Reading Online Novel

Blauwe maan(72)



‘Iedereen weet dat je hem stalkt,’ zegt Haven. Ze slaat haar hand voor haar mond. Haar nagels zijn gelakt in de kleur van balletschoenen in plaats van het gebruikelijke zwart. ‘Iedereen weet dat je bij hem thuis hebt ingebroken – twee keer zelfs, voor zover we weten. Echt hoor, je gedraagt je als een debiel. Je hebt ze niet meer allemaal op een rijtje.’

Ik kijk omlaag en vraag me af hoe lang ze nog blijven doorzeuren.

‘Maar goed, als jouw vrienden wilden we je overhalen dit los te laten. Je moet je niet meer met hem bezighouden en verdergaan. Want wat je nu doet is gewoon griezelig, het is…’

Haven gaat nog even door. Ze heeft een hele waslijst van punten die ze vast van tevoren met elkaar hebben doorgesproken voor ze hierheen kwamen. Maar na ‘jouw vrienden’ ben ik afgehaakt. Die twee woorden wil ik onthouden, al zijn ze niet eens meer waar. De rest interesseert me niet.

Ik schud mijn hoofd en kijk op. Ik zie Roman aan de andere tafel zitten. Hij kijkt me strak aan. Hij tikt op zijn horloge en wijst dan naar Damen op een manier die zo onheilspellend en dreigend is, dat ik overeind spring. Havens stem blijft in de lucht achter me hangen als een onverstaanbaar geroezemoes en ik ren naar mijn auto. Ik kan me wel voor mijn kop slaan dat ik zoveel tijd verspil aan deze onzin als ik iets veel belangrijkers te doen heb.





Zesendertig


Ik heb het gehad met school. Ik voel er niets meer voor me elke dag weer door diezelfde kwelling te slepen. Wat heeft het voor zin als ik totaal niets bereik met Damen, alleen maar achternagezeten word door Roman en mijn leraren en zogenaamde exvrienden me belagen met goedbedoeld advies? Als alles loopt zoals ik hoop, dan zit ik straks weer op mijn oude school in Oregon en leef ik mijn leven alsof dit allemaal nooit gebeurd is. Dus hoef ik deze ellende ook niet elke dag meer mee te maken.

Ik rijd over Broadway, langs alle voetgangers in de drukke straat, op weg naar het ravijn. Ik ben op zoek naar een rustige plek waar ik de toegangspoort naar Zomerland kan laten verschijnen zonder dat ik nietsvermoedende voorbijgangers een hartaanval bezorg. Pas als ik de auto geparkeerd heb, realiseer ik me dat dit de plek is van mijn eerste grote gevecht met Drina – een gevecht dat me uiteindelijk voor het eerst naar Zomerland bracht toen Damen me de sluier ernaartoe liet zien.

Met mijn rug tegen de zitting aan stel ik me de gouden sluier van licht voor. Ik ga erdoorheen en land precies voor de trap van het Paleis van Kennis en Wijsheid. Ik neem niet eens de tijd om naar de bijzondere gevel te kijken en ren meteen de trap op, de marmeren hal in. Ik concentreer me op twee dingen. Is er een tegengif dat Damen kan redden? En hoe kan ik het geheime kruid vinden, het laatste ingrediënt dat ik nodig heb voor het elixir?

Ik herhaal de vragen in mijn hoofd terwijl ik wacht tot de deur verschijnt die me toegang verschaft tot de Akashakronieken…

Maar er gebeurt helemaal niets.

Geen kristallen bollen of tabletten. Geen witte, ronde kamer en hybride televisies.

Niets. He-le-maal niets.

Een zachte stem achter me zegt: ‘Het is te laat.’

Ik draai me om en verwacht Romy te zien, maar het is Rayne. Ze loopt achter me aan als ik met mijn ogen rol en naar de deur loop, in de hoop van haar af te komen. Ondertussen herhaalt ze de woorden.

Hier heb ik geen tijd voor! Ik heb geen tijd om allerlei onduidelijke raadsels van de griezeligste tweeling ter wereld te ontcijferen. Hier in Zomerland is er geen besef van tijd omdat alles constant in het hier en nu plaatsvindt, maar ik weet zeker dat de tijd dat ik hier ben, thuis gewoon doortikt. Dat betekent ook dat ik verder moet, door moet gaan, de straat in moet lopen zo snel als ik kan, tot haar stem niet meer is dan een gefluister in de verte. Ik weet dat ik Damen moet redden voor ik de tijd terugdraai en naar huis ga. Als ik hier geen antwoorden kan vinden, dan zoek ik ze wel ergens anders.

Ik zet het op een lopen. Ik sla een steeg in, maar dan voel ik een vreselijke pijnscheut en zak in elkaar op de grond. Mijn vingers drukken tegen mijn slapen en mijn hoofd bonkt van de pijn alsof ik van alle kanten gestoken word met messen. Een aantal beelden kolkt in mijn hoofd en vormt een plaatje. Het is een serie schetsen die wordt afgespeeld alsof ik door een boek blader. Ik krijg gedetailleerde informatie te zien. Net als ik bij pagina drie ben, realiseer ik me dat dit de instructies zijn voor het tegengif dat Damen kan redden. Het gaat over kruiden die tijdens de nieuwe maan zijn geplant, bijzondere kristallen en mineralen waar ik nog nooit van gehoord heb, buideltjes van zijde geborduurd door Tibetaanse monniken, en alles moet voorzichtig bij elkaar worden gevoegd in de correcte volgorde voor het de energie van de eerstvolgende volle maan kan absorberen.

Zodra ik gezien heb welk kruid ik nodig heb voor de onsterfelijkheidsdrank, verdwijnt het beeld uit mijn hoofd. Ik grijp naar mijn tas, haal er pen en papier uit en schrijf alles op. Net als ik bij die belangrijke laatste stap ben, verschijnt Ava naast me.