Blauwe maan(102)
Ik laat mijn handen zakken en wiebel met mijn vingers. ‘Dat is een verstandige keus,’ zegt hij. ‘Je wilt geen dingen doen waar je spijt van krijgt, ook al zul je binnenkort een goede reden ontdekken. Want weet je, Ever, met Damen komt het inderdaad wel goed. Hij wordt gezond en zal helemaal zichzelf zijn en alles wat je ooit hebt durven dromen. Maar dat maakt het juist alleen maar moeilijker om te beseffen dat jullie nooit samen kunnen zijn.’
Ik kijk kwaad op. Mijn handen trillen, mijn ogen boren zich in de zijne. Ik weiger hem nog te geloven. Damen blijft leven, ik blijf leven. Waarom zouden we dan niet samen kunnen zijn?
‘Geloof je me niet?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Mij best. Ga je gang dan maar, bezegel jullie liefde met die laatste stap. Je komt er wel achter. Mij kan het niets schelen. Mijn loyaliteit aan Damen is eeuwen geleden al verdwenen. Ik heb er geen enkel probleem mee als je met hem in bed duikt en hij erin blijft.’ Hij kijkt me recht aan en trekt een grimas. Als hij het ongeloof op mijn gezicht leest, wordt de grijns breder en begint hij te lachen. De lach strekt zich uit tot het plafond en doet de muren van de kamer schudden tot het geluid als een zware deken om ons heen hangt.
Het klinkt onheilspellend.
‘Heb ik ooit tegen je gelogen, Ever? Denk er maar rustig over na. Ik wacht wel. Ik heb je al die tijd toch de waarheid verteld? Ja, natuurlijk heb ik hier en daar wat kleine, onbelangrijke details weggelaten of voor het laatst bewaard. Dat is heel stout van me, maar het maakt het er wel leuker op. Maar volgens mij zijn we nu bij het punt gekomen waarop ik je alles vertel. Laat me duidelijk en helder zijn: jullie kunnen vanaf nu nooit, maar dan ook nooit, samen zijn. Je mag absoluut geen DNA uitwisselen. Mocht je nog niet snappen wat ik bedoel, dan zal ik het even voor je spellen: jullie kunnen geen enkel type lichaamsvocht met elkaar uitwisselen. Laat ik dat nog een keer vertalen voor het geval je me nog steeds niet kunt volgen: je mag hem niet kussen, of likken en jullie kunnen geen elixir met elkaar delen. O, en dat betekent uiteraard ook dat je niet kunt doen wat jullie nog steeds niet gedaan hebben. Haha, je kunt niet eens uithuilen op zijn schouder over het verdrietige feit dat er geen seks in het verschiet ligt. Kortom, Ever, je kunt helemaal niets doen. Niet met elkaar, in elk geval. Doe je dat wel, dan valt Damen dood neer.’
‘Ik geloof er geen woord van,’ zeg ik met bonkend hart en plakkerige handen. ‘Hoe is dat mogelijk?’
‘Tja, ik ben geen arts of wetenschapper van beroep, hoor, maar ik heb in al die tijd wel mogen studeren bij enkele grote namen. Ooit van Albert Einstein, Max Planck, Sir Isaac Newton of Galileo gehoord?’
Waarom moeten ze toch altijd indruk maken door namen te noemen? Kan hij niet gewoon verdergaan met de uitleg?
‘Ik zal het eenvoudig houden. Het zit zo: het tegengif had hem al gered door de receptoren in zijn lichaam te laten stoppen met het vermenigvuldigen van extra beschadigde en verouderde cellen. Maar door jouw bloed aan de drank toe te voegen, hebben we ervoor gezorgd dat het proces weer vrolijk in gang gezet wordt zodra jouw DNA binnendringt, op wat voor manier ook. Dan takelt hij gewoon weer af en wordt het zijn dood. Maar goed, dit hoeft geen Discovery Science-programma te worden. Simpel gezegd kunnen jullie niet meer “samen” zijn. Nooit meer. Begrijp je dat? Doe je dat wel, dan legt Damen het loodje. En nu ik je dat verteld heb, is het verder aan jou.’
Ik staar naar mijn voeten en vraag me af wat ik gedaan heb. Hoe kon ik zo stom zijn om hem te vertrouwen? Wanneer hij verder praat, hoor ik hem bijna niet meer. ‘Als je me niet gelooft, ook goed. Ga je gang maar. Ga maar lekker bij hem liggen en probeer het uit. Maar dan moet je niet bij mij komen uithuilen als hij veroudert en stopt met ademen.’
We kijken elkaar aan en net als die dag tijdens de lunch op school, word ik meegezogen in de duistere diepten van zijn gedachten. Ik voel zijn verlangen naar Drina, haar verlangen naar Damen, zijn verlangen naar mij en mijn verlangen naar huis. Dat alles heeft geleid tot dit moment.
Ik schud mijn hoofd en maak me los uit zijn greep als hij roept: ‘O, kijk nou, hij wordt wakker! En hij ziet er weer even aantrekkelijk en gespierd uit als ooit. Nou, darling, geniet van de hereniging, maar niet te veel!’
Met een blik over mijn schouder zie ik dat Damen begint te bewegen. Hij rekt zich uit en wrijft in zijn ogen. Dan spring ik op Roman af. Ik wil hem pijn doen, ik wil hem vernietigen, ik wil hem laten boeten voor wat hij ons aandoet.
Maar hij lacht en beweegt soepel bij me vandaan. Bij de deur kijkt hij nog een keer lachend om. ‘Geloof me, dat wil je niet. Misschien heb je me ooit nog wel nodig.’
Ik sta met gebalde vuisten, trillend van woede, vóór hem. Het liefst stoot ik mijn vuist recht in zijn zwakste chakra, zodat ik voorgoed van hem verlost ben.