Reading Online Novel

Blauwe maan(68)



Dan haal ik mijn schouders op en neem een slokje. Het is de enige manier om erachter te komen of ermee geknoeid is of niet. Ik hoop maar dat een klein slokje geen kwaad kan. Zodra ik het drankje proef, begrijp ik waarom Damen geen verschil gemerkt heeft. Het smaakt namelijk precies hetzelfde. Zolang je drinkt, in elk geval. Want de nasmaak is walgelijk.

‘Water!’ Ik hap naar lucht, haast me naar het aanrecht en drink rechtstreeks water uit de kraan tot die afschuwelijke smaak is verdwenen.

‘Is het zo erg?’

Ik knik en veeg mijn mond af met mijn mouw. ‘Erger nog. Maar als je Damen dit spul ooit hebt zien drinken, dan weet je waarom hij het niet merkt. Hij giet het naar binnen alsof…’ Ik wilde zeggen: alsof zijn leven ervan afhangt. Maar dat is te pijnlijk. Ik slik. ‘… alsof hij uitgedroogd is.’

Ik geef Ava de rest van de flessen, zodat ze die bij de gootsteen kan zetten. Alle vergiftigde flessen staan langs de rand nu alle gebruikte flessen weg zijn gehaald om ruimte te maken. We werken zo goed samen dat ik haar nog niet eens de laatste fles heb overhandigd voor ik al naar mijn tas grijp om de ‘veilige’ flessen te pakken. Ik weet zeker dat hier niets mee aan de hand is, want ik heb ze weken geleden van Damen gekregen, nog voor Roman opdook op school. Ik zet ze terug op dezelfde plek als de oude flessen stonden, zodat Damen geen reden heeft om iets te vermoeden.

‘Wat moet ik met die oude flessen doen?’ vraagt Ava. ‘Weggooien? Of bewaren als bewijs?’

Net als ik opkijk om antwoord te geven, komt Damen via de achterdeur binnen. ‘What the hell? Wat doen jullie hier in mijn keuken?’





Vierendertig


Ik sta als aan de grond genageld. Twee flessen met het niet-vergiftigde mengsel bevinden zich tussen mij en de koelkast in mijn uitgestrekte armen. Ik heb me de hele tijd zoveel zorgen gemaakt om Damen dat ik vergeten ben telepathisch in te schakelen en in de gaten te houden of hij niet toevallig in de buurt was.

Ava’s mond hangt open en haar gezicht met de grote ogen en de blik van paniek drukt precies uit wat ik niet wil laten zien. Dan kijk ik naar Damen en schraap mijn keel. ‘Het is niet wat je denkt!’

En dat is precies het idiootste en stomste wat ik had kunnen zeggen. Natuurlijk is het precies wat hij denkt. Ava en ik hebben ingebroken om iets met zijn drankje te kunnen doen. Zo eenvoudig is het.

Hij laat zijn tas vallen en komt op me af, zijn ogen strak op de mijne gericht. ‘Je hebt helemaal geen idee wat ik denk.’

O, jawel hoor, denk ik. Ik krimp ineen als ik hoor wat er door zijn hoofd schiet. De onuitgesproken beschuldigingen: ‘Stalker! Freak!’ En nog veel erger dan dat.

‘Hoe zijn jullie hier verdomme binnengekomen?’ vraagt hij, van de een naar de ander kijkend.

‘Eh… Sheila heeft me binnengelaten.’ Ik heb geen idee wat ik moet doen met de flessen die ik nog steeds vasthoud.

Een ader op zijn slaap klopt zichtbaar terwijl hij zijn hoofd schudt en zijn vuisten balt. Ik realiseer me dat ik hem nog nooit zo kwaad heb gezien. Ik wist niet eens dat hij dat kon en het doet me zeer te weten dat ik er de oorzaak van ben.

‘Met Sheila reken ik nog wel af,’ zegt hij, nauwelijks de vlaag van woede onderdrukkend. ‘Wat ik bedoel is: hoe zijn jullie híér binnengekomen? In mijn huis? In mijn koelkast?’ Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes. ‘Waar ben je in godsnaam mee bezig?’

Ik kijk vlug opzij naar Ava. Ik vind het vreselijk dat zij kan zien hoe mijn ware liefde nu tegen me praat.

‘En wat doet zij hier?’ Hij wijst naar Ava. ‘Heb je dat medium van je feestje soms bij je voor een of andere toverspreuk?’

‘Weet je dat dan nog?’ Ik laat mijn armen zakken, de flessen hangen langs mijn zij. Ik vroeg me al af wat hij nog wist van ons verleden. Het is misschien stom, maar het feit dat hij zich herinnert dat hij Ava ontmoette, geeft me hoop. ‘Kun je je die Halloween-avond nog herinneren?’ fluister ik, terugdenkend aan onze eerste kus, die avond naast het zwembad. We waren allebei verkleed in twee perfect bij elkaar passende kostuums. Ik als Marie Antoinette en hij als haar minnaar, graaf Axel von Fersen. Zonder dat we dat hadden afgesproken.

‘Ja, dat weet ik nog.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘En niet om het een of ander, maar dat was een moment van zwakte. Dat zal me nooit meer gebeuren. Je vatte het ook veel te serieus op. Geloof me, als ik toen had geweten wat voor freak je bent, zou ik die moeite niet genomen hebben. Dat was het niet waard.’

Ik slik en knipper fel met mijn oogleden tegen de tranen. Ik voel me leeg en hol alsof iemand al mijn organen heeft verwijderd en weggegooid. Als er al een kans is om onze liefde te herstellen – het enige wat dit leven nog de moeite waard maakt – dan wordt die heel snel kleiner. Ik blijf me maar inprenten dat dit Romans woorden zijn, dat de echte Damen zich nooit zo bot zou kunnen gedragen, maar het maakt het niet minder kwetsend.