in colonne naar het podium.
'De baron', fluisterde de man met de hoed verontrust. 'Nu komt de uitbrander.'
Vader schrok op en ging staan alsof hij een hogere macht zou ontmoeten. De man die voorop marcheerde had een lange snor, sloeg met een stok tegen de stoelen zodat ze alle kanten opvlogen en hield halt voor de tafel. Achter hem liep een man in eenvoudige kleding, en Daniël bekeek zijn handen, die enorm groot waren. Iets deed hem denken aan de. olifant die Kiko met drie pijlen geschoten had, die keer toen ze bijna een maand zonder vlees zaten.
'Ik geloof niet dat we officieel aan elkaar zijn voorgesteld', zei de man met de snor. 'Baron Hake. Directeur van de ijzergieterij en patroon van Arbeidersvereniging De Fakkel.'
Vader zei zijn naam en boog.
'Ik bied mijn verontschuldigingen aan. De jongen raakte in paniek.'
'Eigenlijk was het wel een leuk schouwspel', antwoordde Hake. 'Maar ongepast. Bovendien heeft hij tegen mijn ene schouder geschopt. Ik heb last van reumatiek en de pijn kwam direct weer terug.'
'Ik bied nogmaals mijn verontschuldigingen aan.'
De man wees met zijn stok op Daniël.
'Ik heb in Berlijn een keer een neger gezien. Hij was volwassen en van een ander volk. Bredere lippen en eigenaardige tatoeages in zijn gezicht. Dat was in een menagerie. Of was het in Hamburg bij
heer Hagenbeek en niet in Berlijn? Mijn geheugen laat me in de steek.'
'Ik kan niet anders doen dan mijn verontschuldigingen aanbieden.'