Blauwe maan(64)
‘Dat is nogal een compliment uit jouw mond.’ Ze glimlacht en gaat tegenover me zitten. ‘Maar als ik het me goed herinner, heb ik jou ook een behoorlijk nauwkeurige lezing gegeven.’
Ik pak een koekje omdat ik weet dat het van me verwacht wordt. Als ik de suiker van de bovenkant lik, vind ik het eigenlijk best jammer dat ik niet meer met zoveel trek kan eten als vroeger. Het smaakt gewoon niet meer.
‘Weet je dat nog? Op die Halloween-avond?’ Ze kijkt me vragend aan.
Ik knik. Tuurlijk weet ik dat nog. Dat is de avond waarop ik merkte dat zij Riley ook kon zien. Tot dat moment was ik er vrij zeker van dat ik de enige was die met mijn overleden zusje kon praten. Zo leuk vond ik het niet toen bleek dat Ava dat ook kon.
‘Heb je je cliënt verteld dat ze uitgaat met een loser?’ Ik breek mijn koekje in tweeën. ‘Dat hij vreemdgaat met iemand die zij als haar vriendin beschouwt en dat ze hen allebei maar beter zo snel mogelijk aan de kant kan zetten?’ Ik veeg een paar kruimels van mijn schoot.
‘Niet met die woorden,’ zegt ze en ze staat op om de thee te pakken zodra de fluitketel begint te fluiten. ‘Ik hoop van harte dat je leert dit soort dingen wat vriendelijker te brengen als je ooit besluit zelf kaartlezingen te doen.’
Ik zeg niets. Opeens voel ik me verdrietig als ik me realiseer dat ik al heel lang niet heb nagedacht over wat ik in de toekomst van plan ben. Over wat ik wil worden als ik later groot ben. Ik heb al diverse fasen gehad – ik wilde ooit boswachter worden, daarna lerares, astronaut, mannequin, popster – en de lijst is nog veel langer. Nu ik onsterfelijk ben, nu ik al die dingen kan proberen in de komende eeuwen, ben ik opeens een stuk minder ambitieus.
De laatste tijd denk ik er alleen maar over na hoe ik Damen terug kan krijgen.
Na het laatste bezoek aan Zomerland denk ik er zelfs alleen nog maar over na hoe ik mijn oude ik terug kan krijgen.
Ik bedoel, het is lang zo leuk niet om alle tijd van de wereld te hebben als je die toch met niemand kunt delen.
‘Ik eh… ik weet nog niet zo goed wat ik wil worden later. Ik heb er nog niet zo over nagedacht,’ lieg ik. Zou het makkelijk zijn om de draad van mijn oude leven weer op te pakken? Als ik daarnaar kan terugkeren, bedoel ik. Zou ik dan nog steeds popster willen worden of zijn de veranderingen die ik hier heb meegemaakt ook daar nog merkbaar?
Dan kijk ik weer naar Ava. Ze tilt het kopje thee naar haar mond en blaast twee keer voor ze een voorzichtige slok neemt. Ik ben hier niet gekomen om het over mijn toekomst te hebben, denk ik dan. Ik kwam om over het verleden te praten. Ik heb besloten Ava in vertrouwen te nemen en haar een paar van mijn grootste geheimen te vertellen. Ik weet dat ik haar kan vertrouwen en ook dat ze me kan helpen.
Weet je wat het is? Ik heb iemand nodig op wie ik kan rekenen. Ik kan dit niet allemaal in mijn eentje. Het gaat er niet om dat ze me helpt te beslissen of ik moet blijven of terug moet gaan, want het begint tot me door te dringen dat ik weinig keus heb. Ik bedoel, het idee Damen achter te laten – hem nooit meer te zien – doet ongelooflijk veel pijn. Maar dan denk ik aan mijn familie. Zij hebben zonder het te weten hun leven gegeven voor mij. Het doet er niet toe of het nou kwam doordat ik zo nodig wilde dat mijn vader omkeerde om een stomme blauwe trui te halen en we daardoor een dodelijk ongeluk kregen, of dat het Drina was die met opzet een hert liet schrikken zodat het voor de auto terechtkwam en ons allemaal de dood in joeg. Zij deed het om van mij af te komen en Damen voor zichzelf te hebben. Dus het is hoe dan ook mijn schuld en ik moet iets doen om het goed te maken.
Het is mijn schuld dat zij er niet meer zijn en de rest van hun leven niet kunnen leiden. Het is mijn schuld dat zij op die manier zijn weggerukt van een stralende toekomst. Als ik er niet was geweest, was dit allemaal nooit gebeurd. Riley kan wel beweren dat het allemaal loopt zoals het moet gaan, maar het feit dat ik nu die keus krijg, bewijst toch dat ik mijn leven met Damen moet opgeven, zodat zij in elk geval weer de kans hebben op een toekomst.
Daarom moet ik dat dus doen.
Het is het enige wat ik kán doen.
Zoals het er nu voor staat en ik het pispaaltje van de school ben geworden, heb ik eigenlijk alleen Ava nog. Dat betekent dat zij alle losse eindjes die ik achterlaat voor me aan elkaar moet knopen.
Ik til het theekopje naar mijn lippen en zet het dan weer neer zonder te drinken. Ik glijd met mijn vinger langs de ronding van het oortje terwijl ik diep ademhaal. ‘Ik denk dat iemand Damen probeert te vergiftigen.’ Ava’s ogen worden groot en haar mond valt open. ‘Ik… ik denk dat iemand heeft geknoeid met zijn…’ Bijna wil ik ‘elixir’ zeggen. ‘… met zijn favoriete drankje. En daardoor gedraagt hij zich de laatste tijd…’ Als een gewone sterveling? Hmm. ‘… als een gewone tiener, maar niet op een goede manier.’