Zwart Goud 03(3)
Ze hing haar jas aan de kapstok, legde haar mobieltje op haar bureau, ging zitten en bestudeerde de lijst die Tiffany voor haar had achtergelaten. Het viel haar op dat ze telefoontjes van zijn moeder niet zonder meer mocht doorverbinden. Tiffany had een lijst gemaakt met telefoonnummers van de betere restaurants in El Paso, waar Mr. Everett blijkbaar vaak met zakenrelaties ging lunchen of dineren. Ook de nummers van zijn vaste stomerij en van zijn huishoudelijke hulp stonden op de lijst, wat betekende dat ze niet alleen zakelijke dingen voor hem zou moeten regelen, maar ook dingen die in de privésfeer vielen. Dat kwam haar goed uit, want ze moest deze man goed leren kennen. Zou ze, nu ze alleen was, even een snelle blik in zijn computer werpen? Hoewel ze de kans niet groot achtte, was het altijd mogelijk dat ze dan vrijwel meteen een voor hem belastend document zou ontdekken. Ze besloot er echter even mee te wachten tot ze zich hier wat meer thuis voelde. Eerst zou ze haar make-up bijwerken, om zo goed mogelijk voor de dag te komen bij de eerste ontmoeting met haar baas. De lipstick die ze die ochtend zo zorgvuldig had aangebracht, was al bijna verdwenen omdat ze steeds nerveus op haar lip had gebeten.
Ze nam haar tas mee naar de toiletten verderop in de gang en zorgde ervoor dat ze er weer tiptop uitzag. Dat make-up zoveel verschil kon maken! Ze was achtentwintig en zou de volgende dag negenentwintig worden. Rimpels had ze nog nauwelijks, maar haar hele gezicht was bedekt met sproeten, iets waar ze altijd diep onder gebukt was gegaan. Maar nu, dankzij speciaal poeder, zag je die vrijwel niet meer. Het was ongelofelijk. Voor het eerst keek ze met plezier naar haar eigen huid.
Als twaalfjarige had ze eens de make-up gebruikt die haar twee jaar oudere zus in de badkamer had laten slingeren. Jane dacht dat ze het er best goed vanaf had gebracht, totdat ze het resultaat aan haar zus liet zien. Die had over de grond gerold van het lachen en gezegd dat Jane er volkomen belachelijk uitzag. Daarop was Jane in tranen naar hun moeder gehold, maar die had gezegd dat Jane zich niet zo moest aanstellen. Sommige meisjes zagen er gewoon niet goed uit met make-up, dat moest Jane maar accepteren. Omdat hun moeder een tijdje modellenwerk had gedaan, beschouwde Jane haar als een expert op het gebied van mode en schoonheid, en na die harde woorden had Jane nooit meer make-up durven gebruiken.
Jane had het haar zus nooit vergeven. Goed, misschien had ze er destijds inderdaad als een clown uitgezien, maar in plaats van haar uit te lachen, had haar zus haar ook kunnen laten zien hoe je de make-up dan wel moest gebruiken.
Nu, zestien jaar later, had een vreemde haar afgelopen weekend make-uplessen gegeven, en het resultaat mocht er zijn. Ze glimlachte naar haar spiegelbeeld. Wat was het heerlijk om eens naar jezelf te kijken zonder direct te schrikken. Vol goede moed haalde ze in de keuken een kop koffie voor zichzelf en liep daarmee naar haar bureau.
Daar bleek al iemand te zitten. Verbaasd keek ze naar het naambordje op de deur. Was ze soms het verkeerde kantoor binnen gestapt? Nee, dit was toch echt haar plek.
De man die op haar stoel zat, bestudeerde Tiffany’s lijst. Hij droeg een wit overhemd met opgerolde mouwen, wat hem een jongensachtig uiterlijk gaf. Zijn donkerblonde haar was kortgeknipt, maar zat niet al te netjes. Het was alsof hij er net met zijn hand doorheen had gewoeld. Wie was deze man, en wat deed hij achter haar bureau?
‘Kan ik je ergens mee van dienst zijn?’ vroeg ze.
Hij keek haar met prachtige bruine ogen aan en grinnikte. ‘Dat hoop ik.’ Lenig sprong hij op en stak zijn hand naar haar uit. ‘Jij bent de tijdelijke kracht die Tiffany komt vervangen?’
Snel nam ze haar beker koffie over in haar andere hand. De hand die ze hem vervolgens gaf, was er nog warm van. ‘Ja, ik ben Jane Monroe,’ zei ze gespannen.
Zijn krachtige handdruk deed haar rillen, niet van pijn, maar van de pure mannelijkheid die hij uitstraalde. Hij was lang en bezat geen grammetje vet.
‘Fijn om je ontmoeten, Jane Monroe.’
Het genoegen was geheel aan haar kant, maar ze wist nog steeds niet wie hij was.
‘Voor ik het vergeet, er belde net ene Mary voor je.’
Haar hart sloeg een slag over. Mary? Haar zus? Maar die wist helemaal niet dat ze hier werkte. Niemand van haar familie wist dat.
Hij zag haar verwarring en wees op haar mobieltje.
‘Je hebt een privégesprek aangenomen?’ vroeg ze ongelovig. Hij mocht dan knap zijn, maar als hij zich zo brutaal gedroeg, was ze direct klaar met hem. Ze verwenste zichzelf ook. Hoe had ze nu haar telefoon zomaar onbeheerd kunnen achtergelaten? Als iemand in het adresboek was gaan snuffelen, zou ze hier niet lang undercover zijn.
‘Nee, ik heb niet opgenomen,’ zei hij, ‘maar het display lichtte op, en de naam Mary verscheen in beeld.’
‘En dat bekijk je dan, om vervolgens de naam te onthouden? Snuffel jij altijd in andermans spullen?’